Trefwoorden Organische Chemie
Doelstellingen
In het tweede jaar komt de organische of koolstofchemie aan bod. Levende materie, sommige materialen, geneesmiddelen en vele andere producten zijn immers opgebouwd uit verbindingen met koolstof als hoofdelement.
Vooreerst wordt de basiskennis van de organische chemie bijgebracht. De studenten dienen een besef te hebben van de opbouw en de benaming van de diverse (klassen van) verbindingen, dienen de (organisch-) chemische basisprincipes en wetmatigheden te kennen en moeten een inzicht hebben in de omzettingsmogelijkheden tussen de klassen. Dit alles moet zowel theoretisch als tijdens de oefeningen kunnen worden toegepast.
In een tweede deel wordt de student(e) bewust gemaakt van het belang van de organische chemie in het leven van alledag. De bespreking van enkele vrij courante organische verbindingen in de diverse beroepsgebieden dient dit te ondersteunen. Er wordt echter ook kort gewezen op de complexiteit van vele (organisch-) chemische milieus, waaruit een beoogde verbinding slechts door doorgedreven analyse kan worden afgezonderd en/of geïdentificeerd.
Leerinhoud
Theorie
Koolwaterstoffen, functionele groepen en naamgeving; polariteit, zuur-base gedrag, elektronenverdeling, structuureffecten; soorten organische reacties; eenvoudige functie-omzettingen; bespreking van enkele courante organische verbindingen; overzicht structuuranalyse en scheidingsmethodes.
Theoretische oefeningen
Hier worden de basisbegrippen en de concepten uit de theoriecursus verder getraind en eigen gemaakt aan de hand van talrijke voorbeelden en oefeningen.
Begincompetenties
De student moet voldoende kennis hebben van de algemene en anorganische chemie. De specifieke problematiek i.v.m. organische verbindingen en molecules wordt echter vanaf het begin aangebracht.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om theoretische en praktische inzichten uit de organische of koolstofchemie correct te hanteren binnen ingenieurswetenschappelijke probleemstellingen.
(SCA1)
Onder meer:
- Inzicht hebben in de opbouw en de benaming van de diverse (klassen van) verbindingen;
- Kennis hebben van de (organisch-) chemische basisprincipes en wetmatigheden;
- Inzicht hebben in de omzettingsmogelijkheden tussen de klassen;
- In staat zijn voorgenoemde kennis toe te passen;
- Inzicht hebben in het belang van de organische chemie in het leven van alledag;
- Inzicht hebben in de complexiteit van vele (organisch-) chemische milieus, waaruit een beoogde verbinding slechts door doorgedreven analyse kan worden afgezonderd en/of geïdentificeerd.
Algemene competentie 1:
In staat zijn om blijvend kritisch en wetenschappelijk te denken en te redeneren (AC1)
Onder meer:
In staat zijn om milieu-, kwaliteits- en veiligheidsbewust met chemische producten om te gaan (AC6).
Algemene competentie 2:
In staat zijn om wetenschappelijk disciplinaire inzichten zelfstandig en in teamverband toe te passen op wetenschappelijke problemen (AIC1).
Onder meer:
- In staat zijn om (theoretische) oefeningen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen (AC5)
- In staat zijn om relevante bestaande basistheorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken (tijdens de oefeningen) (AIC2)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus beschikbaar.
'Organische Chemie', Vakgroep chemie; meest recente uitgave; ong. 110 blz.
Verduidelijkingen en achtergrondinformatie, die tijdens de les worden gegeven, dienen door de student (naar eigen inzicht) zelf genoteerd te worden en vormen mee het studiemateriaal.
Cursus gebaseerd op "Organische Chemie", Prof. H.E. Hilderson, I.H.R.-C.T.L., 1990 (met akkoord).
Bijkomende (facultatieve) literatuur:
*"Introduction to Organic Chemistry", Streitwieser, Publ. Mc Millen, 1992
*"Organic Chemistry", Volhardt; Publ. Frieman, 1997
*"Organic Chemistry", Solomons; Publ. Wiley & Sons.
*"A Textbook of Practical Organic Chemistry", A. Vogel; Publ. Longman.
Studiekosten
Cursus ong. € 2,70
Studiebegeleiding Na de meeste hoofdstukken zijn extra probleemstellingen voorzien, waarbij het inzicht in de behandelde begrippen en theorieën kan aangescherpt worden. Studenten kunnen, na afspraak, individueel of in groep, bij de betrokken docent terecht voor bijkomende uitleg en/of oefeningen.
Onderwijsvormen
Tijdens contacturen: hoorcollege en geleide theoretische oefeningen.
Buiten contacturen: na de meeste hoofdstukken zijn extra probleemstellingen voorzien, waarbij het inzicht in de behandelde begrippen en theorieën aangescherpt wordt. Van de student wordt verwacht dat hij deze theoretische oefeningen zelfstandig maakt ter voorbereiding van het examen.
Evaluatievorm
Theorie : 84 % : schriftelijk examen na afloop van cursus : open vragen en oefeningenopgaven m.b.t. de cursus en de lesnota's.
Theoretische oefeningen (permanente evaluatie en test): 16 %
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend. Deze regeling treedt in voege vanaf het academiejaar 2005-2006
OP-leden
PAUL VANHEE
|
|