Trefwoorden Gelijkstroommachines, transformatoren, draaiveldmachines, vermogenselektronica, elektrische aandrijftechniek, convertoren, mutatoren, invertoren, hakkers, choppers
Doelstellingen Deze cursus heeft tot doel de studenten inzicht te laten verwerven in de werking en het gedrag van de basismachines in de elektrotechniek. Er wordt vooral aandacht besteed aan de vervangingsschema's van deze machines, teneinde deze te kunnen toepassen bij de berekening van belastingsgevallen van deze machines. Daarnaast wordt een inleiding gegeven betreffende de werking van de verschillende elektronische energie-convertoren, welke gebruikt worden bij de controle van deze elektrische machines, nadat de gebruikelijke halfgeleiderschakelaars bestudeerd werden. Er wordt ook aandacht besteed aan vermogenmetingen in éénfasige en driefasige wisselstroomnetten. In het labo dient de student voeling te krijgen met de verschillende basismachines en de elektronische energie-convertoren. Er wordt de nadruk gelegd op de aansluiting van deze machines en energie-convertoren, hun karakteristieken en gedrag in praktijksituaties.
Leerinhoud Vermogenmetingen in éénfasige en driefasige netten.
Elektrische machines:
- gelijkstroommachines: opbouw, werking, e.m.s. en koppel, ankerreactie, commutatie, energie-omzetting, karakteristieken.
- transformatoren: equivalent schema, magnetisch circuit, nullast- en kortsluitwerking, parallelwerking, meerfasige transformatoren.
-inductiemotoren: ontstaan magnetisch draaiveld, equivalent schema, koppel en energie-omzetting, stroomdiagram.
- synchrone machines: opbouw en werking, e.m.s., ankerreactie, equivalent schema, koppel van de synchrone machine met gladde rotor, synchrone machine met uitspringende polen.
Vermogenselektronica:
-halfgeleiderschakelaars: diode, transistoren (BJT, MOSFET, IGBT), thyristor.
-gestuurde gelijkrichters: enkelzijdige éénfasige mutator: ohms en ohms-inductief belast, volgestuurde B2-mutator ohms-inductief belast, volgestuurde driefasenthyristorbrug ohms en ohms-inductief belast. -wisselstroominstellers: fase-aansnijding, periodesturing.
-hakkers of choppers: werkingsprincipe, soorten sturingen, ohms en ohms-inductieve belasting, gechopte weerstand. -invertoren: 180° en 120° invertor, PBM.
Begincompetenties De eindcompetenties van Elektronica (2Ba EM) moeten bereikt zijn.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
De student moet in staat zijn om elektromechanische aandrijfsystemen te bestuderen en in dienst te nemen. (SC4)
Onder meer:
Grondige studie van de werking van de verschillende elektrische machines en transformatoren
Inzicht hebben in de werking van de verschillende halfgeleiderschakelaars en energie-convertoren
Kerncompetentie 2:
De student moet in staat zijn elektrische meetinstrumenten en -systemen te gebruiken. (SC11)
Algemene ingenieurscompetentie 1:
De student moet in staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten zelfstandig en i teamverband toe te passen op wetenschappelijke en ingenieurstechnische problemen. (ACI1)
Algemene ingenieurscompetentie 2:
De student moet in staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
Algemene competentie 1:
De student moet in staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken. (AC2)
Algemene competentie 2:
De student moet in staat zijn om informatie, ideeën, problemen en oplossingen - in het bijzonder wetenschappelijke en technische - adequaat te communiceren en te rapporteren zowel aan leken als aan specialisten. (AC4)
Algemene competentie 3:
De student moet in staat zijn om problemen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen. (AC5)
Algemene competentie 4:
De student moet in staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen. (AC1)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: -Syllabus Elektrische Machines
-Elektronische vermogencontrole Deel 1: Vermogenelektronica (ISBN 90-382-0657-7)
Studiekosten €29
Studiebegeleiding Persoonlijk contact, na de les of na afspraak met de docent, is steeds mogelijk om de individuele problemen i.v.m. de leerstof toe te lichten of uit te klaren.
Onderwijsvormen Theorie: hoorcolleges en het maken van theoretische oefeningen onder begeleiding. Labo: In het labo wordt gewerkt in kleinere groepen studenten die onder begeleiding de eigenschappen en het gedrag van de verschillende machines en elektronische energie-convertoren in een proefopstelling onderzoeken
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) en oefeningen met open boek.
Labo: gedeeltelijk onder vorm van permanente evaluatie (inzet, medewerking,...) alsook door het maken van een schriftelijke en praktische proef.
Wegingscoëfficiënt: theorie: 40%, labo: 60%.
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten.
Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Luc Deweerdt
Paul Van der Haeghen
Christof Dauwels
|
|