VOEDING VAN GEZELSCHAPSDIEREN
 
Wordt gegeven in Master in de Biowetenschappen, landbouwkunde, dierenmanagement - afstudeerrichting: plantaardige en dierlijke productie
Hoorcollege [A] 24.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 12.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Dirk Fremaut
Referentie BMLBKP01A00016
 
Trefwoorden
Voeding van gezelschapsdieren

Doelstellingen
Steunend op een grondige fysiologische kennis van de verteringscapaciteit en van de verschillende groep- en productiestadia (opfok, groeifase, vermeerderingsfase en rustfase) van de voornaamste gezelschapsdieren (hond, kat, konijn, cavia, fred, reptielen, vissen ) een wetenschappelijk verantwoorde voeding formuleren, die op een economisch en ecologisch verantwoorde wijze rekening houdt met deze parameters en ze in overeenstemming brengt met de eisen die door de consument gesteld worden aan de kwaliteit van de fecaliën en het uitzicht van het dier.

Leerinhoud
Voedingsfysiologische aspecten, voederwaarderingssystemen alsook de voornaamste voedermiddelen die aangewend kunnen worden bij de formulering van rantsoenen voor de bovengenoemde klassen worden behandeld, alsook de theoretische behoeften voor resp. energie, eiwit, mineralen, vitaminen en water van groeiende, reproducerende of rustende gezelschapsdieren. Eveneens wordt aandacht geschonken aan voedingsgerelateerde gezondheidsproblemen bij deze dieren. Indien van toepassing wordt ook de voeding van presterende dieren (sport) behandeld in dit opleidingsonderdeel. In de oefeningen worden rantsoenen geformuleerd op basis van de aangebrachte kennis van de voedermiddelen, de behoefte normen en de eisen gesteld door de eigenaar of door het milieu (wetgeving). Deze oefeningen worden verwerkt via lineaire programmering (Bestmix).

Begincompetenties
Eindcompetenties verworven hebben van verteringsfysiologie + voortplantingsfysiologie van dieren, voedingsleer

Eindcompetenties
1. In staat zijn om een degelijk adviseur te zijn op gebied van de voeding van gezelschapsdieren in relatie met de specifieke behoeften of de gezondheidstoestand van het dier.
2. In staat zijn op passende wijze een voeder te formuleren of een rantsoen aan te passen volgens de noodwendigheden van een gezelschapsdier

Algemene competenties
Het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context: hij/zij is zich bewust van de beperkingen van de huidige mogelijkheden door de (nog) beperkte kennis ten gevolge van de enorme complexiteit van dit biologisch gebeuren

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursusnota's "Voeding van gezelschapsdieren”

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 25.0 EUR
Cursustekst : ± 15 EUR
Studiebezoeken: ± 10 EUR

Studiebegeleiding
Permanente mogelijkheid tot vraagstelling.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, bedrijfsbezoeken en praktische oefeningen

Evaluatievorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, beoordeling verslagen en gequoteerde oefeningen.

Wegingscoëfficient :
Theorie: 80%
Oefeningen: 20%

2de zittijd: raadpleeg de departementale aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling voor de specifieke modaliteiten.

OP-leden
Dirk FREMAUT, Elke HENDRICKX, Nicolas WULLEPIT