Trefwoorden b420-voeding, b680-volksgezondheid, b680-epidemiologie, h390-algemene-en-vergelijkende-literatuurstudie, s274-methodologie-van-het-wetenschappelijk-onderzoek, h105-bibliografie, p160-statistiek, p175-informatica, b110-biometrie, b470-fysiologie
Doelstellingen Het realiseren van een afstudeerproject is één van de kwalificatievereisten vermeld in het KB (19 febr. ‘97) dat de uitoefening van het beroep van diëtist regelt. In Art. 3 staat vermeld dat het beroep van diëtist slechts mag worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarde: “Het maken van een werk dat in verband staat met de opleiding en waaruit blijkt dat de betrokkene in staat is tot een analytische en synthetische activiteit in het vakdomein en dat hij zelfstandig kan werken”.
De studenten moeten in staat zijn:
- een (recente en relevante) literatuurstudie uit te voeren en deze op een duidelijke en professionele manier te registreren,
- een onderzoek uit te voeren in samenwerking met mensen uit het werkveld,
- op een persoonlijke manier de resultaten van het onderzoek te verwerken, schriftelijk weer te geven, te verklaren en te verdedigen.
Leerinhoud Praktische richtlijnen naar inhoud en vorm met individuele begeleiding.
Individuele en desgevallend klassikale feedback na evaluatie van de ingeleverde stukken.
Richtlijnen in verband met evaluatie, verloop van de voorstelling en de verdediging van het afstudeerproject.
Begincompetenties Leerinhouden van het 1ste en 2de modeltraject professionele bachelor Voedings- en dieetkunde. Voor deze opleidingsonderdelen moet de student een credit behaald hebben, gedelibereerd zijn of een vrijstelling bekomen hebben op basis van EVK of EVC.
Eindcompetenties 1. Het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
Onder meer:
- Kunnen zoeken naar verbanden tussen de verschillende probleemstellingen.
- Kunnen uitwerken van oplossingen voor complexe opdrachten en hiervoor actief gebruik kunnen maken van de noodzakelijke informatiebronnen.
- Kunnen opnemen van de eigen verantwoordelijkheid en tijdig een beslissing kunnen nemen inzake de te volgen weg.
- Kunnen ontwikkelen van nieuwe ideeën en deze uitproberen.
- Kunnen ontwikkelen van alternatieven en bedenken van nieuwe toepassingsgebieden voor bestaande concepten.
- Kunnen flexibel de eigen werkmethode aanpassen indien nodig.
2. Teamgericht kunnen werken
Onder meer :
- Actief luisteren naar anderen.
- Actieve aanwezigheid op de teambijeenkomsten.
- De gemaakte afspraken respecteren.
- Besteden van aandacht aan de opmerkingen die andere teamleden aanbrengen.
- Spontaan problemen kunnen bespreken met anderen;
Algemene competenties:
1. Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken.
Onder meer:
- In staat zijn een oplossing schematisch voor te stellen.
- De eigen gedachtegang gestructureerd kunnen weergeven.
- Leggen van contacten met docenten en desgevallend medestudenten.
- In staat zijn een reflectieverslag en een theoretisch verslag op te stellen, hierbij een correct taalgebruik hanterend en de spelling in acht nemend.
- Anticiperen op en zelfstandig bewaken van de voortgang van gemaakte afspraken en plannen.
- Kunnen geven van een presentatie van het bereikte resultaat.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: "Richtlijnen afstudeerproject" en aanvullende nota's bij de richtlijnen Wetenschappelijke documentatie en methodologie van het eerste studiejaar en Wiskundige en statistische vorming en toegepaste informatica van het tweede jaar.
Syllabus te verkrijgen via de departementale cursusdienst.
Studiekosten Syllabus: ± 30 bladzijden max € 1,00
Afstudeerproject (zeven exemplaren en twee elektronische versies op rewritable-CD): afhankelijk van het volume (aantal bladzijden gemiddeld 100) en desgevallend aantal vragenlijsten (print, kaft, kopijen), dagboeken, telefoonkosten, foto's, ... .
Verplaatsingskosten
Verplaatsings- en verblijfsonkosten in geval van realisatie van het afstudeerproject in het buitenland.
.
Studiebegeleiding De student wordt permanent begeleid door een promotor van de Hogeschool en desgevallend door externe copromotors (niet Hogeschool personeel) of copromotors (Hogeschool personeel). Tijdens vooraf vastgestelde periodes overlegt de student met de promotor (zie richtlijnen ter zake in de syllabus!). De vorderingen van de student worden geëvalueerd aan de hand van de projectmap, door middel van een standaardevaluatieformulier.
De student overlegt op regelmatige tijdstippen met de externe-/copromotors. Ook op deze afspraken houdt de student de projectmap ter beschikking. De student houdt de promotor op de hoogte van de contacten met de andere begeleiders en van het verloop van die besprekingen.
Om een vlotte begeleiding te garanderen moet de student zich aan de in de richtlijnenbundel opgenomen afspraken en deadlines houden.
Onderwijsvormen Begeleid zelfstandig leren: dialectische methode namelijk individuele begeleiding van het onderzoek en het schrijfproces via leergesprek, autonome activiteiten.
Aanvullend: informatie-aanbiedende methode namelijk doceermethode.
Evaluatievorm De promotor is verantwoordelijk voor de beoordeling en verantwoordelijk voor het toekennen van de punten (zoals gemeld in de Departementale aanvullingen bij de OER van de Hogeschool Gent). Voor de beoordeling wordt de promotor geadviseerd door copromotors en externen/juryleden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een permanente evaluatie van het jaarwerk door de promotor en externe-/copromotors en een waardering van het product door de promotor, externe-/copromotors en jury. Ter afsluiting wordt het afstudeerproject geëvalueerd tijdens de openbare voorstelling en verdediging, in aanwezigheid van de voorzitter, de promotors, externe- en/of copromotors, juryleden en leden van de examencommissie. Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van een evaluatieformulier. De evaluatie houdt verband met zelfsturing, werkhouding, vorm, inhoud, presenteren en verantwoording.
De studenten moeten zich houden aan de afspraken in verband met vorm, inhoud en inleverdeadlines, zoals weergegeven in de bundel "Richtlijnen afstudeerproject".
Puntenverdeling
Permanente evaluatie van het jaarwerk: 70/200 (rekenkundig gemiddelde) van de evaluaties van:
- promotor: waarvan 50% eerste versie (35/200) en 50% tweede versie (35/200)
- externe copromotors/copromotors
Productevaluatie:
- Finale versie: 80/200 (rekenkundig gemiddelde) van de evaluaties van promotor, externe copromotor/copromotor en jury
- Verklaring/Voorstelling/Presentatie: 20/200 (rekenkundig gemiddelde) van de evaluaties van de betrokkenen bij de voorstelling
- Verantwoording/Verdediging: 30/200 (rekenkundig gemiddelde) van de evaluaties van de betrokkenen bij de ondervragingTweede zittijd is mogelijk.
OP-leden Nele CALLEWAERT
Stefaan DE HENAUW
Willem DE KEYZER
Debbie DEVENYN
Silke MEULEWAETER
Marijke SEGERS
Ruth TERWECOREN
An VANDENHAUTE
Mia VERSCHRAEGEN
|
|