Trefwoorden b-420 voeding
Doelstellingen Stage in de voedingsindustrie behoort tot het aanbod binnen het opleidingsonderdeel keuzevak.
De student kan kiezen voor een stage in de voedingsindustrie met betrekking tot levensmiddelenanalyse, productontwikkeling of –innovatie, handelsvertegenwoordiging, kwaliteitscontrole, voedselveiligheid, … .
Leerinhoud De leerinhouden worden opgemaakt in functie van het bedrijf waar stage gelopen wordt.
Begincompetenties Het niveau van het opleidingsonderdeel is ‘gespecialiseerd’. Bijgevolg kan dit opleidingsonderdeel enkel in een individueel traject opgenomen worden na goedkeuring door de opleidingscommissie die de begincompetenties van de student zal evalueren op basis van een door hem/haar ingediend dossier.
Competenties verbonden met het eerste en tweede jaar professionele bachelor in de voedings- en dieetkunde.
Eindcompetenties 1. Efficiënt kunnen functioneren binnen de voedingsindustrie
Onder meer:
- Op gepast wijze op mondelinge en schriftelijke wijze kunnen rapporteren/communiceren naar de doelgroep.
- Op een nauwkeurige wijze data kunnen verzamelen (bij hygiënecontrole, labotest,…) en interpreteren
- Kunnen interpreteren en communiceren van wetenschappelijke informatie, wetgeving….
- Wetenschappelijke informatie en wetgeving in de praktijk kunnen omzetten.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Richtlijnenbundel over de stageverlenende instelling met inbegrip van stagerichtlijnen en -doelstellingen
informatiebrochure/site van de instelling
werkprocedures, handleidingen en documenten van de stageverlenende instelling/dienst
stagedocumenten (Dokeos)
Studiekosten Eventuele verplaatsingskosten.
Studiebegeleiding Na afspraak.
Onderwijsvormen Begeleid zelfstandig leren
Evaluatievorm De stageactiviteiten en het stageverslag worden geëvalueerd en gequoteerd: 50% stageactiviteiten en 50% stageverslag. De evaluatie gebeurt op het einde van de stageperiode.
Zowel de eindevaluatie van de stageactiviteiten als het stageverslag en de gevalsstudies resulteren in het toekennen van een algemene beoordelingscode. De 6 beoordelingscodes (van AA t.e.m. E) worden toegelicht op het stage-evaluatieformulier.
Ze zijn gekoppeld aan de volgende eindwaarderingen:
“uitmuntend” AA
“onderscheidt zich” A
“goed” B
“voldoende” C
“zwak” D
“onvoldoende” E
De besprekingen van de stageactiviteiten en het stageverslag gaan door na afspraak met respectievelijk de stagementor en de stagebegeleider. Het niet opmaken van een stageverslag volgens de afgesproken deadline (zie richtlijnenbundel) resulteert in een onvoldoende voor dit onderdeel en dus voor het opleidingsonderdeel.
De stagebegeleider bepaalt de uiteindelijke quotatie en is tevens de verantwoordelijke t.a.v. de examencommissie. Evaluaties van stagementoren zijn adviserend. Bij verwijzing naar de 2de zittijd wordt het stagecijfer in principe ongewijzigd overgedragen.
OP-leden Nele CALLEWAERT
|
|