ZOÖTECHNIE
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in de agro- en biotechnologie - afstudeerrichting: Landbouw
1st jaar professionele Bachelor in de agro- en biotechnologie - afstudeerrichting: Dierenzorg
Hoorcollege [A] 18.0
Werkcollege [B] 12.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau inleidend
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Bart Vande Vyvere
Referentie BCAGBD01A00010
 
Trefwoorden
Fysiologie, anatomie, voortplanting, spijsvertering, spier, immuniteit

Doelstellingen
Het bijbrengen van een terdege kennis van de opbouw en de werking van het voortplantings-, spijsverterings-, spier-, en circulatiestelsel en de immuniteit van dieren als basis voor een doorgedreven doorzicht in, omgang met en begeleiding van de meest courante huisdieren (met een lichte nadruk op de voedselproducerende dieren). Deze kennis vormt de basis voor het verder inzicht in heel wat aandoeningen die zowel bij gezelschapsdieren als voedselproducerende dieren voorkomen.

Leerinhoud
  • Anatomie van het voortplantings- en spijsverteringsstelsel
  • Fysiologie van het voortplantings- en spierstelsel en het circulatiestelsel
  • Immuniteit - afweer


Begincompetenties
Voor het opleidingsonderdeel zijn als voorkennis geen specifieke competenties vereist. Kennis van biologie en algemene anatomie is een pluspunt.

Eindcompetenties
1. Inzicht en kennis hebben in de basisprincipes van de zoötechnie

Onder meer:

  • De anatomie van het voortplantingsstelsel en het spijsverteringsstelsel;
  • De werking van het voortplantings-, het spier- en het circulatiestelsel;
  • De immuniteitsmechanismen van het lichaam;
  • De opbouw van het reproductiestelsel en het spijsverteringsstelsel kunnen verklaren en de belangrijkste diersoortverschillen aanwijzen;
  • De voornaamste fysiologische processen van de voortplanting (inclusief de melkklierfysiologie), het spijsverteringsstelsel, het spierstelsel en het circulatiestelsel kunnen interpreteren;
  • De verschillende bloedcomponenten herkennen en hun relatie met de afweermechanismen kunnen verklaren.

Algemene competentie:

1. Denk- en redeneervaardigheden.
2. Verwerven en verwerken van informatie.
3. Kunnen technisch / (bio)technologisch vaardig zijn.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus, literatuur

Studiekosten
Cursus gratis

Studiebegeleiding
Lectoren kunnen tijdens en na de lessen (na afspraak) aangesproken worden voor individuele leerproblemen

Onderwijsvormen
Hoorcolleges
demonstratiepractica

Evaluatievorm
Schriftelijk examen (open en meerkeuzevragen): 18/20
Permanente evaluatie van de practica: 2/20
Deze practica kunnen niet worden herhaald tijdens tweede zittijd maar worden vervangen door een individuele opdracht.

OP-leden
Bart VANDE VYVERE - Ester STRUELENS - Elke HENDRICKX - Liesbeth DE SADELEER - Frank COOPMAN