ACTUELE MIDDELEEUWEN
 
Wordt gegeven in Seminarielijst Master kiezen voor 12 studiepunten - afstudeerrichting: animatiefilm
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Liesbeth Kusters
Referentie AMAKUA00A00070
 
Trefwoorden
h000-menswetenschappen, h00x-kunst

Doelstellingen
De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.

Leerinhoud
Elk seminarie vormt binnen dit opleidingsonderdeel een leereenheid.
Een seminarie is probleem- en onderzoeksgericht.
Het is thematisch van opzet en niet overzichtsgericht.
Inhoudelijk staan de theoretische seminaries in de master open voor allerhande onderwerpen en thema’s gelinkt aan de studiegebieden van de beeldende en audiovisuele kunsten.
De specifieke focus van een seminarie vertrekt vanuit het onderzoek van de docent.
Grenzen van artistieke disciplines kunnen daarbij overschreden worden.

Men heeft lange tijd de reflex gehad om kunst te bestuderen binnen één periode.
Middeleeuwse kunst en cultuur zijn echter verrassend actueel.
Zo wordt de middeleeuwse kunst bijvoorbeeld gekenmerkt door een specifieke fixatie op het tactiele, lichamelijkheid, de plaats van het eigen lichaam en verhoudingen tussen man en vrouw.
Stuk voor stuk thema’s die ook in de actuele kunst een centrale rol spelen.
Dit seminarie wil de blik op middeleeuwse kunst verruimen, haar onttrekken uit haar louter historisch jargon en haar relevantie, tot op de dag van vandaag, duiden.

Dit zal gebeuren aan de hand van twee denkpistes:

A. In een eerste piste worden de iconografische inzichten uit ‘Kunstgeschiedenis 2.1. Overzicht van de kunst van de Middeleeuwen’ iconologisch verdiept.
De iconologische methode gaat op zoek naar de mechanismen áchter het beeld, naar de factoren die haar hebben gebakerd en haar specificiteit bepaald.
Binnen dit luik wordt dus gewoeld binnen diverse culturele uitingen – beeldtheoretische debatten, literatuurgeschiedenis, culturele antropologie, genderstudies, mystiek en volksgeloof – teneinde de wortels van het beeld te doorgronden.

B. Uit deze voorgaande stap zal al snel blijken dat middeleeuwse kunst meer is dan een “stoffige, onbegrijpelijke kunst uit lang vervlogen tijden” en “totaal irrelevant voor de dag van vandaag”, maar integendeel uitdrukking geeft aan menselijke bekommernissen en antwoorden formuleert op vragen die ook ons nog steeds bezig houden.
Middeleeuwse kunst geeft uitdrukking aan diepere en interculturele archetypes die nog steeds brandend actueel zijn: het tactiele, lichamelijkheid, de problematiek en het taboe van de aanraking, intermenselijke relaties en gevoelens, schoonheid, angst, schuld en verlangen.
Het seminarie spitst zich toe op de vraag hoe hedendaagse kunstenaars deze archetypes opnieuw bevragen en maatschappelijk actualiseren en waarin deze bevraging verschilt van die van 1000 jaar geleden. Of net niet?

Verscherping en verfijning van het kunsthistorisch inzicht verruimen de visie van de kunstenaar op de eigen creativiteit.
Dit seminarie beoogt dan ook in de eerste plaats een oefening en stimulans te zijn voor jonge kunstenaars om hun eigen oeuvre creatief te ‘herdenken’.

Begincompetenties
Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.

Eindcompetenties
- De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
- De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
- De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
- De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten.
- De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Leermaterialen zijn afhankelijk van het gekozen seminarie.
- reader
- bezoek tentoonstellingen

Studiekosten
Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.
- bezoek tentoonstellingen

Studiebegeleiding
Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, groepsdiscussies.
Naar gelang de aanwezigheid van een gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.

Tijdens elke sessie wordt een middeleeuws beeld aangebracht, volgens de iconologische methode onderzoek gevoerd naar de dieperliggende archetypes, alsook haar relevantie voor de actuele kunst geduid.
Van alle deelnemers wordt gevraagd tegen de volgende sessie een selectie van één of meer beelden uit de actuele kunst te maken die aan dit archetype gerelateerd kunnen worden.
Het eerste uur van de sessie zal in de vorm van een geleid reflectie- en discussiemoment deze beelden behandelen.
Het tweede uur brengt een nieuw thema naar voor.

Evaluatievorm
Voor elke leereenheid geldt standaard (tenzij anders afgesproken door docent):
een mondeling examen, eventueel voorbereid door middel van een paper.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.

De studenten worden in de eerste plaats geëvalueerd op basis van een paper (min. 2000 woorden) die zij over een onderwerp gerelateerd aan het seminarie, dienen te schrijven.
Over deze paper geven zij ook een korte presentatie.
Creativiteit en originaliteit in de omgang met het aangeboden lesmateriaal worden hierbij bijzonder gewaardeerd.
Daarnaast wordt tevens betrokkenheid bij de gesprekken en discussies positief in rekenschap gebracht.

OP-leden