Trefwoorden H711-beeldende-kunst-3d-beeldhouwkunst
Doelstellingen De totale bacheloropleiding loopt over drie academiejaren waarbij jaarlijks twee modules atelier Beeldhouwkunst worden aangeboden.
Elk opleidingsonderdeel heeft leereenheden waarin telkens nieuw materiaal wordt aangeboden (kwantitatieve evolutie) en tegelijk heeft elk opleidingsonderdeel leereenheden die constant blijven, maar waar gezocht wordt naar 'verdieping' (kwalitatieve evolutie).
Het doel van dit atelier is aan studenten een geëngageerde, creatieve, vakbekwame, kritische en liefdevolle verhouding tot (beeldhouw)kunst aan te leren.
Aan de basis ligt de creatieve artistieke persoonlijkheid.
Zij is bepalend voor een ontwikkeling van persoonlijke motieven en vormspraak.
Door een geleidelijke en onontbeerlijke beheersing van de sculpturale middelen (vorm en technieken) komt de student op het einde van de opleiding tot autonome kunstwerken.
Taak is om deze kunstwerken te positioneren binnen de hedendaagse kunst.
Om deze sculpturale mogelijkheden aan te leren wordt het 'atelier' vanaf de tweede bachelor opgesplitst in 3 leereenheden die op een dynamische manier met elkaar verbonden zijn:
1. Vrij artistiek werk (kwalitatieve evolutie)
2. Vormstudie (kwalitatieve en kwantitatieve evolutie)
3. Techniek (kwantitatieve en kwalitatieve evolutie)
In BHK VI worden tav BHK I, II, III, IV en V nieuwe projecten vrij artistiek werk verwacht.
Op het vlak van de vormstudie wordt een 'vormstudie' op maat van de student gehanteerd.
De techniek van het brons wordt gefinaliseerd.
Leerinhoud In navolging en aansluitend op beeldhouwkunst V worden volgende ontwikkelingen verder uitgewerkt:
a) de coherentie tussen de opeenvolgende werken wordt groter
b) de sturing van de vormentaal is beheerster en sluit beter aan bij de inhoudelijke premissen
c) de sculpturale vorm spreekt uit zichzelf aan
d) de beeldhouwer profileert zich als artistieke persoonlijkheid, dewelke zichtbaar wordt binnen het werk
1.Vrij artistiek werk
In deze leereenheid gebruiken de studenten hun vermogen om individueel een artistiek project te formuleren en het na bespreking uit te voeren.
Reflectie over de plaats van deze projecten wordt gekaderd binnen de historische ontwikkelingen van de beeldhouwkunst.
Daarvoor gebruiken we het handboek ‘Sculpture Today’.
De student wordt aangemoedigd om persoonlijke keuzes te maken, steunend op zijn ervaringen uit ateliers I tot V.
Deze fases van het creatieproces worden individueel begeleid.
Ze worden ondersteund door een bevraging waarbij gepeild wordt naar de individuele motieven van waaruit de student handelt, telkens hij een betekenisgevende stap in zijn artistieke ontwikkeling zet.
Voorbeeld van deze vraagstelling vinden de studenten terug in het boek ‘Brieven aan een jonge dichter (Rilke).
Aan deze bevraging zijn associatieoefeningen, teken- en schrijfopdrachten verbonden.
De ontwikkeling gebeurt op het persoonlijke ritme van de student.
Daarbij heeft de student ten alle tijde de keuze uit alle basistechnieken die aangeleerd worden, ook die uit alle workshops.
2.Vormstudie
Autonome sculpturen worden gedragen door de kracht van hun vorm.
Sommigen gaan zelf zo ver om te stellen dat de vorm de eigenlijke inhoud van de sculptuur is.
Daarom is het aanleren van de sculpturale vorm essentieel.
Elke student krijgt een pakket geïndividualiseerde vormstudieoefeningen, gebaseerd op zijn vrije artistieke werk.
Vb. studenten die voor hun vrij werk in de figuratie werken krijgen modelopdrachten, studenten die met assemblagewerken krijgen specifieke oefeningen, enz...
Presentatie: alle studenten moeten deelnemen aan collectieve oefeningen die het probleem van de presentatie van sculpturen behandelen.
3.Technieken
Autonome sculptuur vindt plaats ‘in’ de materie.
Daarom is het aanleren van een aantal basistechnieken absoluut noodzakelijk.
Aangezien de beeldhouwkunst (met een geschiedenis van 20000 jaar) een veelheid aan technieken kent, worden achtereenvolgens de meest elementaire technieken aangeleerd.
Ook het praktische gebruik en onderhoud van materialen en gereedschappen komt ter sprake.
Bovendien ligt een zware nadruk op de veiligheids- en gezondheidsaspecten.
De studenten bespreken met de docenten in welke techniek zij zich het beste verdiepen, in functie van hun vrije artistieke werk.
-Deelname aan workshop ‘Hout’ mogelijk (zie BHK 2.2.)
-Deelname aan workshop ‘Steen’ mogelijk (zie BHK 1.2.)
Begincompetenties Geslaagd zijn voor de opleidingsonderdelen BHK III, IV
Eindcompetenties Algemene competenties
Het vermogen tot kritische reflectie: de student is in staat het eigen werk kritisch te beoordelen
De student is in staat om zelfstandig met externen afspraken te maken en na te komen
1.Vrij artistiek werk
De student is in staat een eigen vrij artistiek werk te beschrijven en uit te werken vanuit een eigen artistieke persoonlijkheid.
Hij kan zijn werk plaatsen binnen zijn eigen ontwikkeling en binnen de hedendaagse en historische beeldhouwkunst.
Hij is in staat de meest geëigende vormspraak en technieken toe te passen op zijn eigen creaties.
2.Vormstudie
De studenten beheersen de interne logica van de sculpturale vorm, voor zover die betrekking heeft op hun eigen artistieke werk.
3.Techniek
De studenten beheersen de door hen gekozen techniek voor hun vrije artistieke werk, in die mate dat ze uitdrukking kunnen geven aan hun artistieke intenties.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: 1.Vrij artistiek werk
Sculpture Today (uitgeverij Phaidon)
Brieven aan een jonge dichter (auteur Rilke)
2.Vormstudie
Ed. Lanteri: Modelling en Sculpting the human figure (uitgeverij Dover)
3.Techniek
Geen verplichte leermaterialen opgelegd
Studiekosten Algemeen
Studenten nemen enkele keren per jaar deel aan een studiereis: 100€.
Een brede culturele bagage verwerven via boeken is een absolute vereiste.
Kosten onbeperkt.
1.Vrij artistiek werk
De studiekosten variëren naargelang de werkwijze van de student.
2.Vormstudie
Minimumkost: 150€
3.Techniek
Minimumkost: 150€
Studiebegeleiding Mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de docenten.
Onderwijsvormen 1.Vrij artistiek werk
Begeleid zelfstandig werken
2.Vormstudie
Werkcollege
3.Technieken
Workshop
Evaluatievorm Vrij artistiek werk, vormstudie, techniek
Een jury beoordeelt op het einde van het academiejaar het atelier Beeldhouwkunst VI.
Gezien de dynamische interactie tussen de verschillende leereenheden worden ze niet apart geëvalueerd.
Atelier wordt bijgevolg beoordeeld met 1 globaal cijfer waarin de appreciatie van proces en resultaat vervat zit.
Algemeen:
- Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
- Geen tweede zittijd mogelijk.
OP-leden
|
|