PROJECT ALGEMENE VAKKEN 4 EN DE PRAKTIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Handel - burotica
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 30.0
Werkcollege [B] 33.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 61.0
Totale studietijd [D] 270.0
Studiepunten [E] 9
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Jo Cochuyt
Referentie LCSOXX02K00015
 
Trefwoorden
Kennis, vaardigheden, vakdidactiek en -methodiek, praktijk in het onderwijsvak, functionele domeinen: wetenschappen, functionele informatieverwerving en -verwerking, evaluatie, vaardigheden evalueren, klasmanagment, functionele taalvaardigheid

Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk - 4e semester.

Vaardigheden en kennis (4 studiepunten):
De vaardigheid beheersen om met enkele multimediale leeromgevingen te werken.
Kennis van het leerplan.
In samenwerking met een groep een thema/project vakoverschrijdend kunnen uitwerken.
De emancipatie van de leerlingen bevorderen.
Bij de leerlingen attitudes nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie.
Inspelen op actuele maatschappelijke gebeurtenissen.
Kennis en inzichten over wetenschappen.
Inzichten van kwantitatieve geletterdheid kunnen hanteren en toepassen.
Kennis en inzichten van ICT-geletterdheid, toegepast op de 'harde' wetenschappen.
Leerinhouden PAV kunnen uitdiepen en verbreden.

Vakdidactiek en –methodiek (2 studiepunten):
Toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek raadplegen.
Zich bewust zijn van de talige achtergrond van leerlingen.
Inzichten over klasmanagment kunnen hanteren en toepassen.
Aandacht hebben voor criteriapunten om een goed evaluatiemiddel op te maken voor PAV.
Didactiek voor wiskunde in B-stroom en BSO kunnen hanteren.

Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):
Achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken.
Achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen.
Brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor.
Schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding.
Formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding).
Kiest doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen.
Kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen.
Kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep.
Koppelt doelstellingen aan leerinhouden.
Kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie.
Hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding.
Zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les en lessenreeks( +voorbereiding).
Kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen.
Kan onderwijs- en leermiddelen vinden.
Gebruikt / maakt aan de gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen.
Past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze.
Past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe.
Past leerpsychologische inzichten toe.
Kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten.
Verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken.
Hanteert in gesprekken het Standaardnederlands.
Hanteert schriftelijk het Standaardnederlands.
Vertelt in Standaardnederlands (leest voor – indien van toepassing) en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren.
Werkt aan een positieve interactie met de leerlingen.
Vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen.
Begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze.
Beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten.
Past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak.
Legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend binnen het vak werken.
Gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
Werkt aan afspraken en regels met leerlingen.
Spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag.
Zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…).
Geeft voor zichzelf en de leerlingen de timing aan voor een les.
Creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte.
Werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing).
Stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na.
Informeert zich over het schoolreglement en leeft de regels van de school strikt na.
Kiest reële situaties, aansluitend bij de leefwereld van de leerlingen.
Situeert de les in de vakoverschrijdende eindtermen.
Kan adequaat omgaan met de eigenheid en heterogeniteit van de leerlingenpopulatie in het BSO.

Belangrijkste attitudes:
Durft op te treden tegen leerlingen.
Houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen.
Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen.
Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen.
Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek.
Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces.
Grijpt kansen aan om te leren.
Durft feedback en advies vragen.
Is erop gericht planmatig te werken.
Is bereid om in team aan een taak te werken.
Vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren.
Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen.
Vertoont veiligheidszin.
Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media.
Wil open staan voor ideeën van anderen.
Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie.
Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op .
Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie.
Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan.


Leerinhoud
Onderdelen van de leerinhoud:
1.Vakkennis en -vaardigheden (4 studiepunten):
Kwantitatieve geletterdheid.
Inhouden die bijdragen tot het opbouwen van een algemeen referentiekader betreffende een aantal wetenschapsgerelateerde onderwerpen.
Multimediale leeromgevingen.

2. Vakdidactiek en -methodiek (2 studiepunten)
Aandachtspunten voor wiskunde in B-stroom en BSO
Taalbeleid in wetenschappen

3. Praktijk in het onderwijsvak (3 studiepunten):
Een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester.

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én het 2e semester.

Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus en het Reglement voor de praktijk 4e semester).

Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus en het Reglement voor de Praktijk 4e semester.

In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.

Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
        - als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
        - als opvoeder
        - als inhoudelijk expert
        - als organisator
        - als lid van een (school)team

Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Cursus, notities, in de lessen uitgedeelde documentatie, zelf aan te maken documentatiemappen, handboeken, atlassen, ZRM, naslagwerken, leerplannen.

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 50 Euro (zonder extra-muros activiteiten).

Studiebegeleiding
Lector staat ter beschikking om problemen i.v.m. theorie, oefeningen, lespraktijk te helpen oplossen en/of remediëren.
Monitoraat en extra oefeningen op aanvraag.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, zelfstandig werk, interactieve lessen met discussie en opdrachten, individuele opdrachten.

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus en in het Reglement voor de praktijk.

Voor diplomacontract en creditcontract:
1. Vakkennis-vaardigheden: voor 4 studiepunten
        Schriftelijk examen 80%
        Taken 20%

2. Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
        Schriftelijk examen 85%
        Taken 15%

3. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 3 studiepunten
        Permanente evaluatie: 100%
        Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk.

Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhoud 1 of 2 hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.

Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.

Algemeen: Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde voor alle partims
- bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer.

OP-leden