Trefwoorden Chemische ingenieurstechnieken
Doelstellingen De student leert (de in de cursus behandelde) eenheidsbewerkingen en chemische reactoren in de chemische procesindustrie te beschrijven, berekenen, ontwerpen en optimaliseren.
De student moet bovendien heel duidelijk de fysisch-chemische grondslagen van deze eenheidsbewerkingen kunnen weergeven.
Leerinhoud Het vak handelt over stoftransport, destillatie, absorptie, vloeistof-vloeistof extractie, vast-vloeistof extractie, drogen–bevochtigen, adsorptie, ionenwisseling, kristallisatie, chemische reactoren.
Begincompetenties Competenties verworven in de chemische basisopleidingen, fysicochemie I en II en chemische ingenieurstechnieken I.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om industriële chemische productieprocessen te ontwerpen en te bewaken (SC4).
Onder meer:
- In staat zijn complexe problemen adequaat op te lossen (AC3).
- In staat zijn om onderzoeksmethoden en technologieën adequaat aan te wenden en te ontwikkelen (AWC1).
- In staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten toe te passen op complexe ingenieurstechnische problemen (AIC1).
- In staat zijn om relevante nieuwe technologieën en/of theorieën te leren kennen, te assimileren, te implementeren en te gebruiken (AIC2).
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om gevorderde disciplinaire chemisch technologische kennis te verwerven en specifieke praktijkvaardigheden te beheersen (SC5).
Onder meer:
- In staat zijn om kennis en inzichten uit te breiden op een creatieve en originele wijze (AWC3).
Algemene competentie 1:
In staat zijn om blijvend creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen (AC1).
Algemene competentie 2:
In staat zijn om informatie, ideeën, problemen en oplossingen betreffende chemische ingenieurstechnieken adequaat te communiceren zowel met leken als met vakgenoten (AC4)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus.
Studiekosten ca 10 euro
Studiebegeleiding Op afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, theoretische oefeningen, labo's, bedrijfsbezoek.
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Theoretische oefeningen: testen
Labo’s: permanente evaluatie + test
Wegingscoëfficiënt:
Theorie: 57%
Oefeningen: 43%
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Jeriffa De Clercq, Sofie Delanoye, Evelien Van de Steene, Pieter Vermeir
|
|