ATELIER BEELDHOUWKUNST III
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in de beeldende kunsten, beeldhouwkunst - afstudeerrichting: vrije kunsten
Hoorcollege [A] 12.0
Werkcollege [B] 48.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 120.0
Totale studietijd [D] 340.0
Studiepunten [E] 12
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Ludwig Vandevelde
Referentie ABBKUV02A00026
 
Trefwoorden
H711-beeldende-kunst-3d-beeldhouwkunst

Doelstellingen
De totale bacheloropleiding loopt over drie academiejaren waarbij jaarlijks twee modules atelier beeldhouwkunst worden aangeboden.
Elk opleidingsonderdeel heeft leereenheden waarin telkens nieuw materiaal wordt aangeboden (kwantitatieve evolutie) en tegelijk heeft elk opleidingsonderdeel leereenheden die constant blijven, maar waar gezocht wordt naar 'verdieping' (kwalitatieve evolutie).

Het doel van dit atelier is aan studenten een geëngageerde, creatieve, vakbekwame, kritische en liefdevolle verhouding tot (beeldhouw)kunst aan te leren.
Aan de basis ligt de creatieve artistieke persoonlijkheid.
Zij is bepalend voor een ontwikkeling van persoonlijke motieven en vormspraak.
Door een geleidelijke en onontbeerlijke beheersing van de sculpturale middelen (vorm en technieken) komt de student op het einde van de opleiding tot autonome kunstwerken.
Taak is om deze kunstwerken te positioneren binnen de hedendaagse kunst.

Om deze sculpturale mogelijkheden aan te leren wordt het 'atelier' vanaf de tweede bachelor opgesplitst in 3 leereenheden die op een dynamische manier met elkaar verbonden zijn:
1. Vrij artistiek werk (kwalitatieve evolutie)
2. Vormstudie (kwalitatieve en kwantitatieve evolutie)
3. Techniek (kwantitatieve en kwalitatieve evolutie)

In BHK III worden tav BHK I en II nieuwe projecten vrij artistiek werk verwacht.
Er zijn nieuwe opdrachten vormstudie (torso en ledematen) en andere technieken (kunststof) en armatuurlassen figuur).

Leerinhoud
Als vervolg op de opleidingsonderdelen Beeldhouwkunst I en II wordt meer en meer de nadruk gelegd op volgende leerinhouden:
a) de individuele motieven worden zichtbaarder in het werk
b) het discours wordt sterker uitgebouwd
c) een grotere beheersing en uitbreiding van het technische jargon
d) de vormentaal wordt rijker en eigen aan de student
e) vormentaal wordt meer en meer in overeenstemming gebracht met het artistieke discours van de student

1.Vrij artistiek werk
In deze leereenheid oefenen de studenten verder het vermogen om individueel een artistiek project te formuleren en het na bespreking uit te voeren.
Reflectie over de plaats van deze projecten wordt gekaderd binnen de historische ontwikkelingen van de beeldhouwkunst.
Daarvoor gebruiken we het handboek ‘Sculpture Today’.
De student wordt aangemoedigd om persoonlijke keuzes te maken, steunend op zijn ervaringen uit atelier Beeldhouwkunst I en II.
Ze worden ondersteund door een bevraging waarbij gepeild wordt naar de individuele motieven van waaruit de student handelt, telkens hij een betekenisgevende stap in zijn artistieke ontwikkeling zet.
Voorbeeld van deze vraagstelling vinden de studenten terug in het boek ‘Brieven aan een jonge dichter (Rilke).

Aan deze bevraging zijn associatieoefeningen, teken- en schrijfopdrachten verbonden.
De ontwikkeling gebeurt op het persoonlijke ritme van de student.
Tevens krijgen de studenten opdrachten om vanuit het vrije artistieke werk een ontwerp te formuleren om de verder beschreven technieken op toe te passen.
Daarbij heeft de student ten alle tijde de keuze uit alle basistechnieken die aangeleerd worden, ook die uit alle workshops.

2.Vormstudie
Autonome sculpturen worden gedragen door de kracht van hun vorm.
Sommigen gaan zelf zo ver om te stellen dat de vorm de eigenlijke inhoud van de sculptuur is.
Daarom is het aanleren van de sculpturale vorm essentiëel.
-Tekenen van torso en ledematen
-Studie de torso en de ledematen in klei.
Daarbij wordt leerstof gehanteerd uit het handboek ‘Modelling and Sculptin the human figure.
-Snelschetsen in klei
-Presentatie

3.Techniek
Autonome sculptuur vindt plaats ‘in’ de materie.
Daarom is het aanleren van een aantal basistechnieken absoluut noodzakelijk.
Aangezien de beeldhouwkunst (met een geschiedenis van 20000 jaar) een veelheid aan technieken kent
worden achtereenvolgens de meest elementaire technieken aangeleerd.

Ook het praktische gebruik en onderhoud van materialen en gereedschappen komt ter sprake.
Bovendien ligt een zware nadruk op de veiligheids- en gezondheidsaspecten.
-Kunststof
-Armatuurlassen in functie van de figuurstudie (BHK 2.2.)
-Deelname aan workshop ‘brons’ mogelijk (zie BHK 3.1.)

Begincompetenties
Geslaagd zijn voor opleidingsonderdelen Atelier Beeldhouwkunst I en II

Eindcompetenties
1.Vrij artistiek werk
De student kan een ontwerp formuleren en uitvoeren
- automatisme in het gebruik van schets- en ontwerpboek als werkinstrument hanteren
- de student kan zich op een creatieve en eigen manier uiten
Hij is onder meer in staat:
- complexe beeldsituaties vorm te geven
- zijn thema's en objecten binnen hun historische context te plaatsen
De student is in staat de individuele motieven van waaruit hij handelt, telkens hij een betekenisgevende stap in zijn artistieke ontwikkeling maakt, te duiden en te motiveren

2.Vormstudie en opdrachten
De student is in staat opdrachten betreffende de torso en de ledematen te begrijpen, praktisch uit te voeren en te presenteren.
De student is in staat om op zelfstandige basis aan vormstudie te doen.

3.Techniek
-Studenten moeten in staat zijn om onder begeleiding een armatuur voor een volledige menselijke figuur te lassen
-Studenten moeten, onder begeleiding, een eenvoudige sculptuur kunnen multipliceren in kunststof
-Studenten die voor de tweede keer de techniek kunststof volgen verdiepen zich tav de techniek en zijn uitdrukkingsmogelijkheden
-Studenten die voor de derde keer de techniek kunststof volgen moeten:
deze techniek op volwaardige manier beheersen om uitdrukking te geven aan hun vrije artistieke werk.

-Studenten die voor de tweede keer de techniek brons volgen verdiepen zich tav de techniek en zijn uitdrukkingsmogelijkheden.
-Studenten die voor de derde keer de techniek brons volgen moeten: -deze techniek op volwaardige manier beheersen om uitdrukking te geven aan hun vrije artistieke werk.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
1.Vrij artistiek werk
Sculpture Today (uitgeverij Phaidon)
Brieven aan een jonge dichter (auteur Rilke)

2.Vormstudie
Ed. Lanteri: Modelling en Sculpting the human figure (uitgeverij Dover)

3. Techniek
Geen verplichte leermaterialen opgelegd

Studiekosten
Algemeen
Studenten nemen enkele keren per jaar deel aan een studiereis: ongeveer 100€
Een brede culturele bagage verwerven via boeken is een absolute vereiste.
Kosten onbeperkt.

1.Vrij artistiek werk
De studiekosten kunnen variëren naargelang de werkwijze van de student.

2.Vormstudie
Studenten kopen hun eigen recupereerbare klei en plaaster, jute en armatuurstaal
Minimumkost: 150€

3.Techniek
Studenten zorgen voor de grondstoffen en gereedschappen voor het aanleren van de verschillende technieken die worden aangeleerd of die ze toepassen in hun vrije artistieke werk.
Minimumkost: 350€
Armatuurlassen: 50€

Studiebegeleiding
Mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docenten.

Onderwijsvormen
1.Vrij artistiek werk
Begeleid zelfstandig leren

2.Vormstudie
Werkcollege

3.Techniek
Workshop
Werkcollege

Evaluatievorm
1.2.3 Vrij artistiek werk, Vormstudie, Techniek
Een jury beoordeelt op het einde van het academiejaar het atelier Beeldhouwkunst III.
Gezien de dynamische interactie tussen de verschillende leereenheden worden ze niet apart geëvalueerd.
Atelier wordt bijgevolg beoordeeld met 1 globaal cijfer waarin de appreciatie van proces en resultaat vervat zit.

Algemeen
- Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- Geen tweede zittijd mogelijk

OP-leden