LITERATUUR 2
 
Wordt gegeven in 2de jaar Bachelor in het drama
Hoorcollege [A] 7.0
Werkcollege [B] 8.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 30.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Martine Clierieck
Referentie ABDRMA02A00010
 
Trefwoorden
H390, H004, literatuur, geschiedenis, poëtica, epiek, lyriek

Doelstellingen
Literatuur 2 volgt op het opleidingsonderdeel literatuur 1 uit het eerste semester. Het referentiekader dat de studenten reeds in Literatuur 1 hebben opgebouwd wordt verder aangevuld en verfijnd. Deze nieuw verworven competenties stellen de student in staat op een adequate manier om te gaan met de moderne literatuur en ze te plaatsen binnen een algemeen artistieke context/ontwikkeling/traditie.


Leerinhoud
Dit opleidingsonderdeel vervolledigt het historisch (lineair) overzicht van Literatuur 1. Enerzijds ligt de klemtoon op het project van de moderniteit, dat hand in hand gaat met de geschiedenis van het proza. Anderzijds wordt expliciet aandacht besteed aan de ontwikkeling van de poëtica in de verschillende stromingen (Sturm und Drang, Romantiek, Realisme, Naturalisme, Symbolisme, Decadentisme, Estheticisme, Expressionisme, Surrealisme, Futurisme, Dadaïsme, Modernisme en Postmodernisme). Deze evolutie in het literaire denken wordt vanuit concrete lectuur van moderne romans uiteengezet. De selectie van de klassikaal besproken literaire werken is zoveel mogelijk gerelateerd aan de praktijkprojecten van de dramastudenten (en wisselt dus jaarlijks). Deze lessen zijn eveneens gericht op de kritische analyse van teksten en verhalen.


Begincompetenties
Literatuur 1 en Literatuur 2 worden samen in het curriculum opgenomen.


Eindcompetenties
Kerncompetentie:
De student is in staat de specifieke eigenschappen van moderne literaire teksten te doorgronden, te interpreteren en te plaatsen in een literaire traditie evenals in een ruimere artistieke, historische, sociaal-culturele, ideologische context.
Indicatoren:
- de student heeft grondige kennis van de behandelde literaire werken, schrijvers en stromingen
- de student kan op overtuigende wijze het literaire discours hanteren en persoonlijk en kritisch reflecteren over de dialoog die de tekst voert met de literatuur zelf, met de auteur, de context en de lezer.

Algemene competentie:
De student beheerst steeds beter algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en wetenschappelijk verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie op het vlak van de moderne literatuur.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
syllabus


Studiekosten
kosten bij aankoop of ontlening van boeken


Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement. De docent kan op afspraak worden geconsulteerd.


Onderwijsvormen
Hoorcollege met mogelijkheid tot discussie en werkcollege
Zelfstudie


Evaluatievorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Paper
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode.


OP-leden
Martine Clierieck