DUITS - NIVEAU 3
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Hoorcollege [A] 6.0
Werkcollege [B] 18.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 18.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Liesbet Van Herreweghe
Referentie HBBEST03K00046
 
Trefwoorden
2de vreemde taal: Duits, Duitse taalkunde

Doelstellingen
De doelstelling van dit derde en laatste luik van het opleidingsonderdeel 'Duits als 2de vreemde taal' is de consolidatie en verdere verruiming van de taalvaardigheid, van de woordenschat en van de kennis van de grammatica via theorie en geïntegreerde oefeningen in spreek-, schrijf-, luister- en leesvaardigheid. Op deze manier moeten de studenten zich in het Duits – eenvoudig maar correct - schriftelijk en mondeling kunnen uitdrukken. Ook moeten zij op een elementair niveau gesproken en geschreven Duits kunnen begrijpen

Leerinhoud
De inhoud van deze cursus kan worden opgedeeld in vier aspecten:
1) onderhoud en uitbreiding van de beheersing van de in de voorgaande jaren verworven grammatica: o.m. het werkwoord (conjunctief, passief), het betrekkelijk voornaamwoord, het adjectief (zelfstandig gebruikt adjectief, trappen van vergelijking), het substantief (het zwakke substantief), de voegwoorden. Dit gebeurt via theorie en geïntegreerde oefeningen, met nadruk op de contrastieve aspecten Nederlands-Duits;
2) onderhoud en verruiming van een brede passieve en actieve basiswoordenschat in het algemeen en een politiek-economische basiswoordenschat in het bijzonder;
3) kennis van land en volk: (o.a.) de staatsstructuur en grondwettelijke instellingen van de BRD;
4) verhoging van:
a) de luister- en spreekvaardigheid: o.a.
- zakelijk telefoneren: uitgaande van audio-opnames van telefoongesprekken worden woordenschat en zinsstructuren (Redemittel) systematisch ingeoefend. Tijdens simulatie-oefeningen en zelfstandige opdrachten kunnen de studenten in de praktijk brengen wat ze tijdens de colleges geleerd hebben;
- rapporteren en presenteren: o.m. begrijpen, samenvatten en becommentariëren van een actueel onderwerp uit Duitstalige publicaties uit de politieke, sociale of economische sfeer;
- mondelinge communicatie in voornamelijk zakelijke sociale en beroepsgerichte situaties (onder meer d.m.v. dialogen en gespreksbouwstenen);
b) de lees- en schrijfvaardigheid: o.a.
- inleiding tot de zakelijke correspondentie;
- uitgaande van een recente jobadvertentie: zichzelf kunnen voorstellen (schriftelijk) als voorbereiding op een sollicitatiegesprek;
- uitgebreide schriftelijke samenvatting en bewerking van Duitstalige publicaties uit de politieke, sociale of economische sfeer, met het oog op een presentatie (Referat) hierover.

Begincompetenties
De competenties van het opleidingsonderdeel Duits niveau 2 (2de bachelor BPM) moeten in voldoende mate verworven zijn. Goede kennis van het Nederlands is noodzakelijk omwille van de contrastieve aanpak (Nederlands – Duits).

Eindcompetenties
Kerncompetentie:
1) Uitdiepende geïntegreerde productieve en/of receptieve beheersing van het Duits.
Onder meer:
- enerzijds de geziene grammatica en anderzijds de algemene en de eenvoudige beroepsgerichte basiswoordenschat praktijkgericht kunnen toepassen;
- in staat zijn om op een elementair niveau sociale contacten te leggen (algemeen en beroepsgericht);
- beroepsgerichte vergaderingen, presentaties en discussies kunnen volgen en begrijpen;
- in staat zijn om zijn mening op een eenvoudige maar correcte manier te formuleren.
2) Het kritisch kunnen lezen, begrijpen, samenvatten en parafraseren van een Duitstalige publicatie uit de politieke, sociale of economische sfeer

Algemene competenties:
1) Het vermogen tot communiceren van informatie in de Duitse taal:
- in staat zijn om een vereenvoudigd referaat te geven over het gekozen thema (incl. presentatie);
- in staat zijn om een mening op een eenvoudige maar correcte manier te formuleren.
2) Intercultureel bewustzijn: enkele relevante algemene aspecten van en interculturele verschillen m.b.t. het leven in Duitsland kennen en deze kunnen duiden.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
1. Een door de docente samengestelde syllabus met:
- theorie en schema’s m.b.t. grammatica en woordenschat;
- oefeningen m.b.t. grammatica en woordenschat;
- lijsten met woordenschat (Duits - Nederlands) e.d.m.;
- gespreksbouwstenen (Redemittel) voor algemene en beroepsgerichte communicatieve situaties (zakelijk telefoneren – zakelijke correspondentie);
- teksten uit Duitstalige tijdschriften, kranten of andere media.
2. Zelfstudiepakket:
- in de syllabus: (ev.) facultatieve oefeningen (met modeloplossingen), lijsten met woordenschat;
- oefeningen op computer met het softwarepakket ScaLa (informaticalokaal HABE);
- boek: G. FORST, Thematische woordenschat Duits. Intertaal: Amsterdam / Antwerpen (2007). Pag. 294-435. [ISBN 90 5451 0560]

Studiekosten
Raming: ± 5 EUR (syllabus) en ± 20 EUR (leerboek).
Opgelet: het leerboek van de voorgaande jaren (G. Forst: Thematische woordenschat Duits) wordt verder gebruikt.

Studiebegeleiding
-Het stellen van vragen tijdens, voor of na de les wordt sterk aangemoedigd;
- Referat: mogelijkheid tot individuele bespreking van de schriftelijke samenvatting met het oog op een goede herwerking en een goede voorbereiding van de presentatie;
- Individuele begeleiding (indien nog nodig): op afspraak.

Onderwijsvormen
- Combinatie van hoorcolleges (theorie) en werkcolleges (geleide oefeningen) in kleine groep waarbij van de studenten een uiterst actieve deelname wordt verwacht. Zo kan de geziene leerstof efficiënt en praktijkgericht worden verwerkt (klassikaal, d.m.v. groepsopdrachten en individueel). Tevens kunnen zo de vier vaardigheden (spreek-, schrijf-, luister- en leesvaardigheid) intensief worden ingeoefend.
- In dit laatste deel van de opbouwcursus zijn regelmatig en grondig instuderen, herhalen en oefenen van de geziene leerstof nog steeds van essentieel belang.
- Verhoogde toename van het zelfstandig werk (individueel en d.m.v. groepsopdrachten). De zelfstudietijd is afhankelijk van de eerder verworven kennis, de eigen inzet en het assimilatievermogen van de individuele student, maar bedraagt gemiddeld 66 uur.

Evaluatievorm
Eerste examenzittijd:
Enerzijds is er permanente evaluatie (± 40%), gepland op diverse momenten in het semester met name de evaluatie van de schriftelijke en mondelinge opdrachten (o.a. Referat en dialogen);
Anderzijds is er het schriftelijk examen (± 60%) op het einde van het semester. Het schriftelijk examen bestaat o.m. uit vertaalzinnen (N→D) en Duitse invulzinnen. Tevens moet een modeldialoog geschreven worden.

Tweede examenzittijd: enerzijds schriftelijk examen (± 75%) dat uit dezelfde onderdelen als in de eerste examenzittijd bestaat, anderzijds vervangende maar gelijkaardige schriftelijke en mondelinge opdrachten (i.p.v. de permanente evaluatie tijdens het semester,25%).

OP-leden
Liesbet VAN HERREWEGHE