Trefwoorden stage, publiek management, bestuurs- en beleidkunde, praktijkervaring
Doelstellingen De stage wil de tijdens de opleiding aangereikte kennis en vaardigheden verder verfijnen en verdiepen via praktijkgerichte ervaring en wil een brug vormen tussen theorie en praktijk. De stage sluit dan ook goed aan bij het studietraject dat de student tot dan toe heeft afgelegd. Door het afstemmen van de stage op de door de student in zijn/haar opleiding gemaakte keuzes (qua bestuursniveau en beleidsdomein) kunnen er synergetische leereffecten ontstaan.
De student leert correct te rapporteren over uitgevoerde opdrachten en leert kritisch analyseren en reflecteren over zijn eigen aanpak.
Leerinhoud De stage geeft de student een realiteitsgetrouw inzicht in de verschillende functie-/jobinhouden waarin afgestudeerden van de opleiding bestuurskunde en publiek management kunnen terechtkomen. Daarnaast dient tijdens de stage ook een concrete en afgelijnde opdracht van bestuurskundige aard uitgevoerd te worden zodat een reële bijdrage aan de organisatie kan geleverd worden.
Begincompetenties Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden master BPM.
Eindcompetenties Kerncompetenties:
1) In staat zijn om zich vlot in te werken in de organisatie:
-Inzicht hebben in het functioneren van de organisatie.
-kennis hebben van de belangrijke actoren in en rondom de organisatie
-In staat zijn om functioneel samen te werken met collega’s & leidinggevenden
2) kritisch kunnen reflecteren over de organisatie waarin men functioneert (koppeling tussen kennis, inzichten en concepten en de praktijk) en over eigen werk in die organisatie.
3)autonoom kunnen functioneren in een organisatie: zelfstandig uitvoeren van opdracht(en) in opdracht van de stageorganisatie.
4)zelfstandig kunnen redigeren van een eindrapport: Synthetisch schrijven van een rapport.
Algemene competenties:
1) Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen zowel aan specialisten als aan leken:
Onder meer:
-een bondig schriftelijk rapport kunnen schrijven.
-op de stage sociaal vaardig kunnen omgaan met o.a. collega’s,…
2) Kunnen omgaan met de onzekerheid en grenzen van de kennis en de vaardigheid ontwikkelen tot het initiëren van probleemgestuurd onderzoek.
Onder meer:
- Kunnen opzetten van een praktijkonderzoek
-de opdracht goed kunnen plannen en die planning volgen en bewaken
-gebruik maken van geëigende dataverwerkingstechnieken
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Stagenota, stagereglement, stagecontract (en bijhorende documenten) worden ter beschikking gesteld van de studenten.
Studiekosten Afhankelijk van de stageplaats: vervoerskosten van en naar de stageplaats.
Studiebegeleiding Begeleiding stageproces door stagecoördinator/titularis (dit is de verantwoordelijke binnen HABE), HABE-begeleider en de stagebegeleider (dit is de persoon binnen de stageorganisatie) onder de vorm van goede voorbereiding (afbakenen zinvolle en haalbare opdrachten) en tussentijdse opvolging.
Begeleiding bij het schrijven van het stagerapport door de HABE-begeleider uit de opleiding (vormelijk en vooral procesmatig, met inhoudelijke ondersteuning) en stagebegeleider (inhoudelijk).
Onderwijsvormen De stage duurt 20 werkdagen. De planning van deze werkdagen is samen te bepalen met de stageorganisatie. De stage zal ten vroegste aanvangen bij het begin van het zomerreces van het jaar waarin de student zich zal inschrijven voor de Master BPM. De stage kan dus afgerond worden voor de officiële start van het academiejaar in kwestie. Eén week na het afronden van de stage dienen de studenten hun eindrapport in. Alle eindrapporten moeten voor het kerstverlof ingediend zijn.
Evaluatievorm Na afloop van de stage bezorgt de student(e) de stage-organisatie en de opleiding een stagerapport met de resultaten van en reflecties over het geleverde werk. Hiervoor beschikt de student(e) na afloop van de stage nog over anderhalve week ‘schrijftijd’ om zijn/haar stagerapport af te werken. Nadat alle partijen dit stagerapport hebben kunnen doornemen wordt het tijdens een afrondend evaluatiegesprek besproken door de student(e), de habe-begeleider, de stagebegeleider en de titularis/stagecoördinator.
Beoordeling stage en stagerapport. Volgende elementen worden beoordeeld:
Stage: Attitudes en vaardigheden, proces en product
o Algemene vaardigheden en attitudes tijdens de stage
o Inzicht in en aanpak van de opdracht
o Kwaliteit en kwantiteit van de output en het eindproduct
Stagerapport:
o Volledigheid en juistheid van de schriftelijke neerslag over het opdrachtproces en het opdrachtresultaat
o Redactionele kwaliteit van het stagerapport
Het eindcijfer komt tot stand door overleg en na beraadslaging van het stageteam dat bestaat uit de stagecoördinator, de stagebegeleider en de HABE-begeleider. Het cijfer wordt door de titularis vastgelegd.
Als de student in eerste zittijd een cijfer onder de 10/20 krijgt zal de titularis na overleg met het stageteam de modaliteiten voor een vervangopdracht die gelijk staat met een weging van 6 studiepunten vastleggen. Deze worden de student(e) meegedeeld tijdens de feedback na de deliberatie van de eerste zittijd. De titularis evalueert de student(e) in de tweede zittijd.
OP-leden Diederik Vancoppenolle
|
|