Trefwoorden Didactische stages
Doelstellingen De stage beoogt de student de nodige startbekwaamheid als leraar secundair onderwijs te doen verwerven. Door praktijkervaring op te doen, worden de theoretisch opgedane kennis en vaardigheden (onder meer uit Vakdidactiek en Leren en instructie) in een reële schoolomgeving en klassituatie ingeoefend.
Leerinhoud De stage omvat het participeren aan het schoolleven van het secundair onderwijs / CVO, onder begeleiding van een stagementor (dit is de leraar / lerares secundair onderwijs / CVO) en de docent didactische stages.
In het bijzonder bestaat de stage uit de volgende onderdelen:
o Opdracht 1: Luisterlessen te volgen door de student
- 2 luisterlessen in de 3e graad ASO
- 2 luisterlessen in de 3e graad TSO
- 2 luisterlessen in de 3e graad BSO
- 2 luisterlessen in de 2e graad ASO
- 2 luisterlessen in de 2e graad TSO
- 2 luisterlessen in CVO
o Opdracht 2: Stagelessen te geven door de student
- 10 stagelessen in de 3e graad ASO
- 10 stagelessen in de 3e graad TSO
- 8 stagelessen in de 3e graad BSO
- 10 stagelessen in de 2e graad ASO
- 8 stagelessen in de 2e graad TSO
- 6 stagelessen in CVO / Hoger onderwijs KT
o Opdracht 3: Samenstellen van een stagebundel bestaande uit de verslagen van deze activiteiten.
Begincompetenties Competenties vakdidactiek 1 en 2.
Alvorens de student met de stage kan starten, moet de student het opleidingsonderdeel Vakdidactiek I en Vakdidactiek II gevolgd hebben of volgen. Een minimale aanwezigheid van 80% in deze lessen is daarbij noodzakelijk. Bovendien moet de student, voordat de stage kan worden aangevat, op een bevredigende wijze een proefles hebben gegeven tijdens de lessen Vakdidactiek I.
Eindcompetenties De student moet in staat zijn een leerstofitem uit het secundair onderwijs / CVO op een gestructureerde wijze, met aandacht voor de didactische principes en met oog voor een aangepaste werkvorm, over te brengen aan leerlingen uit het secundair onderwijs / CVO. Hierbij worden de volgende competenties nagestreefd:
De leraar als begeleider van leerprocessen
• in staat zijn om doelstellingen te kiezen en operationeel te formuleren in aansluiting op de beginsituatie van de leerlingen.
• leerinhouden en leerervaringen selecteren, structureren en vertalen in opdrachten rekening houdend met de beginsituatie van de leerlingen, de maatschappelijke relevantie en het belang in de opbouw van het vakgebied.
• een aangepaste methodische aanpak en evaluatiemethode hanteren.
• realiseren van een krachtige leeromgeving.
De leraar als opvoeder
• een positief leerklimaat creëren.
• emancipatie van de leerlingen bevorderen.
• door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.
• actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.
De leraar als inhoudelijk expert
• domeinspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden, verdiepen en kunnen aanwenden.
De leraar als organisator:
• een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
• een soepel en efficiënt les- en/of dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning.
• op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
• een stimulerende en werkbare klasruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen.
De leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
• vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
• het eigen functioneren bevragen en bijsturen.
De leraar als lid van een (school)team
• de eigen pedagogische en didactische opdracht en aanpak bespreekbaar maken.
Algemene competenties:
• beslissingsvermogen en verantwoordelijkheidszin: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook verantwoordelijkheid voor opnemen.
• kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen.
• leergierigheid: actief zoeken naar situaties om de competenties te verbreden en verdiepen.
• organisatievermogen: taken zodanig plannen en coördineren dat het beoogde doel op een efficiënte wijze kan bekomen worden.
• creatieve gerichtheid: op een innovatieve manier gestalte geven aan onderwijs- en ontwikkelingsactiviteiten.
• Flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden
• Gerichtheid op adequaat en correct taalgebruik en communicatie.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Alle noodzakelijke educatieve uitgaven (leerplannen, handboeken, brochures…) afhankelijk van de verschillende lesonderwerpen. De nodige instructies met betrekking tot de stage worden verschaft in de stagebundel.
Studiekosten Tussen 25 en 100 euro voor kopieerkosten en verplaatsingsonkosten. Door de student de vrije keuze te geven in de keuze van de stagescholen, worden de verplaatsingsonkosten tot een minimum herleid.
Studiebegeleiding De studenten kunnen voor de uitwerking van hun lesvoorbereiding of bij eventuele problemen steeds terecht bij de docent. Om eventuele problemen snel te detecteren, moet de student voor de aanvang van elke stageles de lesvoorbereiding doorsturen (elektronisch). De docent zal eveneens een aantal lessen bijwonen waarna een uitgebreide bespreking volgt
Onderwijsvormen Luisterstages/observatiestages
Ervaringsstage/doestage
Gedetailleerde richtlijnen en noodzakelijke afspraken worden besproken in de lessen vakdidactiek.
Voor dit opleidingsonderdeel is het noodzakelijk de onderwijsactiviteiten bij te wonen, alle stages en bijhorende opdrachten af te werken.
Evaluatievorm De student wordt gevolgd door de docent en stagementoren. In de vorm van een permanente evaluatie wordt een beoordeling gemaakt van de lesvoorbereidingen, het lesgeven en de ingediende verslagen. De beoordeling ligt in handen van de docent die hiervoor advies vraagt bij de stagebegeleiders.
Er is geen 2de zittijd mogelijk.
OP-leden Peter Druyts
|
|