ATELIER BEELD & INSTALLATIE II
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in de beeldende kunsten, beeld & installatie - afstudeerrichting: vrije kunsten
Hoorcollege [A] 32.0
Werkcollege [B] 90.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 170.0
Totale studietijd [D] 525.0
Studiepunten [E] 21
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Geert Vercaemer
Referentie ABBKUV01A00046
 
Trefwoorden
h713 beeldende-kunst-4d-mixed-media

Doelstellingen
Het atelier ‘Beeld en Installatie II’ focust op die facetten van het installeren die een gevolg zijn van het tijdelijke karakter van de installatie (aspecten zoals registreren, archiveren, documenteren, representeren, …). Deze problematiek is steeds determinerend voor de werking en betekenis van een installatie of breder het ‘installatieve’, en dit zowel in praktisch/technische zin als artistiek. In dit atelier dient de student zich dan ook te concentreren op de spanning tussen enerzijds de praktisch/technische aspecten die het installeren met zich meebrengen mbt conservatie, heropstellen van installaties, registreren, archiveren, ... en anderzijds de artistieke consequenties die dergelijke eerder praktisch/technische aspecten hebben op het creatieproces. ‘Beeld en Installatie II’ is derhalve onlosmakelijk verbonden aan atelier ‘Beeld en Installatie I’. Beide ateliers zetten alle aspecten, elementen en aandachtspunten uit, nodig voor een relevante introductie tot en verdere persoonlijke werkontwikkeling binnen het veld van de installatiekunst.

Leerinhoud
CONFRONTATIE en COMMUNICATIE
Onder deze noemer wordt specifiek gefocust op en geïnitieerd in alle aspecten van het installeren die met het tijdelijke karakter van de installatie te maken hebben. Onder de vorm van opdrachten en oefeningen wordt bij de student enerzijds een continu proces van registreren, documenteren, omschrijven, conserveren, ... op gang gebracht (leereenheden ‘Beeldconservatie en representatie’ en ‘Portfolio en dossier’).
Anderzijds worden dergelijke eerder praktisch/technische perspectieven op het werk, het werkproces en op het installeren in het algemeen, teruggeplooid op hun artistieke consequenties. Deze beweging leidt tot het leren inzetten van technieken ter benadering, registratie en conservatie als instrumenten voor de analyse van het eigen werk en de problematiek van het installeren. De student wordt op die manier gevoelig gemaakt voor de artistieke aspecten van deze technieken.

Hiertoe wordt gewerkt rond drie aandachtspunten, uitgewerkt in drie leereenheden.
De leerstof is zowel lineair als thematisch geordend.

A. Beeldconservatie en representatie:
Binnen deze leereenheid gaat de aandacht naar de conservatieproblematiek van de installatie en de idee die de installatie met zich meedraagt. Welke zijn de mogelijkheden om een installatie te herinstalleren. Hoe plaatst men instructies voor de uitvoerder (de partituur van het werk)? Op welke manier kan een ander medium of een andere opstelling representatief zijn voor het beeld van een eenmalig uitgevoerde installatie?
De student wordt hiertoe geïnitieerd in de vele aspecten van technieken voor het registreren, archiveren en conserveren.
Inherent hieraan is het leren omgaan met verschillende media (video, foto, tekening, tekst, ...) binnen deze gespecialiseerde benadering van de installatie.

B. Portfolio en dossier:
De archivering van het representatiemateriaal en de structuur die nodig is om een overzicht te geven van het individuele (artistieke) parcours, is een activiteit die niet los te koppelen is van de attitude van de hedendaagse installatiekunstenaar. Deze leereenheid concentreert zich dan ook op het systematiseren en ordenen van registraties, omschrijvingen, duidingen, analyses aangaande het eigen werk(proces). De student wordt geïnitieerd in, en leert zelfstandig omgaan met de vele mogelijkheden die de ingeburgerde vormen ‘portfolio’ en ‘dossier’ in dit verband bieden.
De student wordt hiertoe geïnitieerd via de vele aspecten van technieken ter realisatie en publicatie van portfolio’s en dossiers. Inherent hieraan het leren omgaan met verschillende media (video, foto, tekening, tekst, internet, ...) binnen deze context.

C. Beeldobservatie en Analyse:
In deze leereenheid wordt geïnitieerd in het leren ombuigen van de benaderingstechnieken (leereenheid A en B) tot analytische instrumenten en het leren herkennen en exploreren van hun artistieke consequenties. Een plaats dus waar de dialoog met het kunstwerk en de ruimte centraal staat.

Begincompetenties
Geen specifieke begincompetenties.

Eindcompetenties
Kerncompetenties
Overkoepelend voor de drie leereenheden:

1. In staat zijn om via de aangereikte media een gerealiseerd werk op verschillende manieren te benaderen, te analyseren en de intrinsieke kwaliteiten ervan te ontdekken en te representeren.
Onder meer:
- Het begeleid kunnen opstellen van partituren voor het opstellen van werk.
- Het begeleid relevant kunnen aanwenden van media voor het registreren/archiveren van gerealiseerde installaties.
- Het kunnen duiden van het proces van registreren/archiveren en de genomen keuzes kunnen verantwoorden.

2. Aan de hand van de verschillende beeldende en tekstuele benaderingen in staat zijn het werkproces verder uit te breiden en uit te diepen met het oog op een verscherpte artistieke productie.
Onder meer:
- Het onder begeleiding discursief kunnen problematiseren van het eigen werk betrokken op historische en actuele tendensen in de beeldende kunsten / installatiekunst.
- Kunnen duiden hoe de verschillende registratie- en archivatietechnieken aanleiding geven tot veranderingen/evoluties in het eigen artistieke vocabulaire.

De student kan via registraties en representaties aantonen dat hij inzicht en overzicht heeft op zijn persoonlijk werkveld.
Onder meer:
- Het in staat zijn onder begeleiding een overzichtelijk portfolio en dossier samen te stellen.
- In staat zijn het registratiemateriaal en de partituren voor het opstellen van werken systematisch te organiseren en bij te houden.

Algemene competenties
1. De onderzoekende attitude moet aanwezig zijn.
2. Student kan eigen vaardigheden en technisch vermogen schatten, aanvaarden en optimaliseren in functie van de eigen beeldvorming.
3. Student kan plannen in functie van tijd en bijgevolg omgaan met deadlines.
4. Het werkproces kan zichtbaar gemaakt worden dmv tekst, tekeningen of foto’s, voorbereidende studies, en mondelinge toelichting.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Vakliteratuur, kunsttijdschriften, technisch/artistieke basistechnieken en handleidingen.
Hedendaagse artistieke creaties en realisaties binnen het vakgebied en aanverwante gebieden.
Bezoek aan het concrete werkveld en tentoonstellingen in functie van registratie.

Studiekosten
De kosten eigen aan het onderzoek (50- 200 euro)
De volgende aan te kopen materialen zijn eenmalige kosten.

-Aankoop van een externe harde schijf is wenselijk (100 €)
-Bezit van een computer of laptop verdient aanbeveling, maar is niet verplicht.
-Een fototoestel en/of videocamera is wenselijk.
-Opname mini dv cassettes, uitvoer miniDV, vhs, cd of dvd : 50 euro

Studiebegeleiding
Elektronische ondersteuning via Dokeos en E-mail.
Steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met docent.

Onderwijsvormen
Werkcolleges, oefeningsessie, atelier, begeleid zelfstandig leren. tentoonstellingsbezoeken.

Evaluatievorm
• De evaluatie valt onder het systeem van de permanente evaluatie.
• De evaluatie wordt enkel in de eerste examenperiode ingericht (= geen 2e zittijd).
• Tijdens de lessen zijn er permanente evaluaties van het werkproces.
• De hiervoor toegekende cijfers tellen voor 1/3 van de punten.
• In de examenperiode is er een eindevaluatie van de onderzoeksresultaten door een examenjury.
• Het toegekend cijfer telt voor 2/3 van de punten.

OP-leden