PRACTICUM SAMENLEVING EN POLITIEK
 
Wordt gegeven in 1st jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Hoorcollege [A] 2.0
Werkcollege [B] 10.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 54.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Karen Celis
Referentie HBBEST01A00021
 
Trefwoorden
Politiek, politieke wetenschappen

Doelstellingen
Het practicum beoogt studenten vertrouwd te maken met het zoeken, verwerken, synthetiseren en analyseren van politicologische teksten die handelen over een actueel politicologisch thema. Het doel is zowel de studenten vertrouwd te maken met academische concepten, inzichten en onderzoeksmethoden als vaardigheden bijbrengen op het vlak van zoeken, verwerken, synthetiseren, analyseren en presenteren van politiek wetenschappelijke literatuur.

Leerinhoud
In het practicum wordt een actueel politicologisch probleem in de diepte bestudeerd. Het thema dat onder de loep wordt genomen omsluit verschillende deelaspecten en bijgevolg ook verschillende politicologische deelstudies en publicaties. Het thema en de geselecteerde politicologische teksten sluiten maximaal aan bij de Belgische politieke realiteit en de wetenschappelijke focus van de politicologische gemeenschap in België en Vlaanderen.

Studenten leren wetenschappelijke teksten op te zoeken, te begrijpen, te synthetiseren en er op een wetenschappelijke wijze naar te refereren.

Begincompetenties
De competenties van de opleidingsonderdelen Inleiding Politicologie en Politieke Geschiedenis (Ba 1 BPM) moeten in voldoende mate verworven zijn. Indien dit niet het geval is, moeten deze opleidingsonderdelen opgenomen worden in het geïndividualiseerde curriculum.

Eindcompetenties
Kerncompetenties:
1) Kunnen omgaan met wetenschappelijke bronnen
Onder meer:
- Politiek wetenschappelijke teksten kunnen opzoeken en er correct naar refereren
- Politiek wetenschappelijke teksten kunnen analyseren, schematiseren, synthetiseren, begrijpen en toepassen
- Kritisch kunnen omgaan met bronnenmateriaal
- Het verwerven en verwerken van informatie: over de nodige vaardigheden beschikken om de weg naar het schrijven van een wetenschappelijke paper af te leggen.
- Op een correcte manier kunnen refereren naar wetenschappelijke bronnen
- Kunnen rapporteren: het resultaat van het groepswerk in de vorm van een eenvoudige academische paper kunnen gieten
- Kritische vragen kunnen stellen over de behandelde materie
2) Kennis en inzichten uit de opleidingsonderdelen Inleiding tot de Politieke Wetenschappen en Politieke Geschiedenis toepassen op maatschappelijke en politieke thema’s.

Algemene competenties:
Het vermogen om op een elementaire wetenschappelijke wijze te communiceren over een maatschappelijk en politicologisch thema.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Een reader die ter beschikking wordt gesteld via Dokeos.

Studiekosten
Geen

Studiebegeleiding
Begeleiding via gemeenschappelijke sessies, monitoraat op aanvraag per groep en tussentijdse feedback.
Begeleide bibliotheekbezoeken.

Onderwijsvormen
Voor dit opleidingsonderdeel is het noodzakelijk de onderwijsactiviteiten bij te wonen.

1. Paper: groepswerk en individueel werk op basis van een reader
Na een beperkt aantal hoorcolleges werken de studenten eerst in groep en nadien individueel aan een paper aan de hand van een reader. In de reader zijn teksten opgenomen die een actuele politicologische thematiek behandelen. De concrete vraagstelling die de paper moet behandelen, wordt eveneens door de docenten aangereikt.
Een eerste verwerking van de teksten gebeurt in groepen van vier studenten. Deze werkvorm biedt de mogelijkheid om van elkaar leren via gemeenschappelijke besprekingen van de literatuur. De periode van het groepswerk loopt tot aan de paasvakantie. Aan het begin van de week voor de paasvakantie dient elke groep een ‘paperschema’ in. Hierop krijgt elke groep een grondige feedback. Groepen kunnen dat paperschema vervolgens nog gemeenschappelijk verbeteren.
Na de bespreking (en eventuele verbetering) van het paperschema start de fase van het individueel uitwerken van de paper. Op het einde van het semester dient elke student dus een paper in waarvan hij/zij de enige auteur is. Ook de kritische commentaren op de paper van een medestudent en de bibliografische nota zijn individuele werkstukken.
2. Kritische commentaren
Op het einde van het semester worden de papers via Dokeos uitgewisseld. Elke student krijgt een paper van één medestudent op basis waarvan hij/zij minimum drie en maximum vijf kritische commentaren en/of vragen opstelt.
3. Bibliografische nota
Daarnaast gaan studenten op zoek naar een krantenartikel en een wetenschappelijk artikel die aansluiten bij de thematieken die in de reader worden behandeld. Ter voorbereiding hiervan vinden er bibliotheekbezoeken plaats tijdens dewelke ook het zoeken naar bronnen wordt geoefend.
4. Referentienota
Na een hoorcollege gewijd aan het wetenschappelijk refereren, zal elke student gevraagd worden om de foute referenties in een tekst en bibliografie te corrigeren en waar nodig aan te vullen. Deze referentienota (individueel werkstuk) wordt samen met het paperschema (groepswerk) ingediend voor de paasvakantie. De gecorrigeerde versie zal daarna ter beschikking gesteld worden zodat studenten zelf kunnen nagaan of ze het correct refereren onder de knie hebben.

Evaluatievorm
Studenten worden geëvalueerd op basis van
1) de eindversie van de paper (20/30); op de tussentijdse versie (‘paperschema’) kan de student één punt winnen of verliezen. De evaluatiecriteria die bij het beoordelen van de paper gehanteerd zullen worden, zijn: 1) volledigheid; 2) inzicht in de onderlinge samenhang; 3) correct gebruik van de concepten; 4) structuur van de paper; 5) referenties; 6) taal en stijl.
2) de kritische commentaren op basis van een paper van een medestudent (5/30). Deze kritische commentaren worden beoordeeld op basis van bovenstaande evaluatiecriteria. (de student geeft aan wat goed of minder goed is en waarom).
3) de bibliografische nota (5/30). De bibliografische nota refereert naar een krantenartikel en een wetenschappelijk artikel volgens de regels van de kunst. Het bevat een korte samenvatting van het wetenschappelijk artikel en een toelichting, die de relatie tussen het opgezochte artikel en het thema van de reader (of een deelaspect ervan) helder aantoont.
4) de referentienota: Bij het ontbreken van de referentienota wordt 1 punt afgetrokken.

Wanneer 1 cruciaal onderdeel ontbreekt (hetzij paper, kritische commentaren, bibliografische nota) kan men niet slagen (= afwezig) voor het practicum.

De opdracht in de tweede zittijd varieert naargelang de prestatie tijdens de eerste zittijd. De student kan gevraagd worden om 1) een deel van de paper te verbeteren; en/of 2) een nieuwe paper te becommentariëren; en/of 3) een nieuwe bibliografische nota op te maken. (afhankelijk van de tekorten). De punten van de onderdelen waarvoor geslaagd worden overgenomen naar de 2de zittijd.

OP-leden
Karen Celis
Bram Wauters