BIOLOGIE 4 EN DE PRAKTIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Handel - burotica
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 39.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 31.0
Totale studietijd [D] 270.0
Studiepunten [E] 9
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Katrien Goossens
Referentie LCSOXX02K00013
 
Trefwoorden
1. Vakkennis en -vaardigheden: uitscheiding, hormonaalstelsel, voortplanting, voortplanting, groei en ontwikkeling bij dieren, gedrag van dieren, bacteriën, zwammen. 2. Vakdidactiek en -methodiek: herbarium / interactief leermodel, gevarieerde evaluatievragen, ecocampus. 3. Praktijk in het onderwijsvak.

Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk 4e semester

Vaardigheden en kennis (4.5 studiepunten)
-Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken;
-Verder aanvullen en integreren van kennis en fundamentele vaardigheden die i.v.m. biologie;
-Legt horizontale verbanden binnen het vak;
-Beheerst de geziene basiskennis en –vaardigheden;
-Begrijpt en gebruikt specifieke vaktaal op een correcte wijze;
-Begrippen i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen hanteren;
-Practica i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen uitvoeren en beschrijven;
-Probleemstellingen en proeven i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen analyseren;
-Wetenschappelijke werkwijze kunnen toepassen en beschrijven i.v.m. vakspecifieke leerinhouden;
-Wisselwerking tussen leerplan en behandelde leerstof kunnen uitleggen;
-Zelfstandig kunnen uitwerken van opdrachten;

Vakdidactiek en –methodiek (1.5 studiepunten):
-Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek
-Is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen
-Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit specifieke niet-taal-onderwijsvak kunnen toepassen;
-Actualiseert en vult de hiaten i.v.m. de vakdeskundigheid aan, verdiept de basiskennis en vaardigheden n.a.v. o.m. reflectie;
-Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in leeractiviteiten in een zelfstandig opgestelde les of lessenreeks;
-Kiest de werkvorm en de groeperingsvorm i.f.v. de doelstellingen;
-Kan gepaste onderwijs- en leermiddelen aanpassen/aanmaken/gebruiken voor de verschillende leerfases;
-ICT functioneel kunnen integreren in de lessen biologie;
-Hanteert instructietaal met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep;
-Werkt vakoverschrijdend binnen het vak;
-Kan teksten beoordelen en schriftelijk en mondeling toegankelijk maken door ze te bewerken op het vlak van taal/door ze te bewerken door een gepaste didactiek;
-Reageert constructief op het taalgebruik van de leerlingen;
-Heeft oog voor taalontwikkeling van de leerlingen en formuleert talige processen;
-De mogelijkheden die de communicatie met anderstalige kinderen kunnen vergemakkelijken (o.m. taalgericht vakonderwijs, schooltaal/instructietaal) kunnen toepassen;
-Kan rekening houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van de leerlingen;
-Kan in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uitwerken;
-Zelfstandig kunnen uitwerken van opdrachten en de werkwijze eventueel kunnen uiteenzetten tegenover lectoren en/of medestudenten;
-Leerinhouden kunnen situeren in verschillende leerplannen en vakoverschrijdende toepassingen kunnen integreren;
-Kan gevolg geven aan de gedragscode met betrekking tot het voorbeeldgedrag van de leraar, zowel binnen het departement als tijdens extra muros activiteiten;

Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen
- brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor
- schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding)
- kiest doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep
- koppelt doelstellingen aan leerinhouden
- kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie
- hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding
- zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding)
- kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen
- kan onderwijs- en leermiddelen vinden
- gebruikt / maakt aan de gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen
- past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze
- past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe
- past leerpsychologische inzichten toe
- kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten
- verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken
- hanteert in gesprekken het Standaardnederlands
- hanteert schriftelijk het Standaardnederlands
- vertelt in Standaardnederlands (leest voor indien van toepassing) en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren
- werkt aan een positieve interactie met de leerlingen
- vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen
- begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze
- beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak
- legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend binnen het vak werken
- gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
- werkt aan afspraken en regels met leerlingen
- spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag
- zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…)
- geeft voor zichzelf en de leerlingen de timing aan voor een les
- creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte
- werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing)
- stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na
- informeert zich over het schoolreglement en leeft de regels van de school strikt na
Belangrijkste attitudes
- Durft op te treden tegen leerlingen
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen.
- Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen.
- Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek
- Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces
- Grijpt kansen aan om te leren
- Durft feedback en advies vragen
- Is erop gericht planmatig te werken.
- Is bereid om in team aan een taak te werken
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen
- Vertoont veiligheidszin.
- Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media
- Wil open staan voor ideeën van anderen
- Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie
- Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op
- Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie
- Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan ….

Leerinhoud
1. Vakkennis-vaardigheden ( 4.5 studiepunten)
Theorie/practicum:
1.1 Uitscheiding
1.2 Het hormonaal stelsel
1.3 Voortplanting van de mens
1.4 Voortplanting, groei en ontwikkeling bij moneren, protisten en dieren
1.5 Gedrag van dieren
1.6 De stam van de geleedpotigen of Arthropoda
1.7 Bacteriën
1.8 Zwammen
En de wisselwerking met de leerplannen S.O.

2 Vakdidactiek en methodiek (1.5 studiepunten)
2.1 Samenstellen van een herbarium / interactief leermodel
2.2 Opstellen van gevarieerde evaluatievragen aansluitend bij een opgegeven hoofdstuk uit de leerplannen biologie bedoeld voor de eerste of tweede graad van het secundair onderwijs
2.3 Samenstellen, presenteren en uitwisselen van een werkdocument met recente gegevens en uitgevoerde acties in het kader van MOS of Ecocampus.
2.4 Didactiek en methodiek in de biologie

3. Praktijk in het onderwijsvak ( 3 studiepunten):
een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én 2e semester ).

Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus/syllabi en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus/ syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 4e semester.
In de syllabus/syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.

Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als opvoeder
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als lid van een (school)team

Attitudes ivm:
-Beslissingsvermogen
-Relationele gerichtheid
-Kritische ingesteldheid
-Leergierigheid
-Organisatievermogen
-Zin voor samenwerking
-Verantwoordelijkheidszin
-Creatieve ingesteldheid
-Flexibiliteit
-Taalgebruik en communicatie


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- Syllabus biologie 2 BOSO
- Syllabus i.v.m. de vakstage biologie in het domein ‘De Hoge Rielen’ te Kasterlee
- leeromgeving met de in de les aangewende powerpointpresentaties, met evaluatievragen en met relevante URL’s
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Biologie I. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- en experimentenschrift 1. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 2. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 3. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 4. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Wetenschappelijk Werk 1. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Wetenschappelijk Werk 2. De Boeck, Antwerpen
- Voor alle Exploratie- & Experimentenschriften maken ingevulde versies zelfevaluatie mogelijk.
- Bossier, M.: Moderne dierkunde. Van In, Lier
- Asperges, M.: Planten en andere niet-dierlijke organismen. Van In, Wommelgem
Opmerking: de studenten die in hun vroeger curriculum onvoldoende kennis van de chemie hebben verworven, kunnen in de syllabus van de brugcursus informatie vinden om de tekorten te remediëren.


Studiekosten
€ 20 (inclusief extra-muros)

Studiebegeleiding
De lector en de amanuensis staan steeds ter beschikking om problemen i.v.m. theorie, practica en/of lespraktijk te helpen oplossen of remediëren, zowel tijdens de uren voorzien voor het monitoraat als daarbuiten (op individuele afspraak).

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, externe leeractiviteiten, zelfstandig werk, zelfstudie. Deze werkvormen laten niet alleen toe de leerinhouden en vaardigheden toe te passen en de gewenste attitudes te ontwikkelen, maar laten de vakdidactiek ook op een geïntegreerde wijze aan bod komen.

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus/syllabi en in het Reglement voor de praktijk.
Voor diplomacontract en creditcontract:

1.Vakkennis-vaardigheden: voor 4.5 studiepunten:
-Schriftelijk examen 40 %
-Mondeling examen 50. %
-Permanente evaluatie 10 % (geen 2de zit mogelijk)

2.Vakdidactiek en methodiek: voor 1.5 studiepunten:
-Schriftelijk examen 50 %
-Permanente evaluatie 20 % (geen 2de zit mogelijk)
-Taken 30 %

3.Praktijk in het vak en reflecteren voor 3 studiepunten:
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk

Voor examencontract:

Studenten dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.

Algemeen: Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
-het gewogen gemiddelde voor alle partims
-bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer.


OP-leden
Katrien Goossens