Trefwoorden Webapplicaties, .NET-plafform, J2EE, Databanktoegang vanuit applicaties, XML-technologieën, P170, P175, T120
Doelstellingen Het kennen en gebruiken van de belangrijkste XML-technologieën. Kunnen beoordelen in welke situaties welke technologie aangewezen is.
De basisprincipes van databanktoegang vanuit applicaties kennen en kunnen toepassen in Java en C#, gebruik makend van de JDBC en ADO.NET-bibliotheken.
Een webapplicatie ontwikkelen in het J22E- en het .NET-platform.
Leerinhoud XML
- XML en namespaces
- DTD en XML schema
- XSL, XSLT en XPath
- andere XML-technologieën zoals XLink, XPointer, XQuery, XForms, ...
- DOM en SAX
- Gebruik van XML
Databanktoegang vanuit applicaties
- JDBC
- C#
- ADO.NET
Webapplicaties
- HTTP-protocol
- Servlet-programmatie
- JavaServer Pages
Begincompetenties Eindcompetenties verworven in Computernetwerken I, Objectgericht Programmeren en Ontwerp, Gegevensbanken I (eventueel samen te volgen).
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
In staat zijn om principes van softwareontwerp toe te passen met het oog op productie, onderhoud en kwaliteit. (C3)
Onder meer:
- In staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren. (AC1)
- In staat zijn om een grote programmeeropdracht te analyseren en goed gestructureerd op te lossen.
Kerncompetentie 2:
In staat zijn om verschillende vormen van hedendaagse programmeertechnieken, -omgevingen en -talen in theorie te kunnen verwerven en die vlot in de praktijk te kunnen toepassen. (C3)
Onder meer:
- In staat zijn om externe informatie (bv. artikels op internet, tutorials, API-documenten, ...) te begrijpen en toe te passen bij de oplossing van een opdracht. (AC2, AWC1)
- In staat zijn om de theoretische modellen uit de theorie zelfstandig toe te passen in een labo-opdracht.
- In staat zijn om databanken op te zetten en ze via SQL-opdrachten te bevragen.
- In staat zijn om de datalaag voor een applicatie op te stellen en te implementeren in Java en C# gebruik makend van de JDBC en ADO.NET-bibliotheken.
- In staat zijn om in te schatten wanneer het nuttig is om XML-technologie toe te passen en welke technologie in welke situatie.
- In staat zijn om een XML-schema, een DTD, een XSLT op te stellen.
- In staat zijn om een java-applicatie te ontwikkelen die gebruik maakt van XML-documenten.
Kerncompetentie 3:
In staat zijn om een webapplicatie te ontwerpen en te implementeren in het J2EE-platform en in het .NET-platform. (C3)
Onder meer:
- In staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en/of theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
- In staat zijn om een webapplicatie met een onderliggende gegevensbank te ontwikkelen, te configureren en te onderhouden.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabi, aangevuld met het presentatiemateriaal (slides en voorbeeldtoepassingen) dat gebruikt wordt tijdens de hoorcolleges, tutorials op internet.
Studiekosten € 9
Studiebegeleiding Docenten zijn ter beschikking voor extra uitleg tijdens de labo's, voor of na de theorielessen en eventueel op andere ogenblikken na afspraak.
Onderwijsvormen Hoorcolleges, labo-oefeningen in computerlokaal.
Evaluatievorm Theorie: 50% (mondelinge examens)
Oefeningen/Labo's: 50% (schriftelijke testen, labo-opdrachten, project, groepsopdrachten)
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Veerle Ongenae, andere leden Vakgroep Informatica
|
|