WISKUNDIGE INITIATIE - WERELDORIËNTATIE II
 
Wordt gegeven in 1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs, tweejarig SOV-programma voor bachelors of masters: 1ste jaar
Hoorcollege [A] 30.0
Werkcollege [B] 27.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 125.0
Studiepunten [E] 5
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jeroen Gabriels
Referentie LCKLEI01A00009
 
Trefwoorden
Wiskundige Initiatie, getallen, meten, tijd, Wereldoriëntatie, levende en niet-levende natuur, techniek, mens en maatschappij, tijd, ruimte, ontwikkelingsdoelen

Doelstellingen
- kennis en inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen van wiskundige initiatie en wereldoriëntatie; van het kleuteronderwijs
- Praktijkgerichte uitwerking geven aan de ontwikkelingsdoelen van wiskundige initiatie en wereldoriëntatie van het kleuteronderwijs

- kennis en inzicht hebben over: visuele waarnemingspelen, zand- en watertafelactiviteiten; en deze toepassen in de kleuterklas;
- basiskennis in verband met de voedingsmiddelen kunnen opzoeken en verwerken;
- de voedingsmiddelen waarnemen en bespreken;
- een huishoudelijke activiteit kunnen voorbereiden en uitvoeren;
- kennis en inzicht hebben in de herkomst van de historische feestdagen en vieringen;
- kennis hebben van de levende en niet-levende natuur en kunnen toepassen in de kleuterklas;
- kennis en inzicht hebben in het gebruik van verschillende materialen, verbindings- en hechtingstechnieken bij (gebruiks)voorwerpen en constructies
- de nodige kennis bezitten om onderstaande vaardigheden te verwerven.
- de verworven basiskennis uit de lessen wiskundige initiatie, wereldoriëntatie en zelfstudie kunnen toepassen
- begrippen in verband met tijd en ruimte integreren in de dagelijkse activiteiten van de kleuters;
- historische feestdagen en vieringen kunnen integreren in de week- en seizoensthema's van de kleuters.
- de vaardigheid hebben om te werken rond tijdsduur en tijdsindeling in de kleuterklaswerking
- aandacht voor het ontwikkelen van het beslissingsvermogen, relationele gerichtheid, kritische ingesteldheid, leergierigheid, organisatievermogen, zin voor samenwerking, verantwoordelijkheidszin, flexibiliteit.
- uitwerking kunnen geven aan de doelstellingen van de wiskundige initiatie in de kleuterschool;
- in staat zijn om een kimspel, een zand- en watertafel te kunnen initiëren en begeleiden aan kleuters.
- Seizoensgebonden recepten kunnen samenstellen en uitvoeren met kleuters
- een kookactiviteit kunnen voorbereiden en uitvoeren met kleuters
- in staat zijn zelf techniek te hanteren bij constructies gebruik makend van de verworven kennis over materialen, verbindings- en hechtingstechnieken
- begrippen in verband met tijd en ruimte integreren in de dagelijkse activiteiten van de kleuters;
- historische feestdagen en vieringen kunnen integreren in de week- en seizoensthema's van de kleuters.
- uitwerking kunnen geven met een zinvolle tijdsduur en tijdsindeling in de kleuterklas
- weten wat gezondheidseducatie in de kleuterklas is

Een meer gedetailleerde lijst van doelstellingen is terug te vinden in de syllabus.


Leerinhoud
Wordt afgestemd op de ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs

- visuele waarnemingsspelen;
- zand-en watertafel;
- ruimtebesef;
- overzicht van het dieren- en plantenrijk volgens seizoenen;
- de delen van groenten en fruit, eenvoudige levensmiddelen en bereiding van gerechten;
- de voedingswarenkennis.
- relaties tussen levende en niet-levende natuur en hun juiste terminologie;
- gezondheidseducatie en milieueducatie;
- tijdsbegrippen en ruimtebegrippen en de toepassing in de kleuterklas;
- herkomst historische feestdagen en vieringen;
- tijdsduur en tijdsindeling
- materialen, verbindings- en hechtingstechnieken onder de loep
- belangrijkste kinderziektes
- hygiëne in de klas en gezondheidseducatie
- theoretische overbrenging van voorgaande op kleuterniveau.

Begincompetenties
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de eindtermen van het secundair onderwijs en de eindcompetenties van Wiskundige initiatie-wereldoriëntatie I

Eindcompetenties
Verwijzend naar decretaal vastgelegde algemene competenties en de algemene beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke competenties meer bepaald de basiscompetenties voor “de Professionele Bachelor in het Onderwijs: kleuteronderwijs” wordt voornamelijk gewerkt aan:

Algemene competenties:
* denk- en redeneervaardigheid
* het verwerven en verwerken van informatie
* het vermogen tot kritische reflectie en creativiteit
* het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
* het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren

Algemene beroepsgerichte competenties:
* teamgericht kunnen werken
* oplossingsgericht kunnen werken in de zin van zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk
* het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën

Beroepsspecifieke competenties
Functioneel geheel 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de kleuters en de groep achterhalen.
1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren.(WO 1,2,3,4,5,6 WI 1,2,3 )
1.2.3 bij het kiezen en formuleren van doelen gebruikmaken van onder meer ontwikkelingsdoelen, ontwikkelings- en leerlijnen, een geselecteerd leerplan en het schoolwerkplan;
1.2.5 doelstellingen concreet en operationeel formuleren.
1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingvormen bepalen.
1.5.1 aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de doelstellingen;
1.5.2 gepaste groeperingsvormen kiezen;
1.5.3 multimedia functioneel gebruiken;
1.6 De leerkracht kan individueel en in team ontwikkelingsmaterialen kiezen en aanpassen.
1.6.1 informatie over ontwikkelingsmaterialen vinden, raadplegen en kritisch beoordelen, rekening houdend met de specifieke behoeften van de doelgroep;
1.6.2 ontwikkelingsmaterialen adequaat gebruiken en aanpassen.
1.11 De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de kleuters.
1.11.3 vragen, opdrachten en feedback mondeling, indien nodig ondersteund met visuele of andere ondersteuning, helder formuleren en herformuleren;
1.11.4 via beeldtaal vragen en opdrachten helder formuleren;

Functioneel geheel 2:De leraar als opvoeder
2.3 De leerkracht kan door attitudevorming kleuters op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden.:
2.4 De leerkracht kan actuele maatschappelijke ontwikkelingen hanteren in een pedagogische context.(WO 3, 4 )
2.6 De leerkracht kan de fysieke en geestelijke gezondheid van de kleuters bevorderen.

Functioneel geheel 3:De leraar als inhoudelijke expert
3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen, en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Wereldoriëntatie en Wiskundige Initiatie in het kleuteronderwijs volgen.
3.1.1 zijn eigen deskundigheid op inhoudelijk terrein bevorderen.(WO 1, 3.2, 3.3, 3.11, 5, 6 )
3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot de leergebieden op een geïntegreerde manier aanwenden.
3.2.1 flexibel gebruik maken van domeinspecifieke kennis en vaardigheden in de pedagogisch-didactische aanpak.
3.3 De leerkracht kan het eigen aanbod situeren in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van kleuters.

Functioneel geheel 4: De leraar als organisator
4.1 De leerkracht kan een gestructureerd speel- en leerklimaat bevorderen.(WO 6.3, 6.5, 6.7, 6.8, WI 1,2,3 )
4.2 De leerkracht kan een kindgericht dagverloop creëren, dat past in een korte- en langetermijnplanning.(WO 5 )
4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare leefruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kleuters.(WO 6, 2.5 )

Functioneel geheel 5: De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
5.3 De leerkracht kan zijn eigen functioneren in vraag stellen en bijsturen.

Functioneel geheel 6: De leraar als partner van de ouders of verzorgers
6.4 de leerkracht kan met ouders of verzorgers dialogeren over opvoeding en onderwijs

Functioneel geheel 7: De leraar als lid van een schoolteam
7.1 De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam
7.2 De leerkracht kan binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven.
7.3.1 in dialoog met collega's en de schoolleiding reflecteren over het eigen pedagogisch en didactisch handelen;
7.5 De leerkracht kan in Standaardnederlands adequaat in interactie treden met alle leden van het schoolteam.

Functioneel geheel 10: De leraar als cultuurparticipant
10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen
- het sociaal-politieke domein;
- het sociaal-economische domein;
- het levensbeschouwelijke domein;
- het cultureel-esthetische domein;
- het cultureel-wetenschappelijke domein.
10.1.1 werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met informatie over die thema's en ontwikkelingen en erover dialogeren.

De ondersteunende kennis en vaardigheden omvatten de competenties van een beginnend leerkracht:
de leerkracht als: begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, inhoudelijke expert, organisator, innovator - als onderzoeker, partner van de ouders of verzorgers, lid van een schoolteam en cultuurparticipant.

Attitudes

De volgende attitudes gelden voor alle functionele gehelen.
A1 beslissingsvermogen :
A2 relationele gerichtheid :
A3 kritische ingesteldheid :
A4 leergierigheid :
A5 organisatievermogen :
A6 zin voor samenwerking :
A7 verantwoordelijkheidszin :
A8 flexibiliteit :


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- syllabus;
- video-opnamen;
- vakspecifiek didactisch materiaal.
- elektronische leeromgeving: DOKEOS
- Ontwikkelingsdoelen en eindtermen van het kleuteronderwijs


Studiekosten
60 EUR

Studiebegeleiding
Individueel monitoraat op afspraak op donderdagnamiddag is mogelijk.
Studenten kunnen een afspraak maken met de betrokken lector.

Onderwijsvormen
Leergesprek, klasgesprek, proefondervindelijke werkvorm en demonstratie.


Evaluatievorm
Diploma- en Creditcontract:

Eerste zittijd:
- permanente evaluatie 20%
- taken 30%
- examen 50%
Bij permanente evaluatie is een tweede zittijd niet mogelijk door een vervangende taak

Tweede zittijd:
- permanente evaluatie wordt overgeheveld van eerste naar tweede zittijd 20%
- taken 30%
- examen 50%

Examencontract:

Inschrijven voor een examencontract kan enkel mits een bijkomende inschrijving van een diplomacontract.

OP-leden
Bert DE JONGHE, Jeroen GABRIELS, Diane BOUDRINGHIEN