ANALYSE EN INTERPRETATIE VAN ILLUSTRATIES EN SCHILDERIJEN IN DIVERSE CONTEXTEN
 
Wordt gegeven in Seminarielijst Master kiezen voor 12 studiepunten - afstudeerrichting: animatiefilm
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 75.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Maria Rita Vermeulen
Referentie AMAKUA00A00075
 
Trefwoorden
h000-menswetenschappen, h00x-kunst

Doelstellingen
De student neemt vier theoretische seminaries op, afhankelijk van de theoretische behoeftes die hij/zij ondervindt tijdens zijn studietraject, vanuit zijn artistieke praktijk en zijn theoretische interesses.
De theoretische seminaries zijn opgenomen in het masterprogramma als specifieke leervorm waarbij theoretische inhouden binnen een flexibele en open werkvorm worden overgedragen, met ruimte voor interventie van studenten en dialoog.
Theoretische seminaries worden gedragen vanuit het artistieke en het theoretische onderzoek lopend aan het KASK, zodat de student te maken krijgt met probleemgerichte en thematisch opgezette seminaries.

Leerinhoud
Elk seminarie vormt binnen dit opleidingsonderdeel een leereenheid.
Een seminarie is probleem- en onderzoeksgericht.
Het is thematisch van opzet en niet overzichtsgericht.
Inhoudelijk staan de theoretische seminaries in de master open voor allerhande onderwerpen en thema’s gelinkt aan de studiegebieden van de beeldende en audiovisuele kunsten.
De specifieke focus van een seminarie vertrekt vanuit het onderzoek van de docent.
Grenzen van artistieke disciplines kunnen daarbij overschreden worden.

De betekenis van beelden wordt gekleurd en beïnvloed door de context waarin ze verschijnen.
Een nieuwe context kan onverwachte betekenislagen aan de oppervlakte brengen en tonen hoe een illustratie of schilderij in diverse contexten een relevante bijdrage kan leveren, de uitkomst kan evenwel ook precies het tegendeel aantonen en de beperkingen van een beeld blootleggen.

Het onderzoek naar de verschillende betekenislagen gebeurt op verschillende manieren.
Beelden worden binnen diverse rangschikkingen met elkaar geconfronteerd, geanalyseerd en opnieuw gerangschikt.
Kunstwerken krijgen betekenis binnen een galerij, in een kunstboek, een huiskamer, in een openbaar gebouw.
Verandert hun betekenis als ze worden gekoppeld aan een verhaal, een krantenartikel, een commercieel product?
Verandert de betekenis, vertelkracht van een illustratie als ze van een verhaal wordt losgekoppeld?
Illustraties ontstaan binnen een functionele context, kunnen illustraties die context overstijgen?
Kunnen ze bijvoorbeeld de confrontatie met schilderijen aan?

Hoe gaan kunstenaars en illustratoren om met favoriete motieven in hun werk?
Welk verhaal, welke sfeer, welke emotie, welke expressie krijgt een terugkerend motief binnen de nieuwe context?
Hoe gaat de toeschouwer om met de herkenning en erkenning van deze motieven.
Hoe beïnvloedt ons inzicht in die motieven onze visie op het werk?
Verandert onze visie op een werk door kennis te nemen van de ideeën van de kunstenaar/illustrator?

Wat is de invloed van de tijd, van historische, politieke en sociale gebeurtenissen op de analyse en interpretatie van een beeld?
We onderzoeken illustraties binnen een verhaalcontext.
Hoe beïnvloedt het ene beeld het andere?
Hoe beïnvloeden tekst en beeld elkaar?
Speelt vormgeving een rol in het naar boven halen van de betekenis en expressieve kracht van een illustratie?

Door illustraties en schilderijen afwisselend binnen en buiten hun natuurlijke context te analyseren, kunnen we verrassende inzichten verwerven in het vermogen van een beeld om zich in verschillende contexten te openen voor een veelheid van betekenissen.

Begincompetenties
Het is zéér wenselijk dat de student de competenties van de bacheloropleiding (beeldende kunsten of audiovisuele kunsten) heeft verworven.

Eindcompetenties
- De student kan op een gefundeerde wijze mee denken en reflecteren ten aanzien van een wetenschappelijk en/of artistiek onderzoek.
- De student toont het vermogen tot originaliteit en creativiteit in het uitbreiden van zijn kennis en in het komen tot inzichten.
- De student geeft aan wat de meerwaarde kan zijn van een samenwerking die artistieke disciplines overschrijdt en kan die meerwaarde tevens mee realiseren in een multidisciplinaire omgeving.
- De student bezit een gevorderd begrip van en inzicht in wetenschappelijke en/of artistieke kennis eigen aan een bepaald domein binnen de beeldende en/of audiovisuele kunsten.
- De student heeft inzicht in de nieuwste kennis van een specifiek gebied hierbij en kan onderzoek hierin volgen en interpreteren.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Leermaterialen zijn afhankelijk van het gekozen seminarie.

Studiekosten
Syllabus wordt ter beschikking gesteld vanuit de ateliergelden.
Student zorgt zelf voor aanschaf van eventuele handboeken.

Studiebegeleiding
Er is steeds de mogelijkheid tot een individuele afspraak met de betrokken docent.

Onderwijsvormen
Theoretische uiteenzettingen, groepsdiscussies.
Naar gelang de aanwezigheid van een gastdocent kan een seminarie ook in een andere taal verlopen.

Evaluatievorm
Voor elke leereenheid geldt standaard (tenzij anders afgesproken door docent):
een mondeling examen, eventueel voorbereid door middel van een paper.
Tweede zittijd mogelijk.
Verplichte deelname van de studenten aan de onderwijsactiviteiten.

Permanente evaluatie + twee papers.

OP-leden