KUNST IN HET WERKVELD I
 
Wordt gegeven in Keuzelijst Master in de beeldende kunsten - afstudeerrichting: Mode
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 144.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 36.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Catherine Willems
Referentie AMBKUK00K00002
 
Trefwoorden
HOOx-kunst

Doelstellingen
Hedendaagse beeldende en audiovisuele kunst en design is verbonden met een breder veld van culturele en sociale praktijk.
Dit programma-onderdeel verbindt artistieke productie met het publiek domein van discussie, beeldend of audiovisueel onderzoek, productontwikkeling en vertoningspraktijk.
In een breder kader gaat de invulling van dit programma-onderdeel over 'omgaan met context in kunstbeoefening'.
Deze context vormt samen met het openbaar karakter, de confrontatie met een publiek de kern van dit opleidingsonderdeel.

Omvang van het opleidingsonderdeel: 6 studiepunten

De Master Beeldende en Audiovisuele kunst bouwt verder op de bacheloropleiding en beoogt de vorming tot beeldende kunstbeoefenaars die hun eigen visie/ideeën kunnen coördineren, structureren en concretiseren.
De student kan in het 'Masterprogramma beeldende kunst' en 'Masterprogramma audiovisuele kunst' voor 9 studiepunten opleidingsonderdelen kiezen uit 3 mogelijkheden:
1) 'Kunst in het werkveld' voor 6 of 9 studiepunten
2) 'Reflexie - en discussieplatform' voor 3 studiepunten
3) Vakken te volgen binnen de associatie. RUG- Hogeschool Gent

Indien de student kiest voor het traject 'deeltijds leren' wordt dit opleidingsonderdeel tijdens het eerste jaar gevolgd.

Leerinhoud
Thematisch
De volgende invulling is mogelijk:
- Professioneel engagement binnen de culturele gemeenschap. Opzetten en meewerken aan een kunstenproject.
- Opdrachten en/of projecten uitgaand van een partner buiten de KASK.
- Stage in een bedrijf of een culturele instelling met een omschreven taak als ontwerper of tentoonstellingsbouwer.
- Participatie aan projecten in de samenleving waar masterstudenten een artistieke invulling kunnen aan geven.

In al deze gevallen moet er een goedkeuring van het voorstel komen vanuit een verantwoordelijke docent.
De verantwoordelijke docent is coördinator master van de afstudeerrichting of de docent die titularis is van dit opleidingsonderdeel.
Samen met deze goedkeuring wordt op basis van de verwachte studielast 6 of 9 studiepunten toegekend aan het voorstel. (zie ook studiefiche kunst in het werkveld - 9 studiepunten).
Er moeten dus een aantal criteria ingevuld worden om in aanmerking te komen als invulling van een aantal studiepunten.
Niet alle criteria moeten ingevuld worden.
Dit is afhankelijk van het werkveld waarin de student functioneert.

Criteria:
- Een externe partner omschrijft de opdracht in samenspraak met de afstudeerrichting waarbinnen het voorstel 'kunst in het werkveld' kadert.
- Een afstudeerrichting Master formuleert zelf de vraag. Het gaat hier altijd over een activiteit met een openbaar karakter waarbij een interactie met een kritisch publiek beoogd wordt.
- Aansluiten op het door de student gevoerde onderzoek. Minimaal moet de keuze aansluiten op de gekozen afstudeerrichting.
- Er moet een pedagogische meerwaarde aanwezig zijn in het gekozen project. Die meerwaarde komt naar voor in die mate dat er een zinvol perspectief vervat zit in verband met hun verdere artistieke en persoonlijke ontwikkeling.
- Er moet een interactie plaatsvinden tussen de vraag van het werkveld en het antwoord dat de student op die vraag biedt.
- Er moet een onderscheid zijn tussen 'Masterproef' en 'Kunst in het werkveld'

Begincompetenties
Het beschikken over de eindcompetenties van de bachelor beeldende of audiovisuele kunsten is zéér wenselijk.

Eindcompetenties
Kerncompetenties
1) Over voldoende gedrevenheid beschikken om zich te ontplooien in het eigen vakdomein als kunstenaar, vormgever, ontwerper, film-of animatiefilmmaker of fotograaf.
2) Beeldend of audiovisueel werk maken op basis van een eigen artistieke visie.
3) Een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf kunnen opzetten en in stand houden.
onder meer:
- de student kan zijn visie/ideeën structureren en concretiseren in een dialoog met de context van het gekozen werkveld.
- de student kan samen werken in een multidisciplinaire omgeving.
- de student kan zijn project plaatsen binnen het maatschappelijke en artistieke gebeuren.
- hij heeft zijn specifiek bij het vakgebied behorende vaardigheden ontwikkeld in het werkveld.

Algemene eindcompetenties
1) De student heeft het vermogen tot kritische reflectie en creativiteit.
2) De student kan zijn werk presenteren en toelichten en kan een kritisch gesprek aangaan rond proces en resultaat.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
afhankelijk van het gekozen project/stage.

Studiekosten
afhankelijk van het gekozen project/stage.

Studiebegeleiding
Steeds mogelijkheid tot individueel gesprek, na afspraak met de docent.

Onderwijsvormen
Stages, groepsbespreking van de resultaten, individuele bespreking, projectweek, werkatelier, buitenopnames, gastcolleges.

Evaluatievorm
Permanente evaluatie onder sturende, adviserende vorm.
De student én de externe partner dienen een reflectieverslag in over zijn inbreng in het gekozen project.
De externe partner wordt bij het evaluatieproces betrokken.
De student wordt finaal geëvalueerd door de verantwoordelijke docent voor 100% van de punten.

Algemeen:
*Regelmatige aanwezigheid en inzet.
*Beantwoorden aan de gestelde deadlines voor het afwerken van opdrachten.
*De werkstukken moeten op de vastgelegde data worden ingediend of gepresenteerd.
*Er is geen uitstel mogelijk.
*In geval de student wettig verhinderd is aanwezig te zijn, zorgt hij ervoor dat het werk door iemand anders wordt binnengebracht.
*Er is geen mogelijkheid tot 2e zit.

OP-leden