| Wordt gegeven in |
3de jaar Bachelor in de biowetenschappen, landbouwkunde
3de jaar Bachelor in de biowetenschappen, tuinbouwkunde
Schakelprogramma tot Master in de biowetenschappen, landbouwkunde, voor Prof.Bach.agro en biotech./agro-ind, dierenz en landb
Schakelprogramma tot Master in de biowetenschappen, tuinbouwkunde, voor Prof.Bach. in agro- en biotech afst groenmgt en tuinb
|
| Hoorcollege |
[A] 36.0 |
| Werkcollege |
[B] 12.0 |
| Begel. zelfst./extern werk |
[C] 12.0 |
| Totale studietijd |
[D] 180.0 |
| Studiepunten |
[E] 6 |
| Niveau |
gespecialiseerd |
| Creditcontract? |
toegankelijk |
| Examencontract? |
niet toegelaten |
| Onderwijstaal |
Nederlands |
| Titularis |
Geert Haesaert
|
| Referentie |
BBBIOW03A00014 |
|
Trefwoorden
Gewasbescherming - fytopathologie - entomologie - herbologie
Doelstellingen
Het beperken van verliezen door plantenbeschadigers is binnen elk plantenteeltsysteem een essentieel gegeven om de teeltdoelstellingen te bereiken. Een landbouwkundige dient aldus inzicht te hebben in de levencyclus en ontwikkelingswijze van plantenbeschadigers om een gepaste bestrijdingsstrategie te ontwikkelen. Na het succesvol afwerken van de cursus hebben de studenten voldoende kennis om dit te realiseren.
Leerinhoud
De cursus behandelt de voornaamste oorzaken van kwantitatieve en kwalitatieve opbrengstverliezen. In eerste instantie worden de oorzaken besproken van de voornaamste ziekten en plagen zijnde:
- Virussen
- Bacteriën en MLO organismen
- Schimmels
- Insecten
- Mijten
- Slakken
- Zoogdieren
Per groep worden de algemene eigenschappen en de factoren die bepalend zijn voor de ontwikkeling van ziekten en plagen besproken.
In een tweede gedeelte ligt het accent op onkruidkunde waarbij de voornaamste onkruidsoorten en hun reden van voorkomen in onze teeltsystemen worden besproken.
Bij iedere oorzaak van gewasbeschadiging worden gepaste bestrijdingsstrategieën uitgewerkt met hierbij aandacht voor de parameters die de ontwikkeling- en uitbreiding van de ziekten en plagen beheersen.
Begincompetenties
Eindcompetentie van de morfologie en anatomie van planten, plantenfysiologie, algemene dierkunde, algemene chemie I en II, organische chemie, microbiologie, fytotechnie en ecofysiologie en biochemie
Eindcompetenties
- Kennis hebben van de voornaamste oorzaken van plantenziekten, -plagen en onkruiden.
- In staat zijn ziekten, plagen en onkruiden te herkennen en de noodzakelijkheid van een bestrijding in te schatten, hierbij gebruikmakend van herkenningssleutels, parate kennis en het goed gebruik van referentiematerialen.
- In staat zijn om de vooropgestelde oorzaak van een fytosanitair probleem af te toetsen aan de heersende omgevingsomstandigheden en een gepaste bestrijdingsstrategie op te stellen.
- Vakgerichte wetenschappelijke informatiebronnen kunnen inventariseren, selecteren en interpreteren.
Algemene competenties
Het verwerven en verwerken van informatie en het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen i.v.m. problemen in de gewasbescherming.
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus voor theorie en oefeningen is beschikbaar.
Referentiematerialen (boeken en gespecialiseerde websites)
Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 55.0 EUR
Syllabus : 20 EUR
Gewasbeschermingsgids fruitteelt (specifiek voor de richting fruitteelt) : 10 EUR
Studiebezoeken : 25 EUR
Studiebegeleiding
Permanente mogelijkheid tot vraagstelling
Studievoortgangstoetsen tijdens oefeningen
Onderwijsvormen
Hoorcolleges en themaseminaries (o.a. met excursies naar gespecialiseerde bedrijven en instellingen).
Oefeningen in laboratorium en op veld : aan de hand van veldbezoeken en microscopisch onderzoek wordt tijdens de oefeningen de praktische kennis van de studenten aangescherpt. Zo moeten ze op zelfstandige basis ziekten, plagen en onkruiden detecteren, de intensiteit van aantastingen inschatten, een verband leggen met schadedrempels en de effecten van bestrijdinggstrategieën vastleggen. Besproken thema's moeten geïllustreerd worden via op te zoeken wetenschappelijke literatuur. Tevens worden detectietechnieken aangeleerd (o.a. ELISA).
Evaluatievorm
- Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding; open vragen (1ste en 2de zittijd)
- Oefeningen: permanente evaluatie, rapporten en eindtoets (in geval van 2de zittijd wordt de eindtoets hernomen)
Wegingscoëfficiënten :
- Oefeningen en seminaries : 25%
Raadpleeg de departementale aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling voor de specifieke modaliteiten.
OP-leden
Theorie en seminaries: G. HAESAERT
Oefeningen en seminaries: B. HEREMANS, V. DERYCKE en K. AUDENAERT
|
|
