Trefwoorden bodem, klimaat, water, ecologie, geïntegreerd biologisch groepsproject
Doelstellingen De bodem is de belangrijkste productiefactor van elk land- of tuinbouwbedrijf. Een goede kennis van de bodem is daarom onontbeerlijk voor de opleiding Bachelor in de Biowetenschappen.
De doelstellingen van dit opleidingsonderdeel zijn :
- Inzicht verwerven in de bodemvormende factoren die de vorming en spreiding van bodems bepalen: klimaat, water, fauna en flora, moedermaterialen. Verder zal veel aandacht besteed worden aan de mineralogische samenstelling (vooral de kleimineralen) en de fysische eigenschappen van de bodem als groeimedium voor planten. De chemische eigenschappen worden besproken maar worden meer in detail beschreven in het opleidingsonderdeel 'Plantenvoeding en Bodembeheer', 3de jaar Bachelor in Biowetenschappen.
- Steunend op de opgedane kennis in dit opleidingsonderdeel, alsook in de opleidingsonderdelen 'Anatomie en morfologie van hoger planten', 'Plantenfysiologie', 'Algemene dierkunde' en 'Bouw en fysiologie van het dier', zullen de studenten een geïntegreerd biologisch groepsproject uitvoeren in een bepaald ecosysteem.
Leerinhoud
- Het eerste gedeelte van de cursus behandelt de bouw van de aarde met nadruk op de chemische en de mineralogische samenstelling van de aardkorst. In het hoofdstuk over de mineralogische samenstelling zal vooral de nadruk gelegd worden op de silicaten (kleimineralen).
- In het volgende hoofdstuk komen de bodemvormende factoren en processen aan bod, met nadruk op de moedermaterialen (gesteenten) en spreiding in België (geologie van België), topografie, klimaat (verschillende klimaatstypes), water (cyclus) en biologische factoren (fauna en flora, verschillende ecosystemen). Deze factoren zullen in grote mate het bodemtype en de bodemkenmerken bepalen.
- Daarna volgt de beschrijving van de bodemkenmerken, met nadruk op de fysische kenmerken (textuur, structuur, bodemwater, bodemlucht, soortelijk gewicht, schijnbaar soortelijk gewicht, totaal poriënvolume).
- Tevens wordt het ontstaan van het bodemprofiel besproken en wordt aandacht besteed aan de bodemkartering en bodemclassificatie in België, alsook de spreiding van de bodemtypes in België (laatste hoofdstuk).
- Parameters van een ecologisch systeem
Begincompetenties Eindcompetenties verworven hebben voor 'Algemene en anorganische chemie I en II', 'Anatomie en morfologie van hoger planten', 'Plantenfysiologie', 'Algemene dierkunde' en 'Bouw en fysiologie van het dier'.
Eindcompetenties
- In staat zijn om in praktijkomstandigheden zelfstandig de verschillende bodems in de gematigde streken (als Vlaanderen) in verschillende ecologische systemen te interpreteren
- In staat zijn de bodems te evalueren naar hun mineralogische samenstelling en hun morfologische en fysische kenmerken.
- Over voldoende bodemkundige basiskennis te beschikken om bodemkundige documenten (kaarten, rapporten) te kunnen interpreteren.
Algemene competentie
- Het verwerven en verwerken van informatie
- Het vermogen om relevante data te verzamelen die de oordeelsvorming over wetenschappelijke vraagstukken kunnen sturen.
- Het vermogen tot projectmatig werken
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursusnota's ‘Bodemkunde en Ecologie’ (G. Baert)
Leerboeken en softwarepaketten beschikbaar in het laboratorium.
Vele links naar websites in de cursus.
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 30.0 EUR 15 EUR (cursus)
15 EUR (verplaatsingen voor biologisch groepsproject)
Studiebegeleiding Permanente mogelijkheid tot vraagstelling, begeleidingssessies.
Onderwijsvormen
- Het theoretische gedeelte wordt aangeboden onder de vorm van hoorcolleges, in combinatie met veldwerk waar de bodem in zijn natuurlijke context behandeld wordt. De studenten dienen zelfstandig de opgedane theoretische kennis in praktijk om te zetten, i.e. de bodem te karakteriseren en te interpreteren naar zijn gebruikswaarde.
- In het ‘geïntegreerd ecologisch groepsproject’ krijgen de studenten een lijst van locaties met diverse ecosystemen. De studenten worden in studiegroepen ingedeeld en kiezen een ecosysteem. In een inleidend practicum wordt de opdracht toegelicht: karakterisatie van de bodem en inventarisatie van fauna en flora van de betreffende locatie. Eveneens dienen onderlinge verbanden besproken te worden, bv. relatie bodem en bodemgebruik, relatie bodemdrainage toestand en fauna/flora,… Tijdens de daaropvolgende weken zullen de studenten autonoom werken aan de studie van het toegewezen ecosysteem. Informatiebronnen worden aangesproken (bibliotheek, internet, bodemkaart, biologische waarderingskaart, vegetatiekaart,…). Om de goede voortgang en de groepssamenwerking te stimuleren zijn er begeleidingssessies voorzien, waarin vooral de nadruk zal gelegd worden op de integratie van de kennis rond bodemkunde, plantkunde en dierkunde in het toegewezen project. Tenslotte zal elke groep een verslag schrijven en een presentatie naar voor brengen.
Evaluatievorm
- Theorie : schriftelijk examen (open vragen)
- Groepsproject : permanente evaluatie
Wegingscoëfficient :
Raadpleeg de departementale aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling voor de specifieke modaliteiten.
OP-leden T: Geert BAERT
O: Medewerkers geïntegreerd biologisch groepsproject: F. DEBERSAQUES, V. DERYCKE, B. HEREMANS, J. MICHIELS, S. DE LAETHAUWER, H. MOTTE en G. VERLINDEN
|
|