BACHELORPROJECT
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in de interieurvormgeving
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 180.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 60.0
Totale studietijd [D] 750.0
Studiepunten [E] 29
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Thomas Van Der Velde
Referentie ACINVG03A00026
 
Trefwoorden
h00x- kunst, t240- binnenhuisarchitectuur

Doelstellingen
Het bachelorproject is de verderzetting van de opleidingsonderdelen ontwerpen uit 1e en 2e bachelor.
Deze zijn een rode draad doorheen de opleiding met een stijgende graad van programmatorische en ruimtelijke complexiteit.
Het bachelorproject is daarbij het sluitstuk van de opleiding.
Sterker nog dan in voorgaande bachelorjaren wordt ondersteuning betreffende manuele voorstelling, digitale voorstelling, CAD, communicatie, bouw en lichttechnieken binnen het bachelorproject geïntegreerd.
Doelstelling is dat doorheen het aangaan van een complex ontwerpproces en de integratie van velerlei inhouden en competenties de student zich kan vervolmaken en profileren ten aanzien van het brede werkveld van de interieurvormgeving.

Leerinhoud
De verschillende fasen van een ontwerpproces worden doorlopen; gaande van een voorstudie, studie tot sturing, voorontwerp en ontwerp.
D.w.z. van analyse van een gegeven of zelf gekozen situatie, het visualiseren van dit zelfgevoerd onderzoek, het innemen van een kritisch en persoonlijk standpunt, als gevolg daarvan het opmaken van een preliminair synthesebeeld / 'moodboard' en het schetsmatig zoneren tot een voorontwerp, resulterend in een van persoonlijkheid getuigend ontwerp- en uitvoeringsdossier.
De student kan zelf richting geven ten aanzien van het onderwerp van zijn ontwerp; het dient daarbij aan te sluiten bij één van volgende domeinen in het beroepenveld:
A. Interieurontwerpen
B. Meubel en Design
C. Tijdelijke Installaties
D. Afwerkingstechnieken en Advies

Naargelang het opzet van het bachelorproject en de noden van de student kunnen volgende inhouden aan bod komen ter ondersteuning van het ontwerpproces:
- De reeds aangeleerde competenties op vlak van mutimediale voorstellingstechnieken uit 1-ste en 2-de bachelor worden verder geoptimaliseerd in functie van het bachelorproject.
- Gevorderde vaardigheden van rendertechnieken.
- Het opmaken van een portfolio en einddossier.
Gevorderde vaardigheden voor het opzetten van een professionele multimediapresentatie als een onderdeel van een (digitaal) portfolio.
- Gevorderde vaardigheden van vectorieel tweedimensioneel tekenen en driedimensioneel modelleren binnen een vooropgesteld vectorieel CAD-pakket.
- Specifieke inhouden gericht op de afwerking, de technische en constructieve elementen binnen een gebouw of installatie.
- Specifieke inhouden gericht op de afwerking, de technische en constructieve elementen van meubels en meubelconcepten.
- Specifieke theoretische inhouden op vlak van meubelontwerp en design (vormbeginselen mbt gedragstypisch, prototypisch en oplossingtypische kenmerken, ontwerpmethodologie, …), materialenleer, technologie, theoretische onderbouw tav herinrichtingsprojecten.

Begincompetenties
Geslaagd zijn voor de eindcompetenties 2-de bachelor opleidingsonderdelen 'Ontwerpen 2.1 en 2.2' .
Het is aanbevolen dat de student tevens geslaagd is op de opleidingsonderdelen Constructie 2.1. en 2.2., Voorstellingstechnieken 2.1. en 2.2. en Design 2.1.
Studenten die in hun bachelorproject de focus willen liggen op meubel en design dienen geslaagd te zijn op Design 2.1. en Constructie 2.2.

Eindcompetenties
Kerncompetenties

A. De student is competent in het maken van een voorstudie ten aanzien van een ontwerp.
- De student kan een analyse maken van een programma of probleemstelling.
- De student kan deze analyse documenteren en hieromtrent communiceren.
- De student heeft zicht op de verschillende taken van een interieurvormgever in een voorstudie, heeft zicht op welke ondersteunende kennis zijn voorstudie kan optimaliseren en weet waar hij deze kennis kan raadplegen.
- De student kan rekening houden met de context van het programma of probleemstelling.
- De student kan een uitvoeringsdossier opmaken.

B. De student is competent in het doorlopen van de verschillende ontwerpfasen uitgaande van een voorstudie.
De student is competent om te komen tot een ontwerp dat op technisch en creatief vlak de toetsing met een kritisch publiek kan doorstaan.
- De student is in staat zijn tot het analyseren van de eisen en wensen, situatie, prioriteiten, middelen en context van een opdracht.
- De student kan verschillende ideeën / oplossingen voor een probleemstelling onderzoeken, variante oplossingen op het zelfde thema zoeken en vanuit verschillende visies werken.
- De student kan een concept volledig vormgeven.
- De student kan op een verantwoorde en bewuste wijze een selectie maken van materiaal, technologie, ergonomische aspecten, constructiewijzen, meubilair, kleurgebruik, verlichting,…
- De student heeft zicht op de verschillende taken van een interieurvormgever in een ontwerpproces, heeft zicht op welke ondersteunende kennis zijn ontwerp kan optimaliseren en weet waar hij deze kennis kan raadplegen.
- De student kan rekening houden met de context van het programma of probleemstelling en kan een juiste beroepshouding aannemen.
- De student kan het programma en probleemstelling alsook zijn ideeën en zijn ontwerpproces op een continue en kritische wijze evalueren.
- De student kan hieromtrent zijn standpunten en zienswijzen communiceren.
- De student kan informatie en raad verstrekken vanuit het voorontwerp en ontwerp aan derden.
- De student kan een ontwerp gevoelsmatig correct omzetten in 2- en 3- dimensionale tekeningen die thematisch en inhoudelijk met het ontwerpprogramma overeen komen.
- De student kan een einddossier (portfolio) opmaken op een grafische manier die correspondeert met de sfeer van het ontwerp, inclusief het maken van een reeks snelschetsen.
- De student kan een professionele multimediapresentatie maken als een onderdeel van zijn einddossier (portfolio).
- De student kan zijn ontwerp verbaal toelichten met correct gebruik van het vakjargon.

C. De student kan een eigen visie op interieurvormgeving ontwikkelen.
- De student heeft zicht op de hedendaagse interieurvormgeving.
- De student kan hierover reflecteren, kan dit in een historisch en maatschappelijk perspectief plaatsen en kan eigen standpunten innemen.

D. De student kan een juiste beroepshouding aannemen.
- Hij kan zowel zelfstandig werken als samenwerken met anderen.
- Hij kan zich empatisch opstellen binnen een ontwerpcontext en heeft de competenties om te komen tot professionele zelfontplooiing.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- De projectopdrachten worden door de lectoren verspreid.
- Het is aangewezen om vakliteratuur (tijdschriften, boeken, sites) op eigen initiatief door te nemen.

Studiekosten
+/- 300 euro (tekenmateriaal, maquettemateriaal enz.)
Reis- en projectweek: studiereis: +/- 500 euro
Vervoer tentoonstelling en/of bedrijfsbezoeken bekostigd door de school.

Studiebegeleiding
Naast de vastgelegde begeleidingsmomenten is er steeds mogelijkheid tot persoonlijke afspraak met de betrokken docenten binnen dit opleidingsonderdeel.
Elektronische ondersteuning (Dokeos en FTP)

Onderwijsvormen
Hoorcolleges, werkcolleges, atelier (proces- en productgericht), zelfstudie, oefeningen, georganiseerde begeleiding.
Reis- en projectweek: studiereizen, daguitstappen en deelname mogelijke wedstrijd of project.

Evaluatievorm
Algemeen
-Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
-Werkstukken en opdrachten in het kader van de studie- en onderwijsactiviteiten moeten steeds op de vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
-In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.

Project
-Tijdens de begeleidingsmomenten is er een permanente evaluatie van het proces.
-Dat telt voor 1/3 van de punten.
-Een examenjury, bestaande uit OP-leden, mentoren en externen die actief zijn in het werkveld, kent een cijfer toe voor 2/3 van de punten.

Geen 2-de zittijd mogelijk.

OP-leden