Trefwoorden S 272 lerarenvorming, H313 Kunstkritiek, S280 Volwassenen vorming en permanente vorming
Doelstellingen De studenten maken kennis met de grondslagen van de agogische problematiek waarmee men in een pedagogische loopbaan wordt geconfronteerd.
Aangezien het veld van de kunst om een zekere voorzichtigheid vraagt bij het hanteren van de gebruikelijke (ped)agogische modellen, beoogt dit opleidingsonderdeel een filosofisch onderbouwde en kritische inleiding op deze problematiek.
Leerinhoud De student maakt kennis met het gedachtegoed dat bewust of onbewust gehanteerd wordt indien men kunstonderwijs organiseert, verstrekt of erover nadenkt.
De student zal uitgenodigd worden zijn persoonlijke, bewuste en niet bewuste aannames en opvattingen over kunst en kunstonderwijs aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.
Deze confrontatie beoogt de kiemen in zich te genereren van een volgehouden zoektocht naar kwaliteitsvol en vernieuwend kunstonderwijs.
Het opleidingsonderdeel biedt een inleidend overzicht van de grondproblemen bij het denken van een agogiek van de kunst, met een kritische bevraging van impliciete en expliciete vooronderstellingen en commonsense-opvattingen over kunst, communicatie en onderwijs.
Er wordt uitgegaan van een aantal basisparadoxen waarmee een agogiek van de kunst ons confronteert.
Ten eerste de vaststelling dat het onderwijzen van kunst wel degelijk georganiseerd wordt in onderwijsinstellingen, maar in haar kern potentieel wordt gedreven door de moeilijkheid of de onmogelijkheid van het onderwijzen van kunst (het ‘ononderwijsbare’).
Ten tweede de vaststelling dat het communiceren van en over kunst soms een communicatie betreft van het ‘onzegbare’ en /of ingebed ligt in bredere discours waarop men niet onmiddellijk vat heeft of krijgt.
Ten derde de vaststelling dat artistieke werken dikwijls niet beantwoorden aan de gebruikelijke invulling van het (ped)agogische streefdoel en als zodanig soms moeilijk in overeenstemming te brengen zijn met een klassiek-humanistisch opvoedingsideaal. (het ‘a-pedagogische’).
Begincompetenties Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden tot het aanvatten van de specifieke lerarenopleiding
Eindcompetenties De leraar als inhoudelijk expert.
Kennis met betrekking tot het kunstagogisch gedachtegoed beheersen, verbreden en verdiepen.
Kennis met betrekking tot het kunstagogisch gedachtegoed aanwenden.
De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker.
De eigen opvattingen over kunst en kunstonderwijs bevragen en bijsturen.
De leraar als cultuurparticipant.
De leraar kan werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met impliciete en expliciete vooronderstellingen en commonsense-opvattingen over kunst, communicatie en onderwijs.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus, excerpten uit relevante filosofische en aanverwante lectuur.
Bij de start van het opleidingsonderdeel wordt een literatuurlijst ter beschikking gesteld, waarvan de student verplicht is één werk te lezen en persoonlijk te verwerken in een commentaar.
Studiekosten Geen
Studiebegeleiding - Er is steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent.
- Algemene studiebegeleiding zoals aangeboden in het Departement KASK.
- Voor sommige leereenheden en naar aanleiding van ad hoc bijeenkomsten/besprekingen wordt voorzien in een raadpleegbaar archief van besproken teksten/informatie via DOKEOS (http://dokeos.hogent.be).
Onderwijsvormen - Theoretisch seminarie met veel ruimte voor dialoog en discussie.
- Zelfstudie van de excerpten uit relevante filosofische en aanverwante lectuur, ter voorbereiding of uitdieping van de seminaries.
- Individuele en zelfstandige lectuur van één werk uit de ter beschikking gestelde literatuurlijst.
Evaluatievorm Op het einde van de lessenreeks is er een mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.
Daarbij wordt van de student gevraagd aan te tonen de aangegeven lectuur (syllabus, tekstexcerpten, werk uit de literatuurlijst) te beheersen en op kritische wijze over de problematiek te kunnen reflecteren en argumenteren.
20% van de punten wordt toegekend op basis van permanente evaluatie, d.w.z. aanwezigheid bij de bijeenkomsten en actieve deelname aan de discussies.
Aanwezigheid en participatie tijdens de lesbijeenkomsten worden dus mee in rekening gebracht bij het eindcijfer.
2-de zittijd mogelijk.
OP-leden
|
|