- TAAL EN ZORG
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs
Hoorcollege [A] 20.0
Werkcollege [B] 10.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 40.0
Totale studietijd [D] 150.0
Studiepunten [E] 6
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Ilse Baetsle
Referentie LCKLEI03A00043
 
Trefwoorden
Nederlands, Taal, Didactiek, Diversiteit, Ontwikkelingsdoelen

Doelstellingen
Kennis en inzicht hebben in de ontwikkelingsdoelen van “Nederlands lezen, schrijven en taalbeschouwing” van het kleuteronderwijs.
Praktijkgerichte uitwerking geven aan de ontwikkelingsdoelen van “Nederlands lezen, schrijven en taalbeschouwing” van het kleuteronderwijs.

- de student hanteert het Standaardnederlands in zijn mondelinge en schriftelijke communicatie
- de student kan variëren in intonatie, volume, mimiek en lichaamshouding
- de student vertoont een gerichtheid op een taal- en denkstimulerende communicatie met kleuters (OD 2.11)
- de student kan omgaan met de diversiteit in een groep
- de student kan zorgbreed werken vanuit theoretische inzichten en vaardigheden binnen “Nederlands”: zie leerinhoud (OD 3.2., 3.3., 4.2., 5.2., 5.4., 5.5.)
- de student kan rekening houden met de eigenheid van elke kleuter en voldoende aandacht en zorg besteden aan de verschillen tussen kinderen
- de student kan de basisvaardigheden “Nederlands”uitdiepen binnen het project diversiteit


Leerinhoud
Wordt afgestemd op de ontwikkelingsdoelen van het kleuteronderwijs.
- ontluikende geletterdheid, in het bijzonder in het kader van het project Diversiteit en zorg
- taal- en spraakstoornissen bij kleuters, in het bijzonder in het kader van het project Diversiteit en zorg
- Nederlands als tweede taal, en meertaligheid, in het bijzonder in het kader van het project Diversiteit en zorg


Begincompetenties
Eindcompetenties verworven voor het opleidingsonderdeel Nederlands 3 2de modeltraject

Eindcompetenties
Verwijzend naar de decretaal vastgelegde algemene competenties, algemene beroepsgerichte competenties en de beroepsspecifieke competenties, meer bepaald de basiscompetenties voor “ de professionele bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs “, wordt voornamelijk gewerkt aan:

ALGEMENE COMPETENTIES
- denk- en redeneervaardigheid
- het verwerven en verwerken van informatie
- het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- creativiteit
- het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken, en een ingesteldheid tot levenslang leren.

ALGEMENE BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES
- teamgericht kunnen werken
- oplossingsgericht kunnen werken in de zin van zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk
- het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES:
FG 1.: de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De leraar kan
- 1.1.1.: in overleg met teamleden of externen, zowel individuele kindkenmerken als kenmerken van de groep achterhalen;
- 1.1.2.: bij het bepalen van de beginsituatie rekening houden met de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de kleuter.
- 1.2.1.: bij het kiezen en formuleren van doelen de mogelijkheden van de kleuters als referentiepunt nemen;
- 1.2.2: gedifferentieerde doelen formuleren;
- 1.2.3.: bij het kiezen en formuleren van doelen gebruikmaken van onder meer ontwikkelingsdoelen, ontwikkelings- en leerlijnen, een geselecteerd leerplan en het schoolwerkingsplan.
- 1.3.1.: rekening houdend met het aanbod thuis, met de beginsituatie en met criteria van maatschappelijke relevantie, keuzes maken uit een breed ontwikkelingsaanbod; waarbij nagestreefd wordt dat elke kleuter maximale kansen op ontwikkeling krijgt;
- 1.4.2.: een aanbod creëren dat aansluit bij de leefwereld en de motivatie van de kleuters, waarbij hij gebruik maakt van de diversiteit, waaronder de sociale, culturele en talige diversiteit binnen de groep.
- 1.5.1.: aangepaste werkvormen kiezen en ze afstemmen op de doelstellingen;
- 1.5.2.: gepaste groeperingsvormen kiezen;
- 1.5.4.:. zijn aanpak differentiëren als dat nodig is;
- 1.6.1.: informatie over ontwikkelingsmaterialen vinden, raadplegen en kritisch beoordelen, rekening houdend met de specifieke behoeften van de doelgroep;
- 1.6.2.: ontwikkelingsmaterialen adequaat gebruiken en aanpassen;
- 1.7.1.: voor kleuters stimulerende omgevingen creëren die rekening houden met de belangstelling en de capaciteiten van de kleuters en die de mogelijkheid bieden tot dialoog en interactie.
- 1.8.1.: met ondersteuning van collega’s en experten, bepalen waar hij bij de observatie van de kleuters op zal letten en welke beoordelingscriteria hij hanteert om uit te maken of kleuters een “gezond” ontwikkelingsverloop vertonen of integendeel in hun ontwikkeling stagneren of problemen ondervinden.
- 1.11.: het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de kleuters.
- 1.12.1.: in het kader van het zorgbeleid en de handelingsplanning het onderwijsleerproces aanpassen aan de specifieke behoeften en de mogelijkheden van de kleuters door in te spelen op de verschillen tussen kleuters, het verstrekken van aangepaste en individuele leerhulp, het aanreiken van hulpmiddelen om een doel te bereiken en leerdoelen die een belangrijke hinderpaal vormen te vervangen door haalbare of specifieke doelen;
- 1.12.2.: rekening houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van kleuters waaronder de grootstedelijke context.
- 1.13.: bijdragen aan het gevoelig maken en openstaan voor talen door aan talensensibilisering te doen.
FG 3: de leraar als inhoudelijk expert.
De leraar kan:
- 3.1.1.: zijn eigen deskundigheid op inhoudelijk terrein bevorderen;
- 3.2.1.: flexibel gebruik maken van domeinspecifieke kennis en vaardigheden in de pedagogisch-didactische aanpak.
FG 5: de leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
De leraar kan:
5.1.1.: vernieuwende inzichten uit de opleiding in zijn onderwijspraktijk aanwenden;
FG 6: De leraar als partner van ouders of verzorgers (1)
De leraar kan:
- 6.5.: in Standaardnederlands of in een ander passend register, communiceren met ouders en verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties.

Attitudes:
- A1: beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor te dragen
- A2: relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen
- A3: kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgestelde doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen
- A4: leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen
- A5: organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden
- A6: zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken
- A7: verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen
- A8: flexibilteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures

De ondersteunende kennis en vaardigheden omvat de basiscompetenties van de beginnende leerkracht:
- de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- de leraar als inhoudelijk expert
- de leraar als innovator – de leraar als onderzoeker
- de leraar als partner van ouders en verzorgers


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Donald Hendrickx,Taaldidactiek in het kleuteronderwijs, onuitgegeven cursus
Dokeos, digitale leeromgeving

Studiekosten
2 euro

Studiebegeleiding
Op aanvraag van de student.

Onderwijsvormen
Onderwijs-leergesprek, zelfstandig begeleid werk, project Diversiteit

Evaluatievorm
Diploma- en creditcontract
Eerste zittijd:
- taken: 30%
- theoretisch examen: 70%

Tweede zittijd: zie eerste zittijd

Examencontract: zie diploma- en creditcontract

OP-leden
Donald Hendrickx