Trefwoorden Kennis- Vaardigheden- Vakdidactiek en –methodiek – AMC – AMV – LP – samenzang - praktijk in het onderwijsvak – analyse - vakdidactiek AMC, AMV en samenzang – expressie - project kunstvakken – muzikale vorming - esthetica – deeltijds kunstonderwijs – leraar deeltijds kunstonderwijs – cultuur- en muziekgeschiedenis – repertoire begeleidingen en liederen
Doelstellingen Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk 3e semester
1 Vaardigheden en kennis (5 studiepunten):
- beheersen de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
- beheersen de geziene basiskennis en –vaardigheden
- kunnen de specifieke vaktaal op een correctie wijze begrijpen en gebruiken
- kunnen de hiaten i.v.m. vakdeskundigheid actualiseren en verdiepen
- kunnen de basiskennis en –vaardigheden n.a.v. ondermeer reflectie verdiepen
- kunnen nieuwsgierigheid naar kunst, kunstactualiteit en expressie ontwikkelen
- kunnen persoonlijk creatief en artistiek gedrag ontwikkelen
- kunnen principes van projectmatig werken gebruiken
- kunnen een thema met artistiek vakoverschrijdende inhouden verwerken
- kunnen de vakinhouden van de voorgestelde thema’s (gebaseerd op leerplannen van het DKO, lagere graad en middelbare graad) verdiepend uitwerken
- kunnen de resultaten van dit onderzoek toepassen in eigen artistieke projecten
- kunnen een portfolio (rond cultuur- en muziekgeschiedenis, concert- en tentoonstellingsbezoeken, en repertoire van begeleidingen en liederen) aanleggen en verdedigen
- kunnen verschillende bronnen kritisch hanteren
- kunnen een portfolio (rond cultuur- en muziekgeschiedenis, concert- en tentoonstellingsbezoeken, en repertoire van begeleidingen en liederen) aanleggen en verdedigen
- kunnen complexe instrumentale vormen (fuga, sonatevorm, symfonisch gedicht en ouverture) benoemen en hanteren
- kunnen de inhoud van de instrumentenleer deel 1 verwoorden en hanteren
- kunnen complexe ritmische en melodische oefeningen horen, ontcijferen en noteren
- kunnen vlot partituren lezen en intoneren van het niveau W. Brandse deel 1
- kunnen “muziek” als domein van expressie ervaren
- kunnen de domeinen muziek, woord, beweging, media en beeld inhoudelijk aan elkaar koppelen
2 Vakdidactiek en –methodiek (2 studiepunten):
- kunnen toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek raadplegen
- kunnen ICT functioneel integreren bij het ontwerpen van krachtige leeromgevingen
- zijn zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen
- kunnen de specifieke methodieken voor taalondersteuning/-gerichtheid in dit specifieke niet-taal-onderwijsvak toepassen en ermee omgaan (cf taalgericht werk)
- kunnen het profiel van de verschillende doelgroepen onderscheiden en verwoorden
- kunnen de opdrachten aanpassen aan het profiel van de verschillende doelgroepen
- kunnen de opdrachten aanpassen het een artistiek pedagogisch project (APP)
- kunnen het principe van een artistiek pedagogisch project verwoorden
- kunnen een algemene lesstructuur en lessenreeksen DKO/SO ontwerpen en gebruiken
- kunnen jaarplannen DKO ontwerpen en hanteren
- kunnen de specifieke instructietaal van het lesgeven gebruiken: DKO/SO
- kunnen de inhouden van de opgelegde thema’s transfereren naar een specifieke doelgroep
- kunnen functionele didactische middelen voor een specifieke doelgroep ontwikkelen
- kunnen een algemene lesstructuur expressie ontwerpen en gebruiken
- kunnen de specifieke instructietaal van het lesgeven op het vlak van expressie gebruiken
- kunnen individueel en in team onderwijs- en leermiddelen kiezen en aanpassen
- kunnen reflecteren over de eigen onderwijservaringen
- kunnen n.a.v. reflectie de eigen praktijkervaringen verbeteren
3 Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (2 studiepunten):
- kunnen de beginsituatie van de klas achterhalen a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- kunnen de heterogeniteit van de leergroep in kaart brengen, in overleg met de mentor
- kunnen op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag schrijven, of kunnen een geobserveerde les omzetten in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- kunnen de doelstellingen concreet en operationeel formuleren (in een lesvoorbereiding)
- kunnen correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding hanteren
- kunnen zorgen voor een logische structuur in een les(voorbereiding)
- kunnen werkvormen en groeperingsvormen kiezen in functie van doelstellingen
- kunnen onderwijs- en leermiddelen vinden, aanpassen en gebruiken
- kunnen bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe, het aanschouwelijkheidsprincipe en het individualisatieprincipe toepassen
- kunnen de specifieke vaktaal op een correcte wijze begrijpen en gebruiken
- beheersen de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- kunnen op correcte wijze omgaan met administratieve schoolverplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
- kunnen in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uitwerken (indien van toepassing)
- kunnen specifiek didactisch materiaal aansluitend bij lesopdrachten DKO/SO ontwerpen
- kunnen leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten a.d.h.v. verwantschappen tussen het eigen vakgebied en andere vakgebieden
- kunnen een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kiezen
- kunnen een krachtige leeromgeving creëren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de groep
- kunnen het leer- en ontwikkelingsproces adequaat begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen
- kunnen omgaan met de diversiteit van de leergroep door bewust te zijn van en rekening te houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van leerlingen
- kunnen leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek opzetten
- kunnen een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren door kennis van diverse vormen van tijdsmanagement (zoals het gebruik van lesvoorbereidingen en het jaarplan)
Belangrijkste attitudes:
- houden zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- vertonen stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- creatieve ingesteldheid
Leerinhoud Onderdelen van de leerinhoud:
1 Vaardigheden en kennis (5 studiepunten):
- verder ontwikkelen van de luistervaardigheid
- analyse: vormleer deel 2: complexe instrumentale vormen (fuga, sonatevorm, symfonisch gedicht en ouverture)
- muzikale vorming: muziektheorie (instrumentenleer deel 1), gehoor (complexe ritmische en melodische oefeningen), partituurlezen en zelfstandige intonatie (niveau W. Brandse deel 1)
- kunst en kunstactualiteit
- verschillende bronnen voor muziektheorie, muziek- en kunstgeschiedenis
- inhouden van initiële esthetica en kunstactualiteit
- portfolio samenstellen: uitdiepen van een selectie cultuur- en muziekhistorische onderwerpen uit de barok; besprekingen van concert- en tentoonstellingsbezoeken; repertoire aanleggen en kunnen uitvoeren van zelfgemaakte en bestaande begeleidingen, reducties en liederen geschikt voor het niveau L3 van het DKO
- leerinhouden van het vak expressie volgens een opgelegd thema uitvoeren
2 Vakdidactiek en methodiek (2 studiepunten):
- didactisch verwerken van kennis, technieken en vaardigheden met betrekking tot de vakken AMV, samenzang, AMC en luisterpraktijk in het DKO
- de leerplannen DKO/SO
- lesvoorbereiding DKO/SO
- de algemene structuur van de lesvoorbereiding hanteren
- functionele didactische middelen ontwerpen voor een specifieke doelgroep
- vakinhouden van het DKO, lagere graad en middelbare graad volgens aangeboden thema’s didactisch verwerken
- specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in PKV: muziektaal
- de leerplannen expressie
- in een lesvoorbereiding de technieken en vaardigheden didactisch verwerken
3 Praktijk in het onderwijsvak (2 studiepunten):
Een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 3e semester
Begincompetenties De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1ste én 2de semester ).
Bij voorkeur de credits behaald hebben voor MO semester 1 en MO semester 2
Eindcompetenties De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi en het Reglement voor de praktijk 3e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 3e semester.
In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Vaardigheden en ondersteunende kennis i.v.m. competenties van de beginnende leraar:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als lid van een (school)team
- als cultuurparticipant
Attitudes i.v.m.:
Relationele gerichtheid
Verantwoordelijkheidszin
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie
Assertiviteit
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursussen analyse, muziekleer, muziekgeschiedenis, vakdidactiek, piano, ICT, audiomateriaal, vakliteratuur...
Studiekosten
Ongeveer 150 euro
Studiebegeleiding Monitoraat op afspraak
Onderwijsvormen Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, externe leeractiviteiten, zelfstandig werk, projectwerk, groepswerk, onderwijsgesprek, leergesprek, musiceren
Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 3e semester.
Voor diplomacontract en creditcontract:
1 Vaardigheden en kennis: voor 5 studiepunten
- schriftelijk examen: 25 %
- mondeling examen: 20 %
- permanente evaluatie: 40 %. Tweede zittijd mogelijk door een vervangende taak
- taken: 15 %.
2 Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
- permanente evaluatie: 60 %, tweede zittijd mogelijk door een vervangende taak
- taken: 40 %
3 Praktijk in het vak en reflecteren: voor 2 studiepunten
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de eerste zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de inhoud 1 of 2 hoeven daarvoor geen tweede zittijd te doen. Ze moeten echter wel een tweede zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.
Voor examencontract:
Studenten moeten zich inschrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
Algemeen: voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde voor alle partims
- bij 7/20 of minder voor één van de partims wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling van het opleidingsonderdeel, maar wordt de eindbeoordeling / het eindcijfer bepaald door de partim met het laagste cijfer
OP-leden Catherine Quatacker, Hans Scholliers, Jan Vuye, Annick Roelens, Hilde Eeman, Klaartje Pannier
|
|