Trefwoorden ontwikkelingsdoelen, ICT, tekstverwerking, rekenblad, pc-gebruik, Project Muzische Vorming, nieuwe media, PMV, beeld, drama, media, beweging
Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel bestaat uit twee delen:
1. ICT-media
2. Project Muzische Vorming
1. ICT-media
Kennis en inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs algemeen en het onderdeel "muzische vorming - media" van het kleuteronderwijs specifiek
Praktijkgerichte uitwerking geven aan de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs algemeen en het onderdeel "muzische vorming - media" van het kleuteronderwijs specifiek.
De studenten:
- hebben alle feitelijke KENNIS nodig om ondergenoemde vaardigheden vlot te kunnen uitvoeren, in functie van de onderwijsopdracht;
- kunnen, wat betreft het elektronisch rekenblad:
* in eigen woorden uitleggen wat de functionaliteit is van een spreadsheet binnen de schoolcontext;
* de basisbegrippen werkblad, werkmap, cellen, rijen, kolommen, formule duiden en verklaren;
* correct specifieke rekenbladtermen zoals cel, celadres, formule, etc. gebruiken en uitleggen;
* een rekenblad gebruiken als ondersteuning voor hun klaspraktijk: vlot klaslijsten maken, bewerkingen maken, formules en functies toepassen.
- kunnen ondergenoemde VAARDIGHEDEN op gebied van tekstverwerking vlot toepassen en inschakelen in functie van de onderwijsopdracht:
* tekst- of krantenkolommen invoegen en manipuleren;
* een tabel aanmaken, wijzigen, manipuleren;
* lange documenten conform de BIN-normen maken;
* werken met secties;
* automatische inhoudsopgave invoegen;
* opmaakprofielen maken, wijzigen, toepassen, verwijderen;
* automatishe nummering aanbrengen op meerdere niveaus;
* opmaakprofielen koppelen aan automatische nummering;
* allerlei objecten (ingescande afbeeldingen en tekst, digitale foto's,grafieken, ...) integreren in een tekstverwerkingsprogramma
- bezitten kennis van en inzicht in bruikbare actuele en nieuwe evoluties op gebied van ICT (vb: RSS, Wiki, weblog,...);
- kunnen met behulp van een scanner een digitaal prentenboek maken in een presentatiepakket, met bijhorende geluidsopname in een softwarepakket.(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)
- kunnen dit digitaal prentenboek zodanig aanpassen dat het geschikt is voor kleuters met een verschillend niveau
- kunnen de juiste inhouden efficiënt opsporen en kritisch beoordelen.
- kunnen materiaal bestemd voor kleuters zelf voldoende vlot kunnen aanmaken via een tekstverwerker, tekenprogramma, presentatieprogramma... en / of downloaden van het internet;(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)
- kennen het verschil tussen vrije en commerciële software en kunnen eenvoudige programma's downloaden en installeren;
- kunnen ICT efficiënt integreren in bestaande onderwijsmedia en omgekeerd;
- kunnen zelf visuele, auditieve, ...; media-inhouden zoeken, aanmaken, wijzigen;(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)
- kunnen een kritische en verantwoorde keuze maken uit de verschillende beschikbare onderwijsmedia;
- kunnen de juiste inhouden kritisch beoordelen en aanwenden in functie van de doelgroep;
- kunnen de ICT-diamant uitleggen en activiteiten bij het juiste facet plaatsen en bedenken;(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)
- kunnen kinderen wijzen op correcte houding aan de computer; (O.D Lichamelijk Opvoeding 2.4)
- kunnen verantwoord en respectvol omgaan met materiaal
- blijven op de hoogte van de laatste evoluties op gebied van media in de kleuterklas.(OD Muzische Vorming 5.1 - 5.4)
Meer gedetailleerde lijsten van doelstellingen zijn te vinden in de syllabi.
2. Project Muzische Vorming
- kennismaken met kunstbeschouwing.
- verruimen mogelijkheden binnen de domeinen van de Muzische Vorming:beeld,drama,muziek,media,beweging en taal.
- het kunnen afwerken van product , bereid zijn om experimenten zelf te ervaren, clichédoorbrekend te werken.
- vakoverschrijdend werken, hier dus: domeinoverschrijdend.
- leren procesmatig werken.
- studenten reflecteren over hun eigen handelen binnen het projectwerk.
- stappenplan ontwikkelen om structuur in het project te krijgen.
- ontwikkelen van basisattitudes zoals: verantwoordelijkheid opnemen,initiatief willen en durven nemen,afspraken kunnen maken en zich daaraan houden,leren organiseren, zelfwerkzaamheid.
- opleidingsoverschrijdend te werk gaan:openstaan voor samenwerking met studenten van andere opleiding (BOLO)
Leerinhoud wordt afgestemd op de ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs
1. ICT- Media
- tekstverwerking in functie van lange documenten;
- studie van vakspecifieke media (o.a. multimedia, ICT, rekenblad, etc.).
- Vrije Software
- ICT diamant
2. PMV
1. museumbezoek( individueel en begeleid)
2.brainstorm
3.werksessies rond verschillende domeinen
Begincompetenties Eindcompetenties verworven voor het opleidingsonderdeel Communicatievaardigheden I en Sociaal Agogisch Atelier I in het 1e modeltraject.
Eindcompetenties verworven in de opleidingsdelen muzische vorming I en II uit modeltraject 1
Eindcompetenties Verwijzend naar de decretaal vastgelegde competenties en algemene beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke competenties voor de "professionele bachelor in het onderwijs: kleuter onderwijs", wordt voornamelijk gewerkt aan:
1. ICT- MEDIA
ALGEMENE COMPETENTIES
- het verwerven en verwerken van informatie
- het vermogen tot communiceren van informatie
ALGEMENE BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES
- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk
BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES
* Functioneel geheel 1 - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren.
1.3.1 rekening houdend met het aanbod thuis, met de beginsituatie en met criteria van maatschappelijke relevantie, keuzes maken uit een breed ontwikkelingsaanbod; waarbij nagestreefd wordt dat elke kleuter maximale kansen op ontwikkeling krijgt;
=> De ondersteunende kennis omvat de voor het ontwikkelingsaanbod geschikte informatiebronnen en materialen.
1.4 De leerkracht kan leer- en ontwikkelingskansen structureren en vertalen in een samenhangend onderwijsaanbod.
1.4.2 een aanbod creëren dat aansluit bij de leefwereld en de motivatie van de kleuters, waarbij hij gebruik maakt van de diversiteit, waaronder de sociale, culturele en talige diversiteit binnen de groep.
1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen.
1.5.1 aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de doelstellingen;
1.5.3 multimedia functioneel gebruiken;
1.5.4 zijn aanpak differentiëren als dat nodig is.
=> De ondersteunende kennis omvat diverse werk- en groeperingsvormen en combinaties daarvan, rekening houdend met een gedifferentieerde aanpak en met een kritisch gebruik van multimediale mogelijkheden.
1.6 De leerkracht kan individueel en in team ontwikkelingsmaterialen kiezen en aanpassen.
1.6.1 informatie over ontwikkelingsmaterialen vinden, raadplegen en kritisch beoordelen, rekening houdend met de specifieke behoeften van de doelgroep;
1.6.2 ontwikkelingsmaterialen adequaat gebruiken en aanpassen.
=> De ondersteunende kennis omvat relevante bronnen om ontwikkelingsmaterialen te vinden, evenals criteria om ze te beoordelen.
* Functioneel geheel - 2 De leraar als opvoeder
2.6 De leerkracht kan de fysieke en geestelijke gezondheid van de kleuters bevorderen.
=> De ondersteunende kennis omvat de kenmerken van fysiek welzijn van jonge kinderen en van basisprincipes van eerstehulpverlening, en van basisinterventies bij frequent voorkomende gezondheidsproblemen.
* Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijke expert
3.1 De leerkracht beheerst de basiskennis van de leerinhouden, waaronder ten minste de ontwikkelingsdoelen, en hij kan recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden uit de leergebieden Lichamelijke Opvoeding, Muzische Vorming, Nederlands, Wereldoriëntatie en Wiskundige Initiatie in het kleuteronderwijs volgen.
3.1.1 zijn eigen deskundigheid op inhoudelijk terrein bevorderen.
3.2 De leerkracht kan de verworven kennis en vaardigheid met betrekking tot de leergebieden op een geïntegreerde manier aanwenden.
3.2.1 flexibel gebruik maken van domeinspecifieke kennis en vaardigheden in de pedagogisch-didactische aanpak.
=> De ondersteunende kennis omvat de concepten, inhouden en structuren en methodes van het leergebied.
* Functioneel geheel 4 - De leraar als organisator
4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren.
4.3.1 op correcte wijze een aantal administratieve taken uitvoeren die behoren tot zijn takenpakket.
4.4 De leerkracht kan een stimulerende en werkbare leefruimte creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kleuters.
=> De ondersteunende kennis omvat de kenmerken van een stimulerend en veilig milieu voor jonge kinderen.
* Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
5.1 De leerkracht kan resultaten van onderwijsontwikkelingswerk en vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen.
5.1.1 vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden;
* Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant
10.1 De leerkracht kan actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen
10.1.1 werken aan een interpretatiekader om kritisch om te gaan met informatie over die thema's en ontwikkelingen, en erover dialogeren.
=> De ondersteunende kennis omvat relevante informatiebronnen.
ATTITUDES
De volgende attitudes gelden voor alle functionele gehelen.
A1 beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
A2 relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen.
A3 kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
A4 leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen.
A5 organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
A6 zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken.
A7 verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.
A8 flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures.
2. PMV
ALGEMENE COMPETENTIES
- het verwerven en verwerken van informatie
- het vermogen tot communiceren van informatie
- creativiteit
BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES
Functioneel geheel 1: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen:
1.5 een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm in functie van de doelstellingen (1.5.4)
1.6 onderwijs- en leermiddelen (in team en individueel) kunnen kiezen en aanpassen individueel en in team (1.6.1, 1.6.3, 1.6.4)
1.7.7 integreert ICT functioneel bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving
Functioneel geheel 3: De leraar als inhoudelijk expert
3.1 Basiskennis beheersen en recente evoluties i.v.m.inhouden en vaardigheden uit de ontwikkelingsgebieden in het kleuteronderwijs volgen
3.3 Het eigen vormingsaanbod situeren en afstemmen op het geheel van het onderwijsaanbod
Functioneel geheel 5: de leraar als innovator - de leraar als onderzoeker
5.1 Vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
Attitudes:
A3: kritische ingesteldheid
A4: leergierigheid
A5: organisatievermogen
A7: verantwoordelijkheidszin
A8: creatieve gerichtheid
A9: flexibiliteit
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: 1. ICT
- syllabus rond lay-out van lange documenten en rond tekstverwerking in functie van lange documenten;
- studieteksten rond multimedia, elektronisch rekenblad ;
- Presentaties en documenten op Dokeos;
- ICT-springplank voor de kleuterklas
2. PMV
-Studenten ontvangen bij het begin van het project een infobundel waarin ze alle info over het project vinden.
- Logboek
-Studenten brengen zelf diverse leermiddelen aan
Studiekosten 15 EUR Media
45 EUR PMV
150 EUR Muzische stage
Studiebegeleiding Op donderdagnamiddag wordt er monitoraat voorzien.
Extra monitoraat wordt verzorgd door de betrokken lectoren na afspraak.
De studenten kunnen op afspraak gebruik maken van de apparatuur en de infrastructuur van de vakgroep "ICT en educatie".
Van de student wordt verwacht dat hij/zij problemen ivm het opleidingsonderdeel op eigen initiatief meldt aan de betrokken lectoren.
Tussentijdse evaluatie van logboek.
Onderwijsvormen ICT-Media
De meeste leerinhouden (vaardigheden) worden eerst klassikaal behandeld en/of praktisch gedemonstreerd. De praktische inoefening van deze vaardigheden gebeurt deels tijdens de lessen via opdrachten die gradueel steeds moeilijker worden; sommige leerinhouden moeten volledig via zelfstudie verwerkt worden.
De elektronische leeromgeving wordt actief ingeschakeld.
De integratieopdrachten zijn groepswerk.
PMV
Groepswerk, gestuurd werk, toonmoment, evaluatiemomenten, zelfstandig
werk, individueel werk, begeleid zelfstandig werk
Evaluatievorm Diploma- en creditcontract:
ICT
Eerste zittijd:
100% examen Tweede zittijd:
100% examen
PMV
Eerste zittijd:
100% permanente evaluatie op basis van betrokkenheid , aanwezigheid en het bijhouden van een logboek
Tweede zittijd:
100% vervangende taak
Verhouding van de onderdelen: ICT 80%, PMV 20%
Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde voor alle partims
- bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen
rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het
opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / eindcijfer bepaald
door de partim met het laagste cijfer.
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor een partim, maar die
in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de andere partims hoeven
daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen
voor de partims waar ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de
vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Indien studenten voor twee of meer partims van de cluster niet geslaagd
zijn, kunnen zij geen slaagcijfer krijgen voor de volledige cluster en
behalen zij maximum 9/20
Examencontract:
inschrijven voor een examencontract kan enkel mits een bijkomende
inschrijving met een diplomacontract.
OP-leden Ilse BAETSLE
Ida JONNIAUX
Monique BELLENS
Donald HENDRICKX
Dominique VAN DENDER
Elly VAN HYFTE
Katrien DE PRAETERE
Barbele KINDT
Karen CLEMENT
|
|