Trefwoorden Kennis - Vaardigheden - Vakdidactiek en –methodiek Praktijk in het onderwijsvak, Theorie, lifetime sport (BBB, powerplate, fitball, spinning, cardio), terugslagsporten, SVS en gehandicapten
Doelstellingen Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk - 4e semester
A. Vaardigheden en kennis + Vakdidactiek en –methodiek (6 studiepunten)
A.1. Theorie sportdienst
De student:
- kent de wetgeving en rechtspraak inzake sport
- kent de regelgeving m.b.t. verzekering en burgerlijke aansprakelijkheid inzake sport
- kent verschillende sociologische onderzoekstechnieken
- kan sport relateren aan economie
A.2. Lifetime sport (BBB, powerplate, fitball, spinning, cardio)
De student:
- kent de beschouwende aspecten m.b.t. sportethiek
- kan de elementaire principes van de trainingsleer toepassen bij lifetime sporten
- beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
A.3. Vakdidactiek: didactische en methodische principes van terugslagsporten (toegepast in
de praktijk van tennis en/of squash dus transfer naar TATE en BADM)
De student:
- kan de basistechnieken demonstreren
- kent de spelregels van (mini)tennis en squash
- kent de didactische en methodische principes van de vooropgestelde terugslagsporten
- raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek
- is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen/deelnemers
- kent het belang van specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit niet-taal-onderwijsvak
B. Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):
De student:
- kan actief meedraaien in een organisatie van schoolsport
- kan een sportieve activiteit bij gehandicapten geven en/of begeleiden
- voldoet aan de verschillende competenties als recreatieve lesgever
- achterhaalt de beginsituatie van de groep a.h.v. een observatie van de organisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- achterhaalt de beginsituatie van de groep a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen
en toetsen
- brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor
- schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding)
- kiest doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep
- koppelt doelstellingen aan leerinhouden
- kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie
- hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding
- zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding)
- kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen
- kan onderwijs- en leermiddelen vinden
- gebruikt / maakt aan de gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen
- past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze
- past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe
- past leerpsychologische inzichten toe
- kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten
- verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken
- hanteert in gesprekken het Standaardnederlands
- hanteert schriftelijk het Standaardnederlands
- vertelt in Standaardnederlands en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren
- werkt aan een positieve interactie met de leerlingen
- vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen/deelnemers
- begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze
- beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak
- legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend binnen het vak werken
- gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
- werkt aan afspraken en regels met leerlingen/deelnemers
- spreekt leerlingen/deelnemers aan op ongewenst gedrag
- zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie)
- geeft voor zichzelf en de leerlingen/deelnemers de timing aan voor een les
- creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte
- werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing)
- stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na
- informeert zich over het school- of clubreglement en leeft de regels van de school/club strikt na
Belangrijkste attitudes
- durft op te treden tegen leerlingen/deelnemers
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen/deelnemers
- houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen/deelnemers
- tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek
- neemt initiatief voor het eigen vormingsproces
- grijpt kansen aan om te leren
- durft feedback en advies vragen
- is erop gericht planmatig te werken
- is bereid om in team aan een taak te werken
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen
- vertoont veiligheidszin
- is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media
- wil open staan voor ideeën van anderen
- hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie
- ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op
- gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie
- past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan
Leerinhoud Onderdelen van de leerinhoud:
A. Vakkennis-vaardigheden + Vakdidactiek en methodiek (6 studiepunten):
A.1. Theorie
- wetgeving
- recht
- verzekering
- burgerlijke aansprakelijkheid
- sociologische onderzoekstechnieken
- sport en economie
A.2. Lifetime sport (fitness, BBB, powerplate, fitball, spinning, cardio)
Trendgevoelige fitnessvormen
A.3. Vakdidactiek: didactische en methodische principes van terugslagsporten (toegepast in
de praktijk van tennis en squash dus transfer naar TATE en BADM)
- didactiek en methodiek terugslagsporten
- spelregels tennis en squash
- techniek en tactiek tennis
- taalgerichte methodieken
B. Praktijk in het onderwijsvak (3 studiepunten):
Een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester
- SVS
- gehandicapten
Begincompetenties De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én 2e semester ).
Bij voorkeur deelgenomen hebben aan semester 3.
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 4e semester.
In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar/recreatiemanager:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als opvoeder
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als innovator-onderzoeker
- als lid van een (school)team
- als partner van externen
Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie
Assertiviteit
Heeft oog voor veilige situaties
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Algemene ondersteuning via elektronisch leerplatform (Dokeos) in combinatie met:
- cursussen
- transparanten
- powerpoint-presentaties
Studiekosten Algemeen blijven bepaalde reeds aangekochte leermaterialen in de vorige semesters van de opleiding dienst doen.
- Elektronisch leerplatform: zelf uitprinten
- Activiteiten voor lifetime sport: +/- 25 euro
- Cursus:
o Vakkennis - vaardigheden: 6 euro
o Vakdidactiek: 6 euro
Studiebegeleiding - problemen op eigen initiatief melden aan de lector
- controle op vormgeving en inhoud (oefenstofkeuze) van lesvoorbereidingen
- gratis sportaanbod Sovoreg
- ervaring opdoen in clubs of sportkampen
- de lectoren geven richtlijnen rond de aanbevolen literatuur
Onderwijsvormen Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, externe leeractiviteiten, zelfstandig werk, taken, praktijksessies, voordrachten, medewerking SVS activiteiten, groepswerk
Evaluatievorm Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de praktijk.
Voor diplomacontract en creditcontract:
A. Vakkennis-vaardigheden en Vakdidactiek en methodiek: voor 6 studiepunten
Schriftelijk en/of mondeling examen 48%
Permanente evaluatie 52 %
Bij permanente evaluatie is een tweede zittijd niet mogelijk.
B. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 3 studiepunten
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhouden A.1. of A.2. of A.3. hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhouden van A.1. of A.2. of A.3. waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
Algemeen:
Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde voor alle partims/subopleidingsonderdelen
- bij 7/20 of minder voor één van de partims A, B of C wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer.
OP-leden Roger De Braeckeleer, Stijn Morand, Veerle Permentier, Lise Speleers, Maarten Demeestere, Rita Van hauwermeiren
|
|