Trefwoorden Duits, Duitse taalkunde
Doelstellingen In dit eerste luik van het opleidingsonderdeel 'Duits als 2de vreemde taal' moeten de studenten een basiskennis van en basisvaardigheid in het Duits opbouwen zodat zij zich d.m.v. eenvoudige zinnen weliswaar beperkt maar correct schriftelijk in het Duits kunnen uitdrukken. Tevens moeten zij op een elementair niveau gesproken en geschreven Duits kunnen begrijpen. Studenten komen immers terecht in een internationale omgeving waarin vreemde talenkennis onontbeerlijk is. Bovendien is Duitsland de belangrijkste handelspartner van zowel België als Vlaanderen.
Leerinhoud De inhoud van deze cursus kan worden opgedeeld in vier aspecten:
1. woordvorming en basisgrammatica (deel 1): inleiding tot de voornaamste grammaticale structuren van de Duitse hoofdzin (basissysteem naamvallen; inleiding op de vervoeging van het werkwoord (O.T.T, O.Tk.T., gebiedende wijs); het gebruik en de verbuiging van lidwoorden, adjectief en substantief; voornaamwoorden; hoofdtelwoorden), met nadruk op de contrastieve aspecten Nederlands-Duits;
2. uitspraak en spelling;
3. basiswoordenschat (deel 1);
4. bouwstenen (Redemittel) voor elementaire communicatieve situaties (algemeen en beroepsgericht): inleiding (o.a. begroeten, zichzelf en iemand anders voorstellen, afscheid nemen, danken, zich verontschuldigen)
Begincompetenties Een algemene opleiding middelbaar onderwijs volstaat. Er wordt geen specifieke voorkennis Duits vereist: er wordt m.a.w. "vanaf nul" gestart zodat alle studenten - ongeacht hun vooropleiding in het middelbaar onderwijs - dit opleidingsonderdeel kunnen kiezen.
Goede kennis van het Nederlands is noodzakelijk omwille van de contrastieve aanpak (Nederlands – Duits).
Eindcompetenties Geïntegreerde actieve beheersing van de geziene basisgrammatica en basiswoordenschat om zo een goede basis voor communicatievaardigheid in het Duits te bereiken. Onder meer:
- Beheersen van de aangereikte basiswoordenschat Duits en basisgrammatica Duits;
- Kunnen toepassen van elementaire grammaticale regels Duits;
- In staat zijn om op een elementair niveau gesproken en/of geschreven Duits te begrijpen;
- in staat om zich op een elementair niveau schriftelijk uit te drukken in het Duits.
Algemene competenties
Het vermogen van communiceren van elementaire informatie in de Duitse taal: in staat zijn om vertalingen te maken (N→D) en Duitse zinnen te vervolledigen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: 1. Een door de docente samengestelde syllabus met:
- theorie en schema’s m.b.t. basisgrammatica, uitspraak en spelling,
- oefeningen m.b.t. uitspraak en spelling, basisgrammatica en basiswoordenschat;
- lijsten met woordenschat (Duits - Nederlands);
- gespreksbouwstenen (Redemittel) voor elementaire communicatieve situaties: inleiding.
2. Zelfstudiepakket:
- onder voorbehoud: G. FORST, Thematische woordenschat Duits. Intertaal: Amsterdam/Antwerpen (2008), p. 12-151. [ISBN 90 5451 0560]
- in de syllabus: extra oefeningen op basisgrammatica en -woordenschat (met bijhorende modeloplossingen), lijsten met woordenschat e.d.m.
Te bekomen via de cursusdienst
Studiekosten Raming: ong. 20 euro (voor het leerboek)
Studiebegeleiding - het stellen van vragen tijdens, voor of na de les wordt sterk aangemoedigd;
- feedback op het tussentijdse examen over de tot dan toe geziene grammatica en woordenschat (deelname hieraan is verplicht): d.m.v. dit tussentijds examen moeten de studenten zichzelf beter kunnen inschatten en weten waar ze op hun individueel leertraject staan. Tevens krijgen de studenten hierdoor een duidelijk beeld over opbouw en evaluatie van het schriftelijk examen.
- individueel monitoraat (indien nog nodig): op afspraak.
Onderwijsvormen - Combinatie van hoorcolleges (theorie) en werkcolleges (geleide oefeningen) in kleine groep gedurende in totaal 12 lessen (= 24 uur). Hierbij wordt van de studenten een actieve deelname verwacht: zo wordt de geziene leerstof efficiënt en praktijkgericht verwerkt (individueel en klassikaal).
- In deze opbouwcursus zijn regelmatig en grondig instuderen en oefenen van de geziene leerstof van essentieel belang.
- De zelfstudietijd is afhankelijk van de eerder verworven kennis, de eigen inzet en het assimilatievermogen van de individuele student, maar bedraagt gemiddeld 66 uur.
Evaluatievorm Eerste examenzittijd: enerzijds permanente evaluatie aan de hand van de tussentijdse toets (± 15%), anderzijds een schriftelijk examen (± 85%) op het eind van het semester. Zowel het tussentijds examen als het eindexamen bestaan o.m. uit invul- en vertaalzinnen.
Tweede examenzittijd: enkel een schriftelijk examen (100%) dat op dezelfde wijze is opgesteld als in de eerste examenzittijd.
Student met examencontract: 100% schriftelijk examen (zowel 1ste als 2de zittijd)
OP-leden Liesbet Van Herreweghe, Bruno Geldof
|
|