BIOLOGIE 5
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs - groep 1, Handel - burotica
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 30.0
Werkcollege [B] 20.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 20.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Katrien Goossens
Referentie LCSOXX03K00002
 
Trefwoorden
1. Vakkennis en -vaardigheden:, Biologie, zenuwstelsel, zintuigen, erfelijkheidsleer, evolutie, virussen, soa, mossen, varens, paardenstaarten, naaktzadigen, bedektzadigen, generatiewisseling bij planten, 2. Vakdidactie en methodiek, administratie, jaarvorderingsplan, vereisten voor een biologielokaal, leerpad ontwikkelen, zelfstandig werk, vakkenstage

Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst met doelstellingen is te vinden in de syllabus van de 5de semester

1. Vaardigheden en ondersteunende kennis:
De studenten integreren hun kennis en fundamentele vaardigheden i.v.m. biologie, gezondheidsleer en milieu en vullen deze verder aan met met onderwerpen die nog niet aan bod kwamen in het eerste, tweede, derde en vierde semester en die onontbeerlijk zijn voor een degelijk gefundeerd, actueel en aangepast biologieonderricht door de toekomstige leraar in het secundair onderwijs, rekening houdend met de voorgeschreven leerplan- en lesdoelstellingen en met de eindtermen. De student kan als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen projectmatig en teamgericht werken, en is in staat eenvoudige leidinggevende taken uit te voeren.
Daartoe de student(e):
- Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
- Verder aanvullen en integreren van kennis en fundamentele vaardigheden die i.v.m. biologie;
- Legt horizontale verbanden binnen het vak;
- Beheerst de geziene basiskennis en –vaardigheden;
- Begrijpt en gebruikt specifieke vaktaal op een correcte wijze;
- Begrippen i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen hanteren;
- Practica i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen uitvoeren en beschrijven;
- Probleemstellingen en proeven i.v.m. vakspecifieke leerinhouden kunnen analyseren;
- Wetenschappelijke werkwijze kunnen toepassen en beschrijven i.v.m. vakspecifieke leerinhouden.
- Wisselwerking tussen leerplan en behandelde leerstof kunnen uitleggen;
- Zelfstandig kunnen uitwerken van opdrachten;

2. Vakdidactiek en –methodiek:
- Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakinhoudelijk en vakdidactisch onderzoek;
- Is zich bewust van de talige achtergrond van leerlingen;
- Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in dit specifieke niettaal- onderwijsvak kunnen toepassen;
- Actualiseert en vult de hiaten i.v.m. de vakdeskundigheid aan, verdiept de basiskennis en vaardigheden n.a.v. o.m. reflectie;
- Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in leeractiviteiten in een zelfstandig opgestelde les of lessenreeks;
- Kiest de werkvorm en de groeperingsvorm i.f.v. de doelstellingen;
- Kan gepaste onderwijs- en leermiddelen aanpassen/aanmaken/gebruiken voor de verschillende leerfases;
- ICT functioneel kunnen integreren in de lessen biologie;
- Hanteert instructietaal met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep;
- Werkt vakoverschrijdend binnen het vak;
- Kan teksten beoordelen en schriftelijk en mondeling toegankelijk maken door ze te bewerken op het vlak van taal/door ze te bewerken door een gepaste didactiek;
- Reageert constructief op het taalgebruik van de leerlingen;
- Heeft oog voor taalontwikkeling van de leerlingen en formuleert talige processen;
- De mogelijkheden die de communicatie met anderstalige kinderen kunnen vergemakkelijken (o.m. taalgericht vakonderwijs, schooltaal/instructietaal) kunnen toepassen;
- Kan rekening houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van de leerlingen;
- Kan in samenwerking met collega’s (studenten) opdrachten uitwerken;
- Zelfstandig kunnen uitwerken van opdrachten en de werkwijze eventueel kunnen uiteenzetten tegenover lectoren en/of medestudenten;
- Leerinhouden kunnen situeren in verschillende leerplannen en vakoverschrijdende toepassingen kunnen integreren;
- Kan gevolg geven aan de gedragscode met betrekking tot het voorbeeldgedrag van de leraar, zowel binnen het departement als tijdens extra muros activiteiten


Leerinhoud
1.Vakkennis en -vaardigheden:
1.1 Zenuwstelsel en zintuigen;
1.2 Erfelijkheidsleer;
1.3 Evolutie;
1.4 Virussen;
1.5 Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa);
1.6 Mossen;
1.7 Varens;
1.8 Voortplanting; generatiewisseling bij paardenstaarten;
1.9 Voortplanting; generatiewisseling bij naaktzadigen;
1.10 Voortplanting; generatiewisseling bij bedektzadigen.

2. Didactiek en methodiek:
2.1 Administratie voor de leraar SO;
2.2 Opstellen van een jaarvorderingsplan;
2.3 Vereisten voor het biologielokaal;
2.4 Internet in functie van de lessen biologie: ontwikkelen van een leerpad.
2.5 Zelfstandig werk: ontwerpen van een leerpad ter illustratie van een hoofdstuk uit de leerplannen biologie, bedoeld voor de eerste of tweede graad SO.
2.6 Vakkenstages: algemene en vakspecifieke leerinhouden, vaardigheden en attitudes die tijdens een bezoek aan een wetenschappelijke instelling aan bod komen.

Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 3e én 4e semester ).


Eindcompetenties
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus/syllabi)
Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus.
In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.
Door het nastreven van bovenstaande doelstellingen bereiken we de basiscompetenties waarnaar wordt verwezen in de syllabus bestemd voor de 5de semester van de opleiding. Dit omvat basiscompetenties uit de functionele gehelen de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen, de leraar als opvoeder, de leraar als inhoudelijk expert, de leraar als organisator, de leraar als innovator-onderzoeker, de leraar als partner van ouders en verzorgers, de leraar als lid van een schoolteam, de leraar als partner van externen, de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap, de leraar als cultuurparticipant, en alle attitudes.

Vaardigheden en ondersteunende kennis ivm competenties van de beginnende leraar:
De student(e) is in staat om:
  • Ondersteunende kennis uit leerplannen, schoolwerkplannen, eindtermen, relevante boeken, onderwijspakketten en andere informatiebronnen te hanteren.
        leerinhouden kunnen kiezen rekening houdend met maatschappelijke relevantie
        aangepaste didactische modellen voor leerlingen met specifieke behoeften integreren in de lessen (differentieert en remedieert)
  • Leerinhouden kunnen structureren en vertalen in leeractiviteiten (voor alle leerlingen)
        een logische structuur in jaarplanning en lessenreeks kunnen verzorgen
        leeractiviteiten kunnen kiezen in functie van het differentiëren en remediëren
        verbanden kunnen leggen tussen verschillende vakgebieden zowel horizontaal als verticaal
        de vakoverschrijdende eindtermen kunnen integreren in de leeractiviteiten - de les in vakoverschrijdende eindtermen kunnen situeren.
        visie ontwikkelen op de ontwikkelingen van specifieke vakinhouden

  • Een aangepaste methodische aanpak en groeperingsvorm kunnen kiezen
        de vaardigheid beheersen om met enkele multimediale leeromgevingen te werken:
        diverse didactische werkvormen, diverse groeperingsvormen en elektronische leeromgevingen

  • Onderwijs- en leermiddelen (in team en individueel) kunnen kiezen en aanpassen
        relevante bronnen kunnen hanteren om leermiddelen te vinden
        criteria kunnen hanteren om leermiddelen te beoordelen
  • Observatie en evaluatie kunnen voorbereiden (individueel en indien nodig in team)
        stelt zelf toetsen op (kan opdrachten opstellen voor het evalueren van leerinhouden)
        kan de betekenis en plaats van evaluatievormen in het leerproces bepalen
        kan evaluatievormen, -technieken en -instrumenten gebruiken
  • Het leer- en ontwikkelingsproces adequaat kunnen begeleiden in Standaardnederlands en daarbij rekening houden met en gericht inspelen op de diverse persoonlijke en maatschappelijke taalachtergronden van de leerlingen
        voert met collega's (studenten) en leerlingen doelgericht gesprekken
        hanteert in gesprekken met leerlingen de passende registers en taalniveaus
        kan teksten beoordelen; schriftelijk en mondeling toegankelijk maken door ze te bewerken en van een aangepaste didactiek te voorzien
        formuleert evaluatie en feedback, zowel mondeling als schriftelijk op een heldere manier
        kan specifieke methodieken toepassen voor taalondersteuning en taalgerichtheid van niet - taalvakken
  • Op de actuele maatschappelijke gebeurtenissen kunnen inspelen en deze kunnen hanteren in een pedagogische context
        de leerinhoud kunnen koppelen aan maatschappelijke gebeurtenissen
  • Basiskennis ivm de eigen onderwijsvakken beheersen, actualiseren, verbreden en verdiepen
        beheerst de geziene basiskennis en -vaardigheden van alle opleidingsonderdelen.
        actualiseert en vult de hiaten ivm vakdeskundigheid aan, verdiept de basiskennis en –vaardigheden van de eigen vakken n.a.v. o.m. reflectie
  • De verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheid kunnen aanwenden in een aangepaste pedagogisch-didactische aanpak.
        concepten, inhouden, structuren en methodes van het vakgebied kunnen toepassen
  • Het eigen vormingsaanbod kunnen situeren, afstemmen en integreren op/in het geheel van het onderwijsaanbod met het oog op de begeleiding en oriëntering van de leerlingen
        houdt rekening met verwantschappen tussen eigen en andere vakgebieden (zowel gewoon als buitengewoon onderwijs) en studieloopbanen
        houdt rekening met vertikale verbanden (leerlijnen)
        legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend
  • Vernieuwende elementen en resultaten van onderwijsontwikkelingswerk kunnen aanwenden en aanbrengen
        maakt voor lesvoorbereidingen gebruik van vernieuwende oefenstof, didactische werkvormen en didactische inzichten
  • Kunnen deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema’s.
        treedt met collega’s (studenten) in debat over onderwijskundige thema’s.
  • Kunnen dialogeren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving
        treedt met collega’s (studenten) in discussie over de rol van het onderwijs in de samenleving en over de plaats van de leraar daarin.

Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen: durven een standpunt in te nemen of tot een handeling over te gaan, en er ook de verantwoordelijkheid voor dragen.
Relationele gerichtheid: in contacten met anderen kenmerken van echtheid, aanvaarding, empathie en respect tonen
Kritische ingesteldheid: bereid zijn zichzelf en zijn omgeving ter discussie te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de wenselijkheid en haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
Leergierigheid: actief zoeken naar situaties om zijn competentie te verbreden en te verdiepen
Organisatievermogen: erop gericht zijn de taken zo te plannen, te coördineren en te delegeren, dat het beoogde doel op een efficiënte manier bereikt kan worden.
Zin voor samenwerking: bereid zijn om gemeenschappelijk aan eenzelfde taak te werken
Verantwoordelijkheidszin: zich verantwoordelijk voelen voor de school als geheel en het engagement aangaan om een positieve ontwikkeling van het kind te bevorderen.
Creatieve ingesteldheid: verder ontwikelen en gebruiken
Flexibiliteit: bereid zijn zich aan te passen aan wijzigende omstandigheden, zoals middelen, doelen, mensen en procedures
Taalgebruik en communicatie
Assertiviteit: gefundeerde standpunten verdedigen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
- Syllabus biologie 3 BOSO 5de semester
- Leeromgeving met de in de les aangewende powerpointpresentaties, met evaluatievragen en met relevante URL’s
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Biologie I. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- en experimentenschrift 1. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 2. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 3. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Exploratie- & Experimentenschrift 4. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Wetenschappelijk Werk 1. De Boeck, Antwerpen
- De Facq, F, Degadt, D., Soffers, R.: Wetenschappelijk Werk 2. De Boeck, Antwerpen
- Voor alle Exploratie- & Experimentenschriften maken ingevulde versies zelfevaluatie mogelijk.
- Asperges, M., e.a.: Planten en andere niet-dierlijke organismen, Van In, Wommelgem
- Bossier M., e.a.: Moderne dierkude, Van In, Lier
Opmerking: de studenten die in hun vroeger curriculum onvoldoende kennis van de chemie hebben verworven, kunnen in de syllabus van de brugcursus informatie vinden om de tekorten te remediëren.


Studiekosten
Syllabus en vakkenstage: Ca. € 25

Studiebegeleiding
De lector en de amanuensis staan steeds ter beschikking om problemen i.v.m. theorie, practica en/of lespraktijk te helpen oplossen of remediëren, zowel tijdens de uren voorzien voor het monitoraat als daarbuiten (op individuele afspraak).

Onderwijsvormen
Hoorcolleges, practica, zelfstandig werk, vakkenstage, assistentschapstage, zelfstudie. Deze werkvormen laten niet alleen toe de leerinhouden en vaardigheden toe te passen en de gewenste attitudes te ontwikkelen, maar laten de vakdidactiek ook op een geïntegreerde wijze aan bod komen.

Evaluatievorm

Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus.
Voor diplomacontract en creditcontract:
-Vakkennis-vaardigheden, vakdidactiek en methodiek:
Schriftelijk examen 30 %
Mondeling examen 40 %
Taken 15 %
Permanente evaluatie 15%
Voor examencontract:
Studenten dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.


OP-leden
Katrien Goossens