Trefwoorden kunstmatige intelligentie, neurale netwerken, P170, P175, T120
Doelstellingen De cursus geeft een inleiding tot het vakgebied van de kunstmatige intelligentie. Hierbij krijgt de student een overzicht op de verschillende gebieden van kunstmatige intelligentie, waarbij we dieper ingaan op een aantal belangrijke technieken.
Leerinhoud Volgende onderwerpen worden behandeld:
Kunstmatige intelligentie.
• Algemeen overzicht. Verschillende uitgangspunten, technieken en toepassingen.
• Zoeken in zoekruimten. Heuristieken.
• Expertsystemen. Eenvoudige systemen. Werken met onzekerheid. Frames.
• Actieve regelbanken.
• Genetische algoritmen.
• Vergelijking tussen biologische neurale netten, klassieke programma's en kunstmatige neurale netten.
• Associatieve geheugens.
• Classificatieproblemen. Het herkennen van deelgroepen van een verzameling gegevens. Leren met en zonder voorbeelden van geklasseerde gegevens (supervisie). Verschillende vormen van netwerken met supervisie: lineaire en niet-lineaire classificatie.
• Methodes zonder supervisie.
• Mogelijke toepassing: schema van een vertalend netwerk.
Begincompetenties Eincompetenties verworven in Wiskunde I en II, Algoritmen I (eventueel samen te volgen).
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om kennis en inzicht te verwerven in de domeinen van wetenschappelijk onderzoek in de informatica, zoals de technieken die verband houden met kunstmatige intelligentie. (SC10)
Onder meer:
In staat zijn om wetenschappelijke paradigma's binnen hun grenzen toe te passen. (AWC2)
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om verschillende vormen van hedendaagse programmeertechnieken, in het bijzonder in verband met kunstmatige intelligentie, in theorie te kunnen verwerven en die vlot in de praktijk te kunnen toepassen. (SC2)
Onder meer:
In staat zijn om gevorderde en meer specifieke algoritmen te implementeren en toe te passen. (SC8)
Kerncompetentie 3:
In staat zijn om relevante nieuwe technologieën en/of theorieën te leren kennen, te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
Onder meer:
In staat zijn om complexe problemen adequaat op te lossen. (AC3)
Algemene competentie 1:
In staat zijn om blijvend creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen. (AC1)
Algemene competentie 2:
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie over kunstmatige intelligentie adequaat te verzamelen en te verwerken. (AC2)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus
Studiekosten € 5,00
Studiebegeleiding Uitleg tijdens theorieles of na afspraak
Onderwijsvormen Hoorcollege
Evaluatievorm Mondeling examen
OP-leden Jan Cnops
|
|