TEKSTANALYSE EPIEK + OEFENINGEN 2
 
Wordt gegeven in Keuzelijst Master in het drama
Hoorcollege [A] 15.0
Werkcollege [B] 15.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 30.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Martine Clierieck
Referentie AMPODK01K00003
 
Trefwoorden
H390, tekstanalyse, hedendaagse literatuur, epiek, proza

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de theoretische vakken Tekstanalyse epiek-lyriek 1, Inleiding tekstanalyse dramatiek 1 en Literatuur 1 en 2. Aangezien spelers of beoefenaars van een vorm van dramatische kunst in staat moeten zijn tot feitelijke en persoonlijke interpretatie van literaire teksten, moeten ze de “tools” kennen en beheersen om dat te kunnen doen. Dit opleidingsonderdeel ondersteunt dan ook de praktijkvakken waarin teksten gebruikt worden, zoals stem-en spreektraining, maar vooral drama. Tegelijkertijd biedt het de studenten de mogelijkheid om ook zeer eigentijdse literatuur te interpreteren vanuit een literair-historisch referentiekader.


Leerinhoud
In dit opleidingsonderdeel ligt de klemtoon op de persoonlijke lectuur en interpretatie van hedendaagse literatuur. De geselecteerde werken worden jaarlijks aangepast en zoveel mogelijk afgestemd op de individuele én klassikale praktijkprojecten van de dramastudenten. Vanuit deze concrete lectuur wordt het eigentijdse (en dus steeds veranderende) literaire landschap in kaart gebracht. Ook de laatste ontwikkelingen in de literatuurwetenschap komen aan bod bij het verder ontwikkelen van de eigen leesmethode.


Begincompetenties
De student moet "Inleiding tekstanalyse epiek-lyriek 1" en “Literatuur 1 en 2” gevolgd hebben of over een ruime leeservaring beschikken


Eindcompetenties
Kerncompetentie:
De student is in staat de specifieke eigenschappen van hedendaagse literaire teksten te doorgronden, te interpreteren en te plaatsen in een literaire traditie evenals in een ruimere artistieke, historische, sociaal-culturele, ideologische context.
Indicatoren:
- de student heeft niet alleen een grondige kennis van de behandelde literaire werken, schrijvers en stromingen, maar beschikt ook over inzicht in het hedendaagse literaire landschap.
- de student kan op overtuigende wijze het literaire discours hanteren en persoonlijk en kritisch reflecteren (zowel mondeling als schriftelijk) over de dialoog die de hedendaagse literatuur voert met de literatuur(geschiedenis) zelf, met de auteur, de context en de lezer.
- De student heeft een leesmethode ontwikkeld die hem in staat moet stellen ook de zeer recente literatuur te verwerken in het literaire referentiekader dat hij gedurende zijn opleiding heeft opgebouwd.

Algemene competentie:
De student geeft blijk van een onderzoekende houding en beheerst steeds beter algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en wetenschappelijk verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Primaire literatuur en secundaire bronnen


Studiekosten


Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement. De docent kan op afspraak worden geconsulteerd.


Onderwijsvormen
Hoorcollege +Werkcollege
Onderzoek en exploratie


Evaluatievorm
Mondeling examen met open vragen
Paper
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode


OP-leden
Clierieck Martine