MASTERPROEF ANIMATIEFILM DEEL 1
 
Wordt gegeven in Master in de audiovisuele kunsten - afstudeerrichting: animatiefilm
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 120.0
Totale studietijd [D] 232.0
Studiepunten [E] 9
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Luc Degryse
Referentie AMAKUA01A00006
 
Trefwoorden
h700-audiovisuele-kunst-film, h701-audiovisuele-kunst-animatie

Doelstellingen
De opleiding bouwt verder op de bacheloropleiding audiovisuele kunsten en beoogt de vorming tot een autonoom audiovisueel kunstenaar die zijn eigen visie/ideeën kan formuleren, onderzoeken en concretiseren.

In dit opleidingsonderdeel van de Masterproef voor de afstudeerrichtingen in de master audiovisuele kunst voor 9 studiepunten, ligt de nadruk op het voorbereiden, opstarten en de procesmatige ontwikkeling van de Masterproef.
De student:
- formuleert een inhoudelijke vraagstelling met betrekking tot het audiovisuele werk.
- doet een voorbereidend onderzoek in beeld én productiedossier.
- start de realisatie van een audiovisueel project.

In het ander opleidingsonderdeel van de masterproef (21 studiepunten) zet de student dit proces verder door op een persoonlijke en kritische manier een audiovisueel project te verwezenlijken.
De student maakt een keuze binnen één van de afstudeerrichtingen Master audiovisuele kunst: Film of Animatiefilm.

Leerinhoud
Thematisch
De masterproef is een artistiek afstudeerproject dat twee direct op elkaar betrokken componenten omvat:
a) de aanzet tot realisatie van een film of animatiefilm
Het werkproces steunt daarbij op:
- Reflectie op het eigen werk en via deze reflecties het werk bijsturen.
- Oordelen en besluiten nemen in een onzekere context.
- Onderzoek gericht op het uitbreiden van kennis en inzichten door originaliteit en creativiteit in zijn film- of animatiefilm-project te stimuleren.
- binnen het artistiek /professioneel werken leiding kunnen geven aan een groep.

b) een productiedossier
De student maakt over de twee opleidingsonderdelen van de masterproef één productiedossier.
Met een productiedossier wordt een permanente rapportage bedoeld.
Het is het verslag van het werken in mastercontext.
Het behelst een overzichtelijk gedocumenteerd en zo helder mogelijk omschreven geheel van alle relevante elementen uit het ontwikkelingsproces waarin het audiovisueel werk zich heeft gevormd.
Dit dossier is dus het relaas dat de artistieke keuzes, grafische en filmische keuzes, technologische aanwendingen, thematische referenties, beschouwende uiteenzettingen, aangeboord bronnenmateriaal, eventueel storyboard en/of scenario ... in zich verzamelt en ontsluit.
De omvang en de vorm is afhankelijk van het gekozen project.

Begincompetenties
Student bezit de eindcompetenties van de hoofdateliers uit de derde bachelor.

Eindcompetenties
Algemene competenties
1) Het opzet van alsook de aanzet tot realisatie van de masterproef getuigt van een eigen artistieke visie en een onderzoekende attitude.
De student maakt zijn artistiek onderzoek zichtbaar in zijn film of animatiefilm en/of productiedossier:
- Het werk voegt een originele bijdrage toe aan het veld van de audiovisuele kunst.
- Het werk getuigt van een ontwikkeling die in relatie staat tot de actuele dynamiek binnen het maatschappelijke en artistieke gebeuren. De student kan deze ontwikkeling tevens formuleren.
- De student is in staat om het voorbereidend werk en het productiedossier te laten aansluiten bij het inhoudelijk discours dat in het werk vervat zit.
Hij/zij kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf opzetten en in stand houden.

2) De student moet de specifiek bij het vakgebied horende vaardigheden bezitten om het eigen masterproject, in de vorm van een film of animatiefilm, te formuleren en op te zetten.
Dit blijkt onder meer uit:
- De eigen artistieke visie moet helder geformuleerd worden door de initiële opzet en intenties van het werk te beschrijven en op te volgen in het productiedossier.
- Eigen realisaties kunnen presenteren en toelichten.
- Een actieve bijdrage kunnen leveren in samenwerkingsverband met respect voor de rol en participatie van alle betrokkenen.
- Het kunnen toepassen van paradigma's in het domein van de audiovisuele kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma's in functie van de ontwikkeling van de masterproef.
- Over voldoende gedrevenheid beschikken om zich te ontplooien in het eigen vakdomein en zich te profileren als auteur.

3) De student kan de eindcompetenties van de masterproef implementeren binnen het artistieke proces van zijn afstudeerrichting.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
1) Film
De school beschikt over technisch en afwerkingsmateriaal: videocamera, klankopname materiaal, lichtmateriaal, non lineair montagemateriaal.+ eventueel eigen of gehuurd opname- en montagemateriaal.
Een eigen externe harde schijf is noodzakelijk.

2) Animatiefilm
De student zorgt voor tekenmateriaal.
De school beschikt over technisch en afwerkingsmateriaal: videocamera, klankopname materiaal, lichtmateriaal, non lineair montagemateriaal.
Een eigen externe harde schijf is noodzakelijk.

Studiekosten
De kosten zijn afhankelijk van de aard van het project.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot een persoonlijke afspraak met de docent, begeleiders

Onderwijsvormen
Werkatelier, begeleiding van mentoren.
De student werkt zelfstandig en wordt individueel opgevolgd.
Het project van de student wordt individueel of in groep besproken.

Evaluatievorm
Permanente evaluaties van het artistieke proces en een feedbackgesprek met verslag.
Eindevaluatie tijdens examenperiode waarbij zowel het artistiek werk als het proces beoordeeld wordt door de mentoren.

Algemeen :
- Verplichte deelname aan de onderwijs- en studieactiviteiten.
- Werkstukken moeten op vastgestelde data worden ingediend of gepresenteerd.
- Bij wettige afwezigheid van de student moeten de werkstukken door iemand anders worden ingediend.
- Evaluatie tijdens de 1ste examenperiode, geen 2de zittijd.

OP-leden
Mentoren.
Een praktijkdocent en een theoriedocent, gekozen door de student.
De praktijkdocent is titularis van het opleidingsonderdeel.