Trefwoorden Elektrische aandrijftechniek, Vectorregeling, Vectorcontrole, Veldoriëntatie, Servo-aandrijvingen
Doelstellingen In deze cursus worden de elektronische energie-convertoren en de principes van de elektronische controle van elektrische machines bestudeerd. Hierbij komen de elektrische, elektronische en regeltechnische problemen aan bod, zowel bij aandrijfsystemen als positioneersystemen.
Leerinhoud -Energie-convertoren: gestuurde gelijkrichters, hakkers, geschakelde voedingen, invertoren, cyclo-convertoren. (Uitdieping van de inleidende studie over deze convertoren uit de cursus "Elektrische en Elektronische aandrijftechnieken I") -Aandrijfsystemen: algemeenheden+overzicht.
-Stroom-, hoekstand-, en toerentalopnemers. -Snelheids- en (of) koppelregeling van een gelijkstroommotor gevoed uit een wisselstroomnet. -Snelheids- en (of) koppelregeling van een gelijkstroommotor gevoed uit een gelijkstroomnet. -Snelheids- en (of) koppelregeling van een driefasige asynchrone motor: scalaire en vectorregeling.
-Elektrische positiesystemen: DC-servomotor, borstelloze gelijkstroommotor, stappenmotor, AC-servomotor, lineaire motor. -Elektronische controle van huishoudelijke motoren, geschakelde reluctantiemotor en synchrone draaistroommotor.
Begincompetenties De eindcompetenties van Elektrische en elektronische aandrijftechnieken (3Ba) moeten bereikt zijn.
Eindcompetenties Kerncompetentie 1:
De student moet in staat zijn om moderne elektromechanische aandrijfsystemen te analyseren en te berekenen. (SC1)
Onder meer:
-grondige studie van de werking van vectorregeling en directe koppelcontrole van inductiemachines.
-grondige studie van gelijkstoomaandrijvingen via gestuurde gelijkrichters en choppers.
Kerncompetentie 2:
De student moet in staat zijn om geavanceerde meer bepaald elektrotechnische meetinstrumenten en systemen te gebruiken (SC4).
Algemene ingenieurscompetentie op een gevorderd niveau 1:
De student moet in staat zijn om wetenschappelijk-disciplinaire inzichten toe te passen op wetenschappelijke en ingenieurstechnische problemen. (AIC1)
Algemene ingenieurscompetentie op en gevorderd niveau 2:
De student moet in staat zijn om relevante bestaande en nieuwe technologieën en theorieën te assimileren, te implementeren en te gebruiken. (AIC2)
Algemene competentie op een gevorderd niveau 1:
De student moet in staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken. (AC2)
Algemene competentie op een gevorderd niveau 2:
De student moet in staat zijn om informatie, ideeën, problemen en oplossingen - in het bijzonder wetenschappelijke en technische - adequaat te communiceren en te rapporteren zowel aan leken als aan specialisten. (AC4)
Algemene competentie op een gevorderd niveau 3:
De student moet in staat zijn om problemen in teamverband adequaat te bespreken en op te lossen. (AC5)
Algemene competentie op een gevorderd niveau4:
De student moet in staat zijn om blijvend kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken, te oordelen en te handelen. (AC1)
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Elektronische Vermogencontrole Deel 1: Vermogenelektronica (ISBN 90-382-0657-7)
Deel 2: Elektronische motorcontrole (ISBN 90-382-0661-5).
Uitgeverij: Academia Press. Auteur: Jean Pollefliet.
Studiekosten Deel 1 reeds in gebruik in Elektrische en elektronische aandrijftechnieken I.
Kostprijs Deel 2: € 16
Studiebegeleiding Persoonlijk contact, na de les of na afspraak met de docent, is steeds mogelijk om de individuele problemen i.v.m. de leerstof toe te lichten of uit te klaren.
Onderwijsvormen Theorie: hoorcolleges en het maken van theoretische oefeningen onder begeleiding.
Labo: In het labo wordt gewerkt in kleinere groepen studenten die onder begeleiding de eigenschappen en het gedrag van de verschillende machines en elektronische energie-convertoren in een proefopstelling onderzoeken . Ook worden kleine projecten uitgewerkt.
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding (gesloten boek) en oefeningen met open boek.
Labo: gedeeltelijk onder vorm van permanente evaluatie (inzet, medewerking,...) alsook door het maken van een schriftelijke en praktische proef.
Wegingscoëfficiënt: theorie: 50%, labo: 50%.
De beoordeling en het tot stand komen van de eindquotatie van opleidingsonderdelen gebeurt via het wiskundige gemiddelde volgens de toegekende coëfficiënten. Indien nochtans op één van de onderscheiden vakken (delen van opleidingsonderdelen) 7 of minder op 20 wordt behaald, kan worden afgeweken van deze rekenkundige berekening van de eindquotatie van het opleidingsonderdeel en kunnen de punten bij consensus worden toegekend.
OP-leden Luc Deweerdt
Paul Van der Haeghen
|
|