PROJECTWERK II
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 20.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 40.0
Totale studietijd [D] 120.0
Studiepunten [E] 4
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Katrien De Praetere
Referentie LCOWIJ02A00012
 
Trefwoorden
Projectwerking, Project muzische vorming, PMV domein muziek, beeld, taal, drama, media, beweging, project diversiteit

Doelstellingen
• PROJECT MUZISCHE VORMING:

KENNIS:
- kennismaken met kunstbeschouwing

VAARDIGHEDEN:
- verruimen mogelijkheden binnen de domeinen van de muzische vorming: beeld, drama, muziek, media, beweging en taal
- het kunnen afwerken van een product
- bereid zijn om experimenten zelf te ervaren, clichédoorbrekend te werken
- vakoverschrijdend werken, hier dus: domeinoverschrijdend
- leren procesmatig werken
- studenten reflecteren over hun handelen binnen projectwerk
- stappenplan ontwikkelen om structuur in het project te krijgen

ATTITUDES:
- ontwikkelen van basisattitudes zoals: verantwoordelijkheid opnemen, initiatief willen en durven nemen, afspraken kunnen maken en zich daaraan houden, leren organiseren, zelfwerkzaamheid
- opleidingsoverschrijdend te werk gaan
- openstaan voor samenwerking met studenten van andere opleiding (BOKO)

PROJECT DIVERSITEIT:

KENNIS

- studenten hebben kennis van uiteenlopende vormen van klasmanagement, onderwijstechnieken en diverse onderwijsstijlen van een leerkracht
- kennis hebben van instrumenten en procedures ter ondersteuning van projectwerk.
- kennis hebben van de verschillende fases in projectwerk.
- kennis hebben van goed gebruik van informatiebronnen.
- kennis hebben van brainstormtechnieken.

VAARDIGHEDEN

- het samenwerken en sociaal leren van leerlingen stimuleren.
- het kunnen toepassen van uiteenlopende vormen van klasmanagement en onderwijstechnieken opdat een uitdagende leeromgeving zou ontstaan.
- het bewaken van leerdoelen en eindtermen gedurende projectwerk en W.O.activiteiten.

ATTITUDES

- het kunnen bevorderen van een goede groepsgeest en de groepscohesie kunnen onderhouden.
- kunnen rekening houden met de eigenheid van elk kind en voldoende aandacht en zorg besteden aan de verschillen tussen kinderen
- kunnen omgaan met de diversiteit in een groep
- kunnen diversiteit waarnemen in de klas, op school en daarbuiten
- kunnen diversiteit op een positieve manier benaderen
Voor een gedetailleerde lijst met doelstellingen: zie syllabus

Leerinhoud
PROJECT MUZISCHE VORMING:
Het project bestaat uit verschillende stappen:
-. zelfstandig werk
-. toonmomenten
- evaluatie

PROJECT DIVERSITEIT:
- studenten werken in groep een gekozen projectonderwerp uit zowel naar inhoud en vorm.
- studenten presenteren hun project aan de andere groepen waarin een muzisch accent terug te vinden is.
- studenten werken in een groep een aspect van diversiteit uit

Begincompetenties
PROJECT MUZISCHE VORMING:

De eindcompetenties verworven hebben voor het opleidingsonderdeel project I (PMV) uit het modeltraject 2.


Eindcompetenties
Aan onderstaande basiscompetenties lager onderwijs wordt gewerkt en aandacht geschonken:
Basiscompetenties leraar lager onderwijs:

FG1:de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- 1.1. de beginsituatie van de leerlingen en van de klas kunnen achterhalen
- 1.2. doelstellingen kunnen kiezen en formuleren
- 1.3. leerinhouden kunnen selecteren
- 1.4. leerinhouden kunnen structureren en vertalen in opdrachten
- 1.5. een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvormen kunnen kiezen
- 1.6. onderwijs- en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen
- 1.7. een krachtige leeromgeving creeren
- 1.9. kunnen observeren, proces product kunnen evalueren
- 1.12 de leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de groep

FG2: de leraar als opvoeder
- 2.1. in overleg een postief leefklimaat creeren voor de kinderen in de leerlingengroep en op school
- 2.2. de emancipatie van de kinderen bevorderen
- 2.3. attitudes bij kinderen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooing en maatschappelijke participatie
- 2.4. inspelen op de actuele maatschappelijke ontwikkelingen

FG 3: De leraar als inhoudelijk expert:
- 3.1. de leraar kan de eigen deskundigheid op inhoudelijk terrein bevorderen
- 3.2. toepassen van de verworven kennis en vaardigheden in de didactische aanpak
- 3.3. het eigen vormingsaanbod situeren en afstammen op het geheel van het onderwijsaanbod

FG 4: De leraar als organisator:
- 4.1: De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen.
- 4.2.: een soepel en efficient dagverloop creeren, passend in een tijdsplanning:
        - vanuit het oogpunt van de leraar
        - vanuit het oogpunt van de lerende
- 4.3: op correcte wijze administratieve taken uitvoeren

FG 5: De leraar als onderzoeker:
- 5.1. vernieuwende elementen aanwenden en aanbrengen
- 5.3: het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen

FG 7: De leraar als lid van een schoolteam:
- 7.1: De leerkracht kan overleggen en samenwerken binnen het schoolteam
- 7.1.1: de leraar kan zijn opdracht realiseren in samenwerking met de leden van het schoolteam en rekening houdend met de schoolcultuur.
- 7.2: binnen het team over een taakverdeling overleggen en de afspraken naleven
-7.3.: het eigen pedagogisch en didactisch handelen bespreekbaar maken in teamverband

FG 8: De leraar als partner van externen:
-8.1: met hulp van collega's contacten leggen, communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden

FG 10: De leraar als cultuurparticipant:
- 10.1:actuele maatschappelijke thema's en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen op de volgende domeinen:
- het sociaal-politieke domein
- het sociaal-economische domein
- het levensbeschouwelijke domein
- het cultureel-esthetische domein
- het cultureel-wetenschappelijke domein

Alle attitudes komen aan bod: A1/A2/A3/A4/A5/A6/A8/A9/A10



Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Infobundel (zie project I PMV).
Cursus projectwerking in de basisschool
Logboek
Studenten brengen zelf diverse leermiddelen aan

Studiekosten
35 euro indien Project I niet gevolgd is

Studiebegeleiding
Van de student wordt verwacht dat hij/zij problemen i.v.m. het opleidingsonderdeel op eigen initiatief meldt aan de betrokken lectoren
Mogelijkheid tot extra individuele begeleiding tijdens zelfstandig werk.
Indien gewenst: feedback bij logboek.


Onderwijsvormen
Groepswerk
Toonmoment
Evaluatiemomenten
Zelfstandig werk
Individueel werk
Begeleid zelfstandig werk

Evaluatievorm
PROJECT MUZISCHE VORMING:
De punten bedragen 60% van de cluster
Eerste zittijd:
• 40% mondeling examen (toonmoment+ evaluatiegesprek).
• 60% niet periode gebonden taak ( logboek).
Tweede zittijd:
• 40% mondeling examen (toonmoment)
• 60% niet periode gebonden taak ( logboek).

PROJECT DIVERSITEIT:
De punten bedragen 40% van de cluster
Eerste zittijd:
• 60% product en toonmoment
• 40% procesevalautie door peer-assesment
Tweede zittijd: 100% mondeling examen


Dit opleidingsonderdeel is enkel toegankelijk met een examencontract mits een bijkomende inschrijving via een diplomacontract.

Indien een student voor een onderdeel van de cluster 7/20 of minder behaalt, krijgt hij het laagste deelcijfer voor de volledige cluster.


OP-leden

PROJECT MUZISCHE VORMING:

Karen Clement
Ida Jonniaux
Kaya Jakovits
Monique Bellens
Donald Hendrickx
Barbele Kindt
Katrien De Praetere
Dominique Van Dender

PROJECT DIVERSITEIT:

Diane Boudringhien en alle lectoren van 2 BOLO