Wordt gegeven in |
3de jaar Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. netwerkec./bedrijfsmgmt
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. soc.wk/toeg.psych./ortho
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor Bach. in handelswetenschappen
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. Maatschappelijke Veiligheid
Bachelor in de bestuurskunde en het publiek management, voor P.B. bedrijfsman.: Rechtspraktijk
Schakel tot de master in de bestuurskunde en het publiek management voor professionele bachelors, O.O. voor P.B. in bedrijfsmanagement en de netwerkeconomie
Schakel tot de master in de bestuurskunde en het publiek management voor professionele bachelors, O.O. voor pBa. in bedrijfsmanagement afstud. rechtspraktijk
Schakel tot de master in de bestuurskunde en het publiek management voor professionele bachelors, O.O. voor professionele bachelor Maatschappelijke Veiligheid
|
Hoorcollege |
[A] 36.0 |
Werkcollege |
[B] 0.0 |
Begel. zelfst./extern werk |
[C] 24.0 |
Totale studietijd |
[D] 180.0 |
Studiepunten |
[E] 6 |
Niveau |
gespecialiseerd |
Creditcontract? |
toelating nodig |
Examencontract? |
toelating nodig |
Onderwijstaal |
Nederlands |
Titularis |
Bram Verschuere
|
Referentie |
HBBEST03K00047 |
|
Trefwoorden Social profit sector, Subsectoren: welzijnssector, onderwijssector, socio- culturele sector, gezondheidssector. , Analyse op macro-, meso-, en microniveau, Macroniveau: omvang en betekenis van sector op nationaal en internationaal niveau, Mesoniveau: relatie sector en overheid, Microniveau: management van social profit organisaties
Doelstellingen De relevantie van dit opleidingsonderdeel ligt in het feit dat de social profit sector steeds belangrijker wordt in het publieke domein. Social profit organisaties werken steeds vaker samen met de overheid om publieke diensten te leveren, en worden steeds vaker ingeschakeld in het publieke domein (dienstverlening en beleidsvorming). Daarom is het belangrijk dat studenten bestuurskunde en publiek management kunnen kennismaken met deze sector. Bovendien vormt deze sector een belangrijke afzetmarkt voor afgestudeerden van de opleiding bestuurskunde en publiek management. De student dient voldoende inzicht te ontwikkelen in de social profit sector, en dit op drie niveaus:
-Macro: overzicht van de verschillende social profit subsectoren en hun omvang (nationaal en internationaal), theorie over ontstaan van nonprofit sector, en inzicht in de logica achter de organisatie van de sector (publiek en privaat initiatief), de institutionele inbedding van de sector (bevoegdheidsverdeling en vigerende regelgeving) en de actuele ontwikkelingen in de sector.
-Meso: inzicht in de relatie overheid – social profit sector, inschakeling van social profit sector in publieke domein, een aandachtspunten bij uitbesteding publieke dienstverlening aan de sector
-Micro: inzicht verwerven over vraagstukken van de organisatie en het management van individuele organisaties uit de social profit sector (performance, governance, HRM, resources, …)
Leerinhoud Theorie
Macro
- Definitie en plaatsbepaling van de social profit sector
- Theorieën van de social profit sector
Meso
- Relatie tussen overheid en social profit sector en de rol van de social profit in de openbare ruimte
- Beleid, uitdagingen en ontwikkelingen
Micro
- Management van social profit organisaties
Toepassing theorie op sectoren
Kennismaking met de belangrijkste social profit subsectoren, hun beleidsuitdagingen en ontwikkelingen, en managementvraagstukken in hun organisaties:
- De welzijnssector
- De gezondheidssector
- De socio- culturele sector
- De onderwijssector
- Nieuwe maatschappelijke uitdagingen
Praktijkoefening
Het begeleid zelfstandig voeren van een onderzoek naar de belangrijkste managementvraagstukken voor social profit organisaties.
Begincompetenties
De competenties van de volgende opleidingsonderdelen moeten in voldoende mate verworven zijn:
-Inleiding management (1ste bachelor BPM)
-Inleiding bestuurs- en beleidskunde (1ste bachelor BPM)
-Management in de publieke sector (2de bachelor BPM)
-Beleidskunde hoorcollege (2de bachelor BPM)
Eindcompetenties Kerncompetenties
-Inzicht hebben in de organisatie en werking van de social profit sector en haar organisaties.
-Vanuit dit inzicht kritisch kunnen reflecteren over uitdagingen en ontwikkelingen binnen de welzijnszorg en het welzijnsbeleid
Algemene competentie:
1) In staat zijn tot het initiëren van probleemgestuurd onderzoek
- Zelfstandig managementvraagstukken in social profit organisaties kunnen analyseren, op een wetenschappelijk onderbouwde manier
- het vermogen om de relevante data/informatie te verzamelen die de oordeelsvorming over managementvraagstukken in de social profit sector kunnen sturen
- toepassen van onderzoeksmethoden en –technieken
- het formuleren van een oplossing op de onderzoeksvraag op basis van de onderzoeksresultaten.
2) Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen in de vorm van een paper.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus + Reader met relevante literatuur
Hand-outs van de lessen (slides)
Lesnota’s
Studiekosten Kosten voor het kopiëren van de cursus en de reader
Studiebegeleiding Vraagstelling mogelijk tijdens de lessen en individueel (na afspraak).
Feedbackmoment (klassikaal) naar aanleiding van de praktijkopdracht
Onderwijsvormen Het seminarie omvat een mix aan onderwijsvormen:
Hoorcolleges (door docenten en gastsprekers)
Probleemgestuurde opdracht (met veldwerk: afnemen interviews)
Begeleide zelfstudie (zelfstudie teksten die in de les worden besproken)
Evaluatievorm Het schrijven van een paper: rapportage over onderzoeksopdracht (10/20)
Mondeling examen: feedback paper, kennis theoretische inzichten door middel van open vragen (10/20)
De titularis zal bij een examencijfer van 7 of minder op 20 voor een onderscheiden evaluatieonderdeel van het opleidingsonderdeel afwijken van het gewogen gemiddelde voor de toekenning van de eindscore. De eindscore wordt dan herleid tot de laagste score die de student heeft behaald op de onderscheiden evaluatieonderdelen.
In tweede zittijd wordt er geëvalueerd door middel van een mondeling examen en/of een herwerkte paper (afhankelijk van waar het tekort zich bevindt). De punten van het onderdeel waarvoor de student geslaagd is, worden overgenomen.
Studenten met een examencontract: paper en mondeling examen. Gelieve bij de start van het academiejaar contact op te nemen met de titularis voor de opdracht.
OP-leden Bram Verschuere
|
|