Trefwoorden Digitale elektronica, Microprocessoren, Microcontrollers, Computer, P170, P175, T120
Doelstellingen Inzicht verwerven in de opbouw van hedendaagse computersystemen, dit zowel wat hardware, software als randapparaten betreft.
Nieuwe onderdelen voor een computersysteem hardware- en softwarematig kunnen installeren, fouten kunnen analyseren en eenvoudige stuurprogramma's kunnen ontwikkelen voor een klassieke PC.
Leerinhoud - Architectuur van een microprocessor: datapad, registers, ALU, timing en sequentiering, pipelining, caches, stackmachines.
- Studie van de 8051 microcontroller: Architectuur, adresseringsmethoden, instructieset, structuur I/O-poorten, , Interrupts, timers/counters, seriele communicatie met de 8051.
- Compileren, statisch en dynamisch linken.
- Werking van computervoedingen (SMPS).
- Bespreking van de diverse geheugentypes.
- Werking en aansturing van randapparaten:
• vaste schijven bekeken vanuit een besturingssysteem (RAID, JBOD, overzicht van diverse bestandssystemen (FAT, NTFS))
• vaste schijven fysisch bekeken (codeerschema’s (FM, MFM, RLL, PRML), cylinder/head skewing, zoned bit recording, low level formattering)
• optische opslagmedia (CD, DVD, Blu-ray en HD-DVD)
• tape-opslagmedium (QIC, TRAVAN, DAT/DDS, SDLT en LTO)
• grafische adapters
• moederborden en de daarbijhorende I/O-bussen (ISA, PCI, PCIe, AGP).
- Werking en beschrijving van de meest courant gebruikte PC-interfaces: (S)ATA, SCSI, SAS, USB en IEEE-1394.
Begincompetenties Eindcompetenties verworven in digitale elektronica, Informatica II
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om verschillende vormen van hedendaagse programmeertechnieken, -omgevingen en -talen in theorie te kunnen verwerven en die vlot in de praktijk te kunnen toepassen. (SC2)
Onder meer:
- In staat zijn om relevante wetenschappelijke- en technische informatie via diverse infobronnen en m.b.t. computerhardware in te zamelen en te verwerken. (AC2)
- In staat zijn om bepaalde opdrachten, zoals het programmeren van de 8051 Microcontroller, op zelfstandige basis uit te voeren. (AIC1)
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om met de kennis van de architectuur en de componenten van moderne computersystemen de hardware te programmeren. (SC5)
Onder meer:
In staat zijn om de architectuur van een computer voldoende te begrijpen om een bepaald technisch probleem (hardware-software) op te lossen.
Algemene competentie 1:
In staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren. (AC1)
Algemene competentie 2:
In staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en/of theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Eigen syllabus en volgend referentiemateriaal:
• A.S. Tanenbaum, Gestructureerde computerarchitecture
• D.A. Patterson & J.L. Hennessy, Computer organisation and design
• Scott Mueller, Upgrading and repairing PC's
Studiekosten € 60
Studiebegeleiding Uitleg van de docenten onmiddellijk na de les of na afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges
Labosessies
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen (64%)
Labo: permanente evaluatie (36%)
De beoordeling en de berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel gebeurt via het gewogen gemiddelde volgens de hierboven vermelde coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken:
• Computerperiferie
• Systeemarchitectuur
• Labo computerhardware
7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Jan Beyens, Wim Van den Breen
|
|