MASTERPROEF
 
Wordt gegeven in Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT - afstudeerrichting: elektronica
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 625.0
Totale studietijd [D] 625.0
Studiepunten [E] 21
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Nog niet bepaald
Referentie IMIWEL01A00007
 
Trefwoorden
Elektronica, Onderzoek, Project, Ontwerp

Doelstellingen
De masterproef vormt de finale brug tussen de opleiding en de job als ingenieur. De competenties die eerder tijdens de opleiding verworven werden, moeten tijdens de masterproef toegepast worden voor het bedenken, uitwerken, implementeren en valideren van een originele oplossing voor een complex probleem. Het onderwerp van de masterproef leunt zo dicht mogelijk aan bij de problemen die een beginnend ingenieur of onderzoeker moet oplossen in het werkveld, hetzij in de bedrijfswereld of in de academische wereld.
De volgende aspecten komen zeker aan bod in elke masterproef elektronica-ICT:
- het doorgronden en analyseren van een complex en wetenschappelijk ingenieursprobleem;
- zelfstandigheid, creativiteit en persoonlijk initiatief;
- disciplineoverschrijdende aspecten;
- aandacht voor de academische gerichtheid en de bredere context van het onderwerp;
- aandacht voor kwaliteit en robuustheid;
- vaardigheden op het vlak van innovatie en onderzoek;
- aansluiting bij actuele wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in de elektronica- of ICT-wereld.
De masterproef kan op vrijwillige basis voorafgegaan worden door een stage in het werkveld. De stage vindt meestal plaats in een zelf overeen te komen deel van de vakantieperiode vóór het aanvatten van het masterjaar.

Leerinhoud
  • De student legt de keuze van het onderwerp vast in het begin van het academiejaar in samenspraak met een promotor.
  • Volgende aspecten kunnen aan bod komen: literatuurstudie, onderzoek, wetenschappelijk-technische voorstudie, wetenschappelijk-technische uitwerking en eventueel een realisatie.
  • De masterproef staat op 21 studiepunten en vormt een belangrijk onderdeel van de masteropleiding. De opdracht ervoor kan erg verscheiden zijn. Bij voorkeur kadert ze in de onderzoekslijnen van de vakgroep, het departement of de associatie. Ze kan ook een sociaal maatschappelijk nut dienen of ten dienste staan van het werkveld. Bij wetenschappelijk gerichte masterproeven draagt de promotor mee de verantwoordelijkheid over de wetenschappelijke waarde en over de aansluiting bij de lopende onderzoekslijnen. Bij engineering gerichte masterproeven ligt de nadruk op technologieverkenning, productinnovatie, ontwerpmethodologie, efficiënte implementatie en kwaliteit. Dat wil zeggen dat niet alleen gekeken wordt naar de oplossing van één welbepaald probleem, maar dat ook het engineeringproces op zich binnen een voldoende ruime context en met voldoende diepgang onderzocht moet worden.
  • Er wordt geleerd om op efficiënte wijze te rapporteren over het gerealiseerde werk. Dit gebeurt door wekelijks verslag uit te brengen bij de promotor. Hierbij hoort een tussentijdse verdediging waarbij de promotor feedback geeft over de eventuele tekortkomingen en de verdere planning overloopt. De student leert een poster te maken waarbij hij/zij het onderwerp kort en duidelijk moet toelichten.
  • De thesis wordt in voldoende exemplaren en recto/verso ingediend, minstens 3 weken voor de mondelinge verdediging. Voor elke thesis wordt een aparte leescommissie samengesteld.
  • Extra aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit van het boek en de elektronische ontsluiting. Het boek moet van academisch niveau zijn. In de loop van het academiejaar moet de student een fiche invullen met daarin alle gegevens over de masterproef. Naast de identificatiegegevens betreffen deze gegevens onder andere Nederlandstalige en Engelstalige trefwoorden en een Nederlandstalige en Engelstalige abstract. Minstens twee weken voor de finale overhandiging moet de student een proefexemplaar ter beschikking stellen dat door de promotor kan nagelezen worden.
  • Het project wordt mondeling verdedigd op een openbare eindpresentatie waarbij de jury kritische vragen stelt. Aansluitend worden de resultaten ondersteund met een proof-of-concept (bv. een werkende demonstratie van geschreven software of gerealiseerde hardware...).


Begincompetenties
Eindcompetenties verworven in de verplichte vakken uit de academische bachelor in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT of van de professionele bachelor, aangevuld met deze van het geschikte schakelprogramma dat toegang biedt tot de Master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT.

Eindcompetenties
In staat zijn om blijvend creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen (AC1)
In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken (AC2)
In staat zijn complexe problemen adequaat op te lossen (AC3)
In staat zijn om adequaat te communiceren over het eigen onderzoek en probleemoplossingen zowel met leken als met vakgenoten (AC4)
In staat zijn om met de nodige kritische zelfreflectie te oordelen en te handelen binnen een onzekere context (AC5)
In staat zijn om samen te werken in een multidisciplinaire omgeving (AWC4)
In staat zijn om onderzoeksopdrachten zelfstandig uit te voeren op het niveau van een beginnend onderzoeker (AIC4)


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- Alle cursusmateriaal van de opleiding bachelor en master in de industriële wetenschappen: elektronica-ICT
- Vakliteratuur in functie van het gekozen onderwerp
- Extra documentatie (oa. Richtlijnen masterproef) via elektronische leeromgeving Dokeos
- De student wordt gecoacht om zelfstandig op een gestructureerde manier de rest van het nodige leermateriaal op te zoeken en te assimileren.

Studiekosten
Kopiëren boek (50 euro)
Afdrukken poster (20 euro)
Vervoer voor studiedagen, opleidingen en van/naar het bedrijf of de universiteit.

Studiebegeleiding
Individuele begeleiding en/of bijsturing door de interne en/of externe promotoren, die de masterproef opvolgen en coördineren. De promotoren zijn altijd beschikbaar voor meer uitleg of toelichting langs de daarvoor voorziene kanalen (per e-mail of op een persoonlijke afspraak). Het is wenselijk dat de student op geregelde (onderling overeen te komen) tijdstippen rapporteert aan de promotoren.

Onderwijsvormen
Zelfstudie
Projectmatig werk

Evaluatievorm
De quotering van de masterproef is het resultaat van een permanente evaluatie van het jaarwerk en van een waardering van het eindproduct. Promotoren, lezers en juryleden beoordelen het resultaat, waarbij rekening gehouden wordt met permanente evaluatie, de wetenschappelijke waarde, de voorstelling tijdens de opendeurdag, de mondelinge presentatie en een demonstratie van het gerealiseerde eindproduct. De punten worden als volgt toegekend:
  • De waarde van de masterproef als product geeft aanleiding tot 50% van de globaal te verdienen punten. Deze punten worden uitgesplitst naar 30% voor de waarde van het geschreven boek, 10% op de kwaliteit van het werk en 10% voor originaliteit en zelfstandigheid. Deze punten worden gegeven door de promotoren en leden van de leescommissie.
  • De mondelinge presentatie en de verdediging van de masterproef geven aanleiding tot 30%. Hier staat 20% op de presentatie zelf (samen met het antwoorden op vragen van de jury) en 10% op een proof-of-concept (bv. een werkende demonstratie van de geschreven software en/of gerealiseerde hardware…). Deze punten worden gegeven door de promotoren, leden van de leescommissie en toehoorders uit het academisch korps.
  • Een laatste onderdeel quoteert inzet en motivatie in de loop van het academiejaar. Hiermee kunnen nog 20% van de punten worden verdiend. Deze punten worden exclusief gegeven door de promotoren.


OP-leden
Leden van de vakgroep Elektronica