MUZIKALE OPVOEDING 4 EN DE PRAKTIJK
 
Wordt gegeven in 2de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
Hoorcollege [A] 49.0
Werkcollege [B] 50.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 96.0
Totale studietijd [D] 270.0
Studiepunten [E] 9
Niveau uitdiepend
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Annick Roelens
Referentie LCSOXX02K00040
 
Trefwoorden
Kennis - Vaardigheden - Vakdidactiek en –methodiek – Praktijk in het onderwijsvak, muziekleer, muziek- en ciltuurgeschiedenis, piano, liedbegeleiding, zang, harmonie, koordirectie, vakdidactiek

Doelstellingen

Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabi en voor de Praktijk in het onderwijsvak in het Reglement voor de praktijk – 4e semester
Vaardigheden en kennis ( 4 studiepunten)
- Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
- De student geeft blijk van verworven vaardigheden om de muziek in al zijn facetten te reproduceren (intoneren, ritmeren , solfiëren, kennis van de muziektheorie )niveau semester 4
-De student kent de stijlkenmerken van de muziek van de periode behandeld in semester 4 en kan een muziekstuk auditief of met partituren analyseren.
- Beheerst instrumentale en vocale vaardigheden (niveau semester 4)
Vakdidactiek en –methodiek ( 2 studiepunten):
-Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek
- Is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen
- Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit onderwijsvak
- Heeft inzicht in de leerprogramma’s muzikale opvoeding van het secundair onderwijs:
- Kan lessen en didactische oefeningen voorbereiden en uitvoeren

Praktijk in het onderwijsvak en reflecteren (3 studiepunten):
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. een observatie van de klasorganisatie, de handelingen van de mentor(en) en a.h.v. gesprekken
- achterhaalt de beginsituatie van de klas a.h.v. interview, observatie, én handboeken en handleidingen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen, leerplannen en toetsen
- brengt de heterogeniteit van de leergroep in kaart in overleg met de mentor
- schrijft op basis van observatieopdrachten een gestructureerd verslag, of zet een geobserveerde les om in een gestructureerde schriftelijke voorbereiding
- formuleert de doelstellingen concreet en operationeel (in een lesvoorbereiding)
- kiest doelstellingen kiezen op basis van handleidingen en leerplannen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de verschillende ontwikkelingsdomeinen
- kiest doelstellingen rekening houdend met de beginsituatie van de groep
- koppelt doelstellingen aan leerinhouden
- kiest leerinhouden in functie van doelstellingen en beginsituatie
- hanteert correct de begrippen en de structuur van de lesvoorbereiding
- zorgt voor een logische structuur in een zelfstandig opgestelde les( +voorbereiding)
- kiest werkvorm en groeperingsvorm in functie van doelstellingen
- kan onderwijs- en leermiddelen vinden
- gebruikt / maakt aan de gepaste onderwijs- en leermiddelen voor de verschillende lesfasen
- past onderwijs- en leermiddelen aan en gebruikt ze
- past bij het uitwerken van een les het motivatieprincipe, het activiteitsprincipe en het aanschouwelijkheidsprincipe toe
- past leerpsychologische inzichten toe

- kiest doelstellingsvalide vragen, taken en opdrachten
- verzamelt gegevens (in functie van evalueren) op basis van observatie en gesprekken
- hanteert in gesprekken het Standaardnederlands
- hanteert schriftelijk het Standaardnederlands
- vertelt in Standaardnederlands (leest voor – indien van toepassing) en is zich daarbij bewust van zijn eigen mogelijkheden om die vaardigheden optimaal in te zetten en eventuele beperkingen te compenseren
- werkt aan een positieve interactie met de leerlingen
- vertoont voorbeeldgedrag voor de attitudes die worden nagestreefd bij de leerlingen
- begrijpt en gebruikt de specifieke vaktaal op een correcte wijze
- beheerst de vakspecifieke leerinhouden voor de te geven lesopdrachten
- past de verworven basiskennis en vaardigheden toe in de didactische aanpak
- legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend binnen het vak werken
- gaat op correcte wijze om met administratieve (school)verplichtingen zoals het bijhouden van agenda, gegevens edm.
- werkt aan afspraken en regels met leerlingen
- spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag
- zorgt ervoor dat de materiële organisatie zo geordend mogelijk verloopt (materiaalbedeling, ruimtelijke organisatie…)
- geeft voor zichzelf en de leerlingen de timing aan voor een les
- creëert een stimulerende, veilige en werkbare klas- en leerruimte
- werkt in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uit (indien van toepassing)
- stelt in overleg binnen de school afspraken op en leeft die na
- informeert zich over het schoolreglement en leeft de regels van de school strikt na

Belangrijkste attitudes
- Durft op te treden tegen leerlingen
- houdt zich aan elementaire regels van de sociale omgangsvormen
- Gaat uit van een positieve ingesteldheid t.o.v. leerlingen.
- Houdt rekening met de leef- en ervaringswereld van de leerlingen.
- Tracht op een positieve manier om te gaan met gefundeerde kritiek
- Neemt initiatief voor het eigen vormingsproces
- Grijpt kansen aan om te leren
- Durft feedback en advies vragen
- Is erop gericht planmatig te werken.
- Is bereid om in team aan een taak te werken
- vertoont stiptheid, administratieve correctheid naar mentoren en lectoren
- Wil de verantwoordelijkheid dragen voor het eigen handelen
- Vertoont veiligheidszin.
- Is bereid te variëren en experimenteren met nieuwe werkvormen, inhouden, media
- Wil open staan voor ideeën van anderen.
- Hanteert zelf correcte mondelinge en schriftelijke communicatie
- Ontwikkelt een ‘taalgeweten’ en spoort bij twijfel de gepaste oplossing op
- Gebruikt bewust verbale en non-verbale communicatie.
- Past het eigen taalgebruik aan de eigen communicatieve situatie aan


Leerinhoud
Onderdelen van de leerinhoud:
1. Vakkennis-vaardigheden ( 4 studiepunten):
1.1 Domein Praktische vaardigheden: piano, liedbegeleiding, zang, koordirectie (1.5stp)
piano:
-verder uitdiepen van pianistieke problemen met nadruk op flexibiliteit, anticiperen, snel ontcijferen, inzicht, klankkwaliteit.
zang:
- een uitgebreider repertorium van liederen met aandacht voor expressiviteit.
liedbegeleiding:
- uitdieping nevenakkoorden en hun omkeringen.
- septiemakkoorden verder uitbreiden.
- zingen en spelen van bestaande begeleidingen.
- akkoorden met letterbenamingen ontcijferen.
koordirectie:
- basiskennis slagtechniek.
- op een didactisch verantwoorde manier liederen en meerstemmigheid aanbrengen.
- verder opbouwen van een muzikaal en pedagogisch repertoire.
1.2 Domein Muziektheorie: muziek - en cultuurgeschiedenis, muziekleer en harmonie (2.5 stp)
* Muziekleer:
- a-capella-intoneren,1 en 2-stemmige zanglessen, modaal en tonaal.
- gehoorvorming: ritmisch, melodisch en thematisch dictee van hogere moeilijkheidsgraad.
*Muziekgeschiedenis:
10. Rococo, Classicisme en Preromantiek:vormen en genres, evolutie van de parameters, belangrijkste componisten.
11. Vroegromantiek en Hoogromantiek: vormen en genres, evolutie va,n de parameters, belangrijkste componisten.
vakterminologie
* Harmonie deel 4
-het napolitaans sextakkoord herkennen, schrijven en verbinden.
- wissel- en tussendominanten.
-het kwart-sextakkoord.
2. Vakdidactiek en methodiek ( 2 studiepunten):
-leerplannen 3e en 4e jaar ASO, TSO en BSO van het gemeenschapsonderwijs , het provinciaal onderwijs en het OVSG
-zelfstandig lessen kunnen opbouwen uit bovenstaande leerplannen
-technisch en muzikaal verantwoorde muziekmontages maken
-kritische benadering van diverse uitvoeringspraktijken
-onderzoek naar de stageonderwerpen meegegeven door het werkveld
-specifieke methodiek voor taalondersteuning en taalgerichtheid

3. Praktijk in het onderwijsvak ( 3 studiepunten): een gedetailleerde lijst van de inhoud van de praktijk in het onderwijsvak is te vinden in het Reglement voor de praktijk 4e semester

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 1e én 2e semester ).

Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi en het Reglement voor de praktijk 4e semester)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de Praktijk 4e semester.
In de syllabi wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.

Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
- als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
- als opvoeder
- als inhoudelijk expert
- als organisator
- als lid van een (school)team
Attitudes ivm: Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
handboeken, syllabi, liedbundels, partituren, CD’s, piano, Hifi-installatie, PC..

Studiekosten
Mogelijke buitenlandse vakkenstage: € 500,00
Concerten, partituren, vakliteratuur, syllabi, werkbladen,…€ 250,00

Studiebegeleiding
Monitoraat op afspraak

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, externe leeractiviteiten, zelfstandig werk Individueel onderricht, onderricht in kleine groepjes…..

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi en in het Reglement voor de praktijk.
Voor diplomacontract en creditcontract:

1.Vakkennis en Vaardigheden (4 stp)

1.1 Praktische vaardigheden: piano, liedbegeleiding, zang, koordirectie (1.5 stp)
Permanente evaluatie 100 %; mogelijkheid tot 2e zittijd via opdracht gecombineerd met toonmoment.
1.2 Muziektheorie: muziek - en cultuurgeschiedenis, muziektheorie en harmonie (2.5 stp)
Muziektheorie (1stp): schriftelijk examen: 40%; mondeling examen: 50%; permanente evaluatie 10%.
Muziekgeschiedenis (1stp): schriftelijk examen: 90%; taken: 10%.
Harmonie (0.5 stp): permanente evaluatie: 100%
1. Vakdidactiek en methodiek: voor 2 studiepunten
Schriftelijk examen 70 %
Mondeling examen 20 %
Taken 10 %

2. Praktijk in het vak en reflecteren: voor 3 studiepunten
Permanente evaluatie: 100%
Voor het partim ‘Praktijk in het onderwijsvak’ is geen tweede zittijd mogelijk
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen van de leerinhoud 1.1 of 1.2 of 2 hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.

Voor examencontract:
Studenten dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
Algemeen: Voor de eindbeoordeling van dit opleidingsonderdeel geldt het volgende:
- het gewogen gemiddelde voor de 2 DOMEINEN en de partim vakdidactiek en de partim praktijk
- bij 7/20of minder voor één van de 2 DOMEINEN of voor de partim vakdidactiek en -methodiek of voor de partim praktijk wordt er geen gewogen rekenkundig gemiddelde gemaakt voor de eindbeoordeling, maar wordt de eindbeoordeling/eindcijfer bepaald door het domein of de partim met het laagste cijfer.


OP-leden
Cathérine Quatacker, Marie-Anne Roelens, Hilde Eeman, Mirella Ruigrok, jan Vuye, Hans Scholliers, Christine Van Zandijcke, Klaartje Pannier, Marijke van Arnhem