| Wordt gegeven in |
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, voeding/verzorging
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, handel - burotica
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
1st jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
|
| Hoorcollege |
[A] 30.0 |
| Werkcollege |
[B] 25.0 |
| Begel. zelfst./extern werk |
[C] 65.0 |
| Totale studietijd |
[D] 210.0 |
| Studiepunten |
[E] 7 |
| Niveau |
inleidend |
| Creditcontract? |
toelating nodig |
| Examencontract? |
toelating nodig |
| Onderwijstaal |
Nederlands |
| Titularis |
Hannelore Sys
|
| Referentie |
LCSOXX01A00001 |
|
Trefwoorden
onderwijskunde, didactiek, onderwijskundige en didactische vaardigheden, pedagogiek, onderwijsorganisatie, praktijk in onderwijskunde
Doelstellingen
1. Vaardigheden, kennis en didactiek (5 studiepunten)
1.1 Algemene didactiek
- De termen opvoeding, vorming en onderwijs met elkaar kunnen vergelijken.
- Zich bewust zijn van de onderwijs-, vormings- en opvoedingstaken van de leerkracht.
- Het didactisch model van Van Gelder kunnen uiteenzetten.
- De beginsituatie van leerlingen en klas kunnen achterhalen.
- De verschillende factoren die de beginsituatie mee bepalen kunnen illustreren.
- De heterogeniteit van de leergroep in kaart kunnen brengen.
- Doelstellingen correct kunnen formuleren.
- De taxonomie van De Block kunnen hanteren.
- Soorten doelstellingen kunnen categoriseren.
- De principes die aan de basis van de eindtermen liggen kunnen uitleggen.
- De waarde van de eindtermen en/of ontwikkelingsdoelen, het pedagogisch project, het leerplan, het schoolwerkplan en de leerlijnen voor het kiezen van doelstellingen kunnen uiteenzetten.
- De waarde van de vakoverschrijdende eindtermen kunnen kaderen en verklaren.
- De verschillende thema’s binnen de vakoverschrijdende eindtermen kunnen opsommen.
- Leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek kunnen bekijken.
- Voor de verschillende didactische werkvormen een omschrijving kunnen geven.
- Voor de verschillende didactische werkvormen de bruikbaarheid kunnen bespreken.
- De techniek van het vragen-stellen kunnen toepassen.
- Voor gegeven doelstellingen kunnen bepalen welke didactische werkvormen gehanteerd kunnen worden.
- Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in leeractiviteiten.
- Leerinhouden kunnen kiezen rekening houdend met de beginsituatie en de doelstellingen.
- Het belang en de concrete uitwerking van de didactische principes kunnen beschrijven.
- De verschillende functies van de didactische evaluatie kunnen weergeven.
- De fasen in het evaluatieproces kunnen beschrijven.
- Bij de verschillende vraagvormen de voor- en nadelen kunnen bespreken.
- Bij de verschillende vraagvormen de richtlijnen voor de opstelling en correctie kunnen weergeven.
- De kenmerken die de betrouwbaarheid en validiteit van de evaluatie beïnvloeden, kunnen toelichten.
1.2 De nieuwe leraar
- De eigen basiscompetenties en het beroepsprofiel kunnen omschrijven.
- De verschillende taken en verantwoordelijkheden van een leerkracht kunnen kaderen binnen de voorgeschreven basiscompetenties.
- De wettelijke basis van de algemene onderwijsorganisatie kunnen toelichten.
- De beleidsmatige organisatie voor het onderwijs in Vlaanderen kunnen schetsen.
- De indelingen in schoolnetten kunnen toelichten.
- De verschillende onderwijsniveaus kunnen weergeven.
- De verschillende types van het buitengewoon onderwijs kunnen opsommen.
- De functie van DVO (entiteit curriculum) en VLOR kunnen toelichten.
- De visie van het Gemeenschapsonderwijs kunnen verwoorden.
- Relevante informatiebronnen met betrekking tot ontwikkelingen over onderwijs en samenleving kunnen raadplegen.
- Op de hoogte zijn van de onderwijsactualiteit.
- Verschillende referentiekaders om onderwijskundige thema’s en ontwikkelingen te duiden kunnen aangeven.
- Bereid zijn te reflecteren over de eigen normen waarden en buiten het eigen referentiekader te treden.
- Het ontstaan van het eenheidstype in het secundair onderwijs kunnen schetsen.
- De huidige algemene structuur van het secundair kunnen schetsen.
- De eigenheid van de B-stroom en van de verschillende onderwijsvormen kunnen uiteenzetten.
- De officiële terminologie i.v.m. de organisatie van het secundair onderwijs kunnen hanteren.
- Het systeem van de toelatings-, overgangs- en bekrachtigingsvoorwaarden binnen het secundair onderwijs kunnen uiteenzetten.
- Vormen van samenwerkingsverbanden binnen de school kunnen geven.
- Decretale participatiestructuren, overlegorganen en hun bevoegdheden kunnen aangeven.
- De werking van de klassenraad kunnen toelichten.
- Recente aanpassingen, voorstellen tot wijziging... binnen het S.O. kunnen vermelden.
- Zich bewust zijn van de gepaste deontologische houding in verband met gegevens over leerlingen.
2. Praktijk in de onderwijskunde en reflecteren (2 studiepunten)
- De verschillende aspecten binnen de algemene didactiek in de praktijk kunnen observeren.
- Op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag kunnen schrijven.
- Een geobserveerde les kunnen omzetten in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding.
Belangrijkste attitudes
- neemt initiatief voor het eigen vormingsproces
- grijpt kansen aan om te leren
- wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- streeft naar een goede samenwerking met partners uit het werkveld
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- is bereid het eigen denkkader te verruimen
- wil openstaan voor de ideeën van anderen
Een meer gedetailleerde lijst van doelstellingen voor het onderdeel ‘onderwijskunde 1’ is te vinden in de syllabus en voor het onderdeel ‘de praktijk’ in het Reglement voor de praktijk - 1e semester.
Leerinhoud
1. Vaardigheden, kennis en didactiek (5 studiepunten)
1. Algemene didactiek
- De begrippen opvoeding, vorming en onderwijs
- Het didactisch model van Van Gelder
- De didactische beginsituatie
- Het formuleren van lesdoelstellingen
- De taxonomie van De Block
- Indelingen van doelstellingen
- De eindtermen/ontwikkelingsdoelen: algemene beginselen en uitwerking voor het S.O.
- Het kiezen en selecteren van leerinhouden
- De didactische werkvormen
- De techniek van het vragen-stellen
- De didactische principes
- De didactische evaluatie: soorten, functies, fasen, middelen, vereiste kenmerken
- De facetten van het didactisch model in een lesvoorbereiding
2. De nieuwe leraar
- De basiscompetenties voor leraar SO - groep 1
- De onderwijsorganisatie in Vlaanderen
- Algemene kenmerken van het VSO
- Structuur van het huidige secundair onderwijs
- Officiële terminologie van de onderwijsorganisatie van het secundair onderwijs.
- Toelatings-, overgangs- en bekrachtigingsvoorwaarden en modaliteiten
- Werking van de klassenraad
2. Praktijk in de onderwijskunde en reflecteren (2 studiepunten)
- Didactisch observeren voor alle facetten van het didactisch model
- Het gestandaardiseerd lesvoorbereidingsformulier
- Opbouw van een lesstructuur in de lesvoorbereiding
Een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in de onderwijskunde is te vinden in het Reglement voor de praktijk - 1e semester.
Begincompetenties
De eindtermen secundair onderwijs bereikt hebben
Eindcompetenties
Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
- Leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- Leraar als opvoeder
- Leraar als organisator
- Leraar als partner van de ouders/verzorgers
- Leraar als lid van een schoolteam
- Leraar als lid van de onderwijsgemeenschap
- Leraar als cultuurparticipant
Dit opleidingsonderdeel beoogt het verder uitbouwen van volgende attitudes:
- Beslissingsvermogen
- Relationele gerichtheid
- Kritische ingesteldheid
- Leergierigheid
- Organisatievermogen
- Zin voor samenwerking
- Verantwoordelijkheidszin
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus en het Reglement voor de praktijk - 1e semester).
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus en in het Reglement voor de praktijk - 1e semester.
In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding ‘Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs’ geëxpliciteerd.
Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Syllabus, diverse multimediale bronnen,leerplatform Dokeos brochures, tijdschrift Klasse
Studiekosten
5 EURO
Studiebegeleiding
De lector staat ter beschikking om problemen in verband met de theorie, oefeningen, lespraktijk te helpen oplossen en/of remediëren. Monitoraat en extra oefeningen op aanvraag.
Onderwijsvormen
Waaier aan didactische werkvormen: hoorcolleges, interactieve lessen met discussie, externe leeractiviteiten, zelfstandig werk en begeleid zelfstandig werk.
Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus/syllabi en in het Reglement voor de praktijk - 1e semester.
Voor diplomacontract en creditcontract:
1. Vaardigheden, kennis en didactiek (5 studiepunten)
Schriftelijk examen 100 %
2. Praktijk in de onderwijskunde en reflecteren (2 studiepunten)
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in de onderwijskunde’ is in bepaalde omstandigheden een tweede zittijd mogelijk (zie wel specificaties Reglement voor de praktijk - 1e semester).
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor het onderdeel 1 van de leerinhoud hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor het onderdeel 1 van de leerinhoud (rekening houdend met de specificaties in het Reglement voor de praktijk - 1e semester) als ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten kunnen zich inschrijven voor dit opleidingsonderdeel via een examencontract.
Algemeen: Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde van alle partims
- bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de endbeoordeling/ eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer.
OP-leden
Jan BLOCK, Eva BRAEMSCHEUTE, Els OCKERMAN, Petra STEENHOUT, Hannelore SYS en Sylvie VANDAELE
|
|
