TECHNOLOGISCHE OPVOEDING 5
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, algemene vakken
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, Voeding/verzorging
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs - groep 1, Handel - burotica
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, lichamelijke opvoeding
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, muzikale opvoeding
3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, plastische opvoeding
Hoorcollege [A] 10.0
Werkcollege [B] 40.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 29.0
Totale studietijd [D] 180.0
Studiepunten [E] 6
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Carine Seynaeve
Referentie LCSOXX03K00012
 
Trefwoorden


Doelstellingen
Een gedetailleerde lijst van doelstellingen is te vinden in de syllabus
De studenten
- moeten leerlijnen kunnen hanteren om doelstellingen voor zijn lessen te kunnen selecteren
- kan op basis van vastgestelde leerlingenkenmerken doelstellingen differentiëren
- kan met de verschillende leerplannen TO werken
- kan aangepaste did. modellen integreren in de lessen
- kan informatiebronnen raadplegen en kent relevante leerboeken en onderwijspakketten
- kan zelfstandig een lessenreeks opstellen
- kan een jaarplanning opmaken
- kan context en vakoverschrijdend werken
- kan VOET integreren in zijn lessen
- heeft een visie op de specifieke vakinhouden
- kan werkvormen en groeperingvormen kiezen in functie van de individuele kenmerken van de lln
- beheerst de vaardigheden om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
- kent diverse did. werkvormen, groeperingvormen en een elektronische leeromgeving
- kan zelfstandig leermiddelen aanmaken
- pleegt overleg en kiest team
- hanteert een gepaste instructietaal rekening houdend met de heterogeniteit van de lln
- kan ICT functioneel integreren in de lessenreeksen
- kan reflecteren over de eigen praktijkervaring en deze verbeteren
- kan de rol van en aangepast taalgebruik inschatten
- kan zelf toetsen en evaluaties opstellen
- gebruikt observatie-instrumenten om psychomotorische doelstellingen te evalueren
- kan de betekenis van de evaluatie- en observatie-instrumenten in een leerproces bepalen
- kan met collega-studenten doelgerichte gesprekken voeren
- hanteert tijdens deze gesprekken het Standaardnederlands
- kan teksten transfereren tot op het niveau van de lln
- beheerst specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgerichtheid in TO
- beheerst methodieken en werkvormen voor lln met leermoeilijkheden
- kan rekening houden met horizontale samenhang van de verschillende vakken
- kan in de klas afspraken en waarden bespreekbaar maken
- kan de leerinhouden koppelen aan maatschappelijke gebeurtenissen
- staat kritisch tegenover de manier waarop de maatschappelijke thema’s en de gebeurtenissen in de media worden vertolkt
- geeft taalgericht vakonderwijs (instructietaal)
- beheert de basiskennis rond de contexten: voedingen techniek, verzorging en techniek en bouw en techniek
- kan verbanden leggen tussen TO en andere vakgebieden
- kan aan de hand van een leerplan TO en jaarplanning opstellen
- kan organisatie plannen voor een lessenreeks TO
- kan bij groepsopdrachten, projecten TO, nieuwe inzichten en persoonlijke inbreng te integreren
- kan vanuit reflectie over eigen kennis, vaardigheden binnen TO, relevante informatie raadplegen
- zoekt relevante en toegankelijke informatiebronnen van onderwijsonderzoek binnen TO en daarbuiten
- voert doelgerichte gesprekken met collega-studenten en hanteert daartoe de juiste taalniveaus
- geeft korte en bondige uiteenzetting over onderwerpen binnen het vak TO in Standaardnederlands
- kan met collega’s in debat treden over de ontwikkeling binnen het onderwijs


Leerinhoud
1. Vakkennis en vaardigheden:
Vermits de leerplannen TO voor het secondair onderwijs, vak TO, uitgebouwd werden aan de hand van zogezegde contexten (A-stroom) en verkenningsgebieden (B-stroom), wordt in de cursus modulair gewerkt en wordt nauw aangesloten bij de indeling zoals gemaakt in de bovenvernoemde leerplannen.
De verkenningsgebieden, voeding, verzorging en bouw worden vergeleken met de contexten voeding en techniek, verzorging en techniek en bouw en techniek. Dit op basis van de verschillende leerplannen, eenvoudige werkstukken, aanpak volgens technologisch proces en presentaties aan elkaar.
Een jaarplanning TO kunnen uitschrijven voor de A-stroom en voor de B-stroom en dit binnen de verschillende leerplannen (GO, OVSG en VSKO).

2. Vakdidactiek en methodiek:
Een lessenreeks leren uitschrijven binnen het technologisch proces en deze koppelen aan een jaarplanning.
Verschillende didactische methodes kunnen relateren aan het technologisch proces.
Specifieke methodieken voor taalondersteuning en taalgericht onderwijs: juiste terminologie, taalgericht vakonderwijs.


Begincompetenties
De competenties (en credits) verworven hebben (of ervoor gedelibereerd zijn) van het betreffende onderwijsvak van het 3e én 4e semester ).

Eindcompetenties
Verwijzend naar decretaal vastgelegde algemene competenties en de algemene beroepsgerichte competenties en de beroepsgerichte competenties meer bepaald de basiscompetenties voor d"De Professionele Bachelor in Onderwijs: kleuteronderwijs" wordt voornamelijk gewerkt aan:
ALGEMENE COMPETENTIES:
- Denk en redeneervaardigheid
- het verwerven en verwerken van informatie
- het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken
- creativiteit
- het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken
- het vermogen van communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen

ALGEMENE BEROEPSGERICHTE COMPETENTIES
- teamgericht kunnen werken
- oplossingsgericht kunnen werken
- het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk

BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabus) Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabus.

De beginnend leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
1.1.Doelstellingen (voor leerlingen en klas) kunnen kiezen en formuleren en leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek kunnen opzetten: vanuit inhouden van het vakgebied (onderwijsvak), én vanuit een vakoverschrijdende invalshoek.
1.2.10. Differentieert doelstellingen op basis van vastgestelde individuele leerlingenkenmerken
1.3.4. Integreert voor leerlingen met specifieke behoeften aangepaste didactische modellen in de lessen (differentieert en remedieert)
1.4.3. Zorgt voor een logische structuur in:
A. een les
B. een zelfstandig opgestelde les
C. een lessenreeks
D. een jaarplanning
1.4.5 Kan het verband leggen tussen verschillende vakgebieden zowel horizontaal als verticaal
1.4.6 Integreert de vakoverschrijdende eindtermen in de leeractiviteiten – situeert de les in vakoverschrijdende eindtermen.
1.5.4. Beheerst de vaardigheid om met enkele multimediale leeromgevingen te werken
1.6.4.Maakt zelfstandig onderwijs- en leermiddelen aan.
1.6.5. Pleegt overleg over onderwijs- en leermiddelen en kiest in team.
1.7.6. Hanteert instructietaal met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep.
1.7.7. Integreert ICT functioneel bij het ontwerpen van een krachtige leeromgeving
1.7.10. Kan het samenwerken en het samenwerkend leren bevorderen bij de planning, uitvoering van een thema, project
1.8.2. Stelt zelf toetsen op (kan opdrachten opstellen voor het evalueren van leerinhouden
1.8.5. Kan de betekenis en plaats van evaluatievormen in het leerproces bepalen
1.11.1. Voert met collega’s (studenten) en leerlingen doelgericht gesprekken
1.11.6. Schrijft doelgericht verschillende soorten korte teksten bestemd voor collega’s (studenten), en voor leerlingen en hanteert daartoe de passende registers en taalniveaus
1.11.8. Kan teksten beoordelen en schriftelijk en mondeling toegankelijk maken door ze te bewerken door een aangepaste didactiek.
1.11.10. Formuleert evaluatie en feedback mondeling en schriftelijk op een heldere manier.
1.11.14. Heeft oog voor de taalontwikkeling van de leerlingen en formuleert talige doelstellingen.
1.12.4. Is zich bewust van de sociaal-culturele en talige achtergrond van leerlingen waaronder de grootstedelijke context.
1.12.5. Kan rekening houden met de sociaal-culturele en talige achtergrond van leerlingen (o.m. taalgericht vakonderwijs).
1.13.5. Kan in overleg met het (school)team over een gezamenlijke aanpak van aspecten van leren leren bepalen.

De beginnend leraar als inhoudelijk expert.
3.1.1. Beheerst de geziene basiskennis en -vaardigheden van alle opleidingsonderdelen.
3.1.4. Actualiseert en vult aan de hiaten ivm vakdeskundigheid, verdiept de basiskennis en –vaardigheden van de eigen vakken n.a.v. o.m. reflectie.
3.3.2. Legt horizontale verbanden, werkt vakoverschrijdend.
3.3.3. Houdt rekening met verticale verbanden. (leerlijnen).

De beginnend leraar als innovator- onderzoeker.
5.1.2. Tracht bij de uitwerking van groepsopdrachten, projecten en de eindverhandeling nieuwe inzichten en persoonlijke inbreng te integreren.
5.2.1. Raadpleegt vanuit reflectie over eigen kennis, vaardigheden relevante informatie voor elk opleidingsonderdeel.
5.2.4. Raadpleegt toegankelijke resultaten van vakdidactisch en vakinhoudelijk onderzoek.
5.3.1. Optimaliseert toekomstig onderwijsgedrag vanuit systematische reflectie op het eigen onderwijsgedrag .

De beginnend leraar als lid van het schoolteam.
7.1.2. Participeert aan vergaderingen en kan ze leiden.
7.5.1. Voert doelgerichte gesprekken in Standaardnederlands met collega’s (studenten) en opleiders en hanteert daartoe de passende registers.
7.5.3. Schrijft doelgericht verschillende soorten korte teksten bestemd voor collega’s (studenten), opleiders en hanteert daartoe de passende registers.

De beginnend leraar als cultuurparticipant.
10.1.1. Stelt zich op de hoogte van actualiteiten en ontwikkelingen in verband met:
het cultureel wetenschappelijke domein

In de syllabus wordt de relatie tussen de doelstellingen en de inhouden van dit opleidingsonderdeel en het opleidingsprogramma van de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Secundair Onderwijs geëxpliciteerd.

De ondersteunend kennis en vaardigheden omvatten de competenties van de beginnende leraar:
- de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsdoelen.
- de leraar als opvoeder.
- de leraar als inhoudelijk expert.
- de leraar als organisator.
- de leraar als innovator- onderzoeker.
- de leraar als partner van ouders/verzorgers.
- de leraar als lid van het schoolteam.
- de leraar als partner van externen.
- de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap.
- de leraar als cultuurparticipant.

. Attitudes ivm:
Beslissingsvermogen
Relationele gerichtheid
Kritische ingesteldheid
Leergierigheid
Organisatievermogen
Zin voor samenwerking
Verantwoordelijkheidszin
Creatieve ingesteldheid
Flexibiliteit
Taalgebruik en communicatie
Assertiviteit


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Leerplannen: GO, OVSG, VSKO
Syllabus van het vak
Relevante krantenartikels, vaktijdschriften,…


Studiekosten
syllabus : € 10.00
Andere: ongeveer € 15.00 (kooklessen), verplaatsingskosten naar technopolis, ongeveer € 30.00 werkstuk bouw

Studiebegeleiding
Op donderdagnamiddag wordt monitoraat voorzien en na afspraak op een ander moment.

Onderwijsvormen
Hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig werk, zelfstandig werk, project uitwerken, werkstuk (didactische materiaal) ontwikkelen.

Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabus.
Voor diplomacontract en creditcontract:
Vakkennis-vaardigheden – vakdidactiek en methodiek:
Mondeling examen 10 % (presentatie van het project)
Permanente evaluatie 90 %
Opmerking: samen 100%
Bij permanente evaluatie is een tweede zittijd niet mogelijk door een vervangende taak.
Voor examencontract:
Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.

OP-leden
Carine Seynaeve