1. Het bijbrengen van inzicht in meetmethoden met moderne apparatuur (totaalstations, GPS)
2. Bijbrengen van inzicht in satellietplaatsbepaling (GPS, Galileo, GLONASS, Egnos, …), met nadruk op de werkingsprincipes van GPS en recente ontwikkelingen (RTK, FLEPOS, …).
3. Referentiesystemen: de student wordt vertrouwd gemaakt met een aantal basisbegrippen van de geodesie, het tot stand komen van en het verband tussen de meest gebruikte geodetische referentiesystemen in ons land.
4. In de loop van het jaar maken de studenten intensief gebruik van totaalstations als middel om gegevens (gecodeerd) te verzamelen en punten uit te zetten. De meetgegevens worden verwerkt met software die speciaal voor dit doel op de markt wordt gebracht.

Partim GIS I
Verwerven van inzicht in de geografische informatiesystemen.
Aanleren van basisvaardigheden met betrekking tot het verwerken en bewerken van ruimtelijke data en de mogelijkheden tot het gebruik ervan als beslissingsondersteunend instrument.

1. Meten en uitzetten met totaalstations: werking van totaalstations, speciale functies.
2. Satellietplaatsbepaling: GPS: opbouw, basisprincipes, meetmethoden, foutenbronnen, recente ontwikkelingen i.v.m. GPS, GLONASS, Galileo e.a., correctiesystemen, overzicht van GNSS, werking van FLEPOS.
3. Referentiesystemen: basisbegrippen, lokale en globale referentiesystemen, geodetisch datum, coördinatensystemen en hun onderling verband, het tot stand komen van en het verband tussen de meest gebruikte geodetische referentiesystemen in ons land, het Belgisch altimetrisch referentiesysteem
4. In de loop van het jaar maken de studenten intensief gebruik van totaalstations als middel om gegevens te verzamelen en punten uit te zetten. De meetgegevens worden verwerkt met software die speciaal voor dit doel op de markt wordt gebracht. Hierbij wordt aandacht besteed aan gecodeerde metingen met het oog op het efficiënt genereren van opmetingsplannen.

1. Doel van een GIS, begrippen en definities, de componenten en basisfuncties van een GIS, ruimtelijke gegevensstructuren, kaartlagen, digitaliseren van ruimtelijke informatie, visualisatie en bevragingsmogelijkheden, ruimtelijke en attribuutanalyse, soorten kaarten en hun gebruik, kaartonderdelen, kwaliteit van de gevens.
2. In de labo's worden de basisfunctionaliteiten van een GIS ingeoefend aan de hand van een reeks typische GIS toepassingen. (ArcView)

• In staat zijn om met behulp van totaalstations efficiënte terreinopmetingen uit te voeren en punten uit te zetten
• In staat zijn om landmeetkundige software te gebruiken om een gecodeerde opmeting om te zetten in een correct opmetingsplan
• In staat zijn om te beslissen welke meettechniek en welk instrumentarium kan aangewend worden in een bepaalde context

• In staat zijn om de basisfuncties van een GIS-pakket (ArcGIS) te beheersen
• In staat zijn om een GIS op een correcte wijze te gebruiken om ruimtelijk gebonden gegevens te combineren en visualiseren ter ondersteuning van beslissingen.
• In staat zijn om cartografisch correcte kaarten te produceren

• In staat zijn om nieuwe technieken, relevant voor het landmeetkundig toepassingsgebied in de ruimste zin, te beoordelen en indien wenselijk vlot te implementeren.
• In staat zijn om wetenschappelijke en technische inzichten inzake topografie en GIS zelfstandig en in teamverband toe te passen op wetenschappelijke en/of ingenieurstechnische problemen en eveneens in staat zijn om daarover duidelijk en efficiënt te communiceren.

• In staat zijn om beschikbare gegevens te beoordelen op hun kwaliteit, hun relevantie en consistentie met het oog op combinatie en analyse ervan in een GIS-omgeving en bovendien in staat zijn daarover efficiënt te rapporteren.

Nederlandstalige cursus, lesnota's, handleidingen, verduidelijking bij de opdrachten worden ter beschikking gesteld via de elektronische leeromgeving.
Gebruikte software: Pythagoras + software eigen aan de gebruikte toestellen.

Referenties:
In de cursus zijn referentielijsten opgenomen
http://www.ngi.be
http://www.agiv.be

De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen: topografie II - theorie, topografie II - labo, GIS I - theorie, GIS I - labo) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.