OPLEIDINGSONDERDEEL 1: LICHAMELIJKE OPVOEDING
 
Wordt gegeven in 3de jaar professionele Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs, 2 opleidingsonderdelen, lichamelijke opvoeding
Hoorcollege [A] 48.0
Werkcollege [B] 56.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 0.0
Totale studietijd [D] 240.0
Studiepunten [E] 8
Niveau gespecialiseerd
Creditcontract? toegankelijk
Examencontract? niet toegelaten
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Linda Van Parys
Referentie LGSOXX03A99881
 
Trefwoorden
opleidingsonderdeel 1: lichamelijke opvoeding, Vakdidactiek, Individuele Sporten (DA, GYM, ZELFV, ATL), Ploegsporten (BAB, VB, HB, VTB).

Doelstellingen
Vakdidactiek deel 1: kleuter- , lager en buitengewoon lager onderwijs:
- kunnen de leerinhouden voor kleuter- , lager en buitengewoon lager onderwijs uitdiepen ifv de beginsituatie;
- kennen het begrip leerlingenvolgsysteem en kunnen dit toelichten;
- kunnen actuele onderwijsgerelateerde thema's ivm de bewegingsopvoeding en sport doorgronden en vertalen naar de medestudenten (presentatie);
- kunnen zich informeren en documenteren over de leerinhouden via vaktijdschriften; internetsites
- kennen de problematiek van zorgkinderen binnen het lager en buitengewoon lager onderwijs;
- kennen de problematiek van inclusie;
- kunnen de lesopbouw aanpassen aan anderstaligen, zorgleerlingen
- kunnen de leerinhouden evalueren;
- kennen het begrip maximumfactuur en zoeken aangepaste activiteiten ifv de leerlingen, de klas, de omgevingsfactoren;
- kunnen een les bouwen rond het thema rollend materiaal;
- kunnen binnen de thema's "lid van het schoolteam" , "partner van ouders en externen" een voordracht verzorgen
- kunnen zich op de hoogte stellen van navormingen/bijscholingen;
- kunnen onderwerpen/sessies uit het aanbod van navormingen/bijscholingen selecteren en effectief intekenen voor deelname;
- kunnen op een kritische manier doel, inhoud en manier van aanbrengen van een navorming/bijscholing bespreken en motiveren.
Vakdidactiek deel 2: secundair onderwijs en zijn specifieke doelgroepen:
-- leren functioneren in de totaliteit van het secundair onderwijs en dit voor de verschillende doelgroepen;
- kunnen zich informeren en documenteren over de leerinhoud via vaktijdschriften
- kunnen de leerinhouden evalueren
- kunnen differentieren ifv leerlingen, klas, omgevingsfactoren
- kunnen zich op de hoogte stellen van navormingen/ bijscholingen
- kunnen de leerinhouden uitdiepen
Individuele Sporten:
Sociale vaardigheden:
- beperkingen juist inschatten
- elkaar kunnen observeren en verbeteren
- kunnen leiding geven en nemen
- kunnen organiseren
- kunnen evalueren
- kunnen reflecteren over eigen ervaringen tijdens de stage
Cognitieve vaardigheden:
- inzicht hebben in leerstofopbouw en oefenstofkeuze voor wat betreft de specifieke doelgroepen binnen het sec. ond. (BSO, BUSO, TSO )
- uitdiepen van inzicht in de principes van Carrasco (Gym)
Motorische vaardigheden:
- verder uitdiepen van technieken welke je moet kunnen demonstreren in lager en sec. ond.
- kunnen lesgeven op schoolniveau.
Ploegsporten:
Sociale vaardigheden:
- uitvoeringen en beperkingen juist inschatten;
- kunnen elkaar observeren en verbeteren;
- fairplay / spelvreugde integreren in je lessen;
- kunnen leiding nemen;
- kunnen leiding geven;
- kunnen organiseren;
- kunnen spelregels van het eindspel actief toepassen als leidinggevende figuur;
- kunnen evalueren;
- kunnen reflecteren over eigen ervaringen met balsportlessen tijdens de stages
Cognitieve vaardigheden:
- inzicht hebben in de leerstofopbouw en oefenstofkeuze voor wat betreft de specifieke doelgroepen binnen het secundair onderwijs (BSO, BUSO, evt. TSO: sportrichting);
- inzicht hebben in de principes van het doelspelcompetentiemodel / sportspelconcept voor wat betreft evalueren van leerlingen.
Motorische vaardigheden:
- kunnen coöperatief samenspelen volgens de regels van het eindspel;
- uitdiepen van spelhandelingen welke je moet kunnen demonstreren in het lager en secundair onderwijs (zie 1ste en 2de jaar).
Een gedetailleerder lijst van doelstellingen is te vinden in de verschillende syllabi.

Leerinhoud
Vakdidactiek deel 1: kleuter- , lager en buitengewoon lager onderwijs:
- actualiteitsgebonden onderwerpen/thema's (cfr. artikels uit vaktijdschriften);
- actueel navorming/bijscholingsaanbod;
- leerlingenvolgsysteem en zorgverbreding;
- uitdieping en creatieve bewerking leerinhouden kleuter-, lager (cfr. 1 LO) en buitengewoon lager onderwijs;
- beroepsprofiel leerkracht L.O.;
- basiscompetenties leraar L.O.;
- evalueren binnen lichamelijke opvoeding.
Vakdidactiek deel 2: secundair onderwijs en zijn specifieke doelgroepen:
- evaluatie en differentiatie;
- astma;
- vakoverschrijdend werken in de lessen L.O.;
Individuele Sporten:
- DA & GYM: dansante vormen en moeilijker technieken binnen het sec. ond. ( BSO, BUSO, TSO );
- ZELFV: uitbreiding technieken 2de jaar;
- ATL: uitdiepen van leerinhoud van 2de jaar + speerwerpen + video Sprint ABC deel 1 en 2, Phillipka - Verlag.
Ploegsporten:
- theorie: spelregels van het eindspel voor de behandelde ploegsporten (BAB, VB, HB, VTB)
- methodiek specifieke doelgroepen binnen het Secundair onderwijs (BSO, BUSO, evt. TSO: sportrichting);


Begincompetenties
Vakdidactiek::
- voor kleuter-, lager en buitengewoon lager onderwijs -> cfr. eindcompetenties vakdidactiek 1 LO
- voor secundair onderwijs -> cfr. eindcompetenties vakdidactiek 2 LO
Individuele Sporten:
- eindcompetenties DA, GYM, ZELFV, ATL 2 LO;
Ploegsporten:
- norm ploegsporten 2de opleidingsjaar (cfr. eindcompetenties ploegsporten 2 LO).


Eindcompetenties
Vaardigheden:
- de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen: beginsituatie van leerlingen en klas kunnen achterhalen; doelstellingen kunnen kiezen en formuleren; leerinhouden kunnen selecteren; leerinhouden kunnen structureren en vertalen in bewegingsopdrachten; methodische aanpak kunnen kiezen in functie van de doelstellingen; onderwijs- en leermiddelen kunnen kiezen en aanpassen; een leerkrachtige leeromgeving kunnen creëren; observatie en evaluatie kunnen voorbereiden; kunnen observeren, proces en product kunnen evalueren met het oog op bijsturing en remediëring; de heterogeniteit van de B-groep in kaart kunnen brengen in overleg met de mentor; leer- en ontwikkelingsprocessen vanuit vakoverschrijdende invalshoek kunnen opzetten; adequaat kunnen omgaan met de eigenheid en heterogeniteit van de leerlingenpopulatie in het BSO;
- de leraar als opvoeder: in overleg een positief leefklimaat kunnen creëren voor de leerlingen in klasverband en op school; de emancipatie van de leerlingen kunnen bevorderen; attitudes bij leerlingen kunnen nastreven die bijdragen tot hun individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie; kunnen inspelen op de actuele maatschappelijke gebeurtenissen; adequaat kunnen omgaan met leerlingen in socio-emotionele probleemsituaties en leerlingen die gedragsproblemen vertonen; het fysiek welzijn van de leerlingen kunnen bevorderen; adequaat kunnen omgaan met meerderjarige leerlingen;
- de leraar als inhoudelijk expert: basiskennis ivm de eigen vakken kunnen beheersen en actualiseren; de verworven basiskennis en vaardigheden in de didactische aanpak kunnen toepassen; het eigen vormingsaanbod kunnen situeren en afstemmen op het geheel van het onderwijsaanbod;
- de leraar als organisator: een gestructureerd werkklimaat kunnen bevorderen; een soepel en efficiënt les- en dagverloop kunnen creëren, passend in een tijdsplanning; op correcte wijze administratieve taken kunnen uitvoeren; een stimulerende, veilige en werkbare bewegingsruimte kunnen creëren, rekening houdend met de veiligheid van de kinderen;
- de leraar als innovator-onderzoeker: vernieuwende elementen kunnen aanwenden en aanbrengen; kennis kunnen nemen van resultaten van onderwijsonderzoek; het eigen functioneren kunnen bevragen en bijsturen;
- de leraar als partner van ouders en verzorgers: discreet omgaan met gegevens over leerlingen, zich op de hoogte stellen van gegevens over leerlingen; ouders/verantwoordelijken voor de opvoeding informatie en advies kunnen verschaffen over hun kind in de school; in overleg met team de ouders/verantwoordelijken voor de opvoeding informeren over en betrekken bij het klas- en schoolgebeuren; met ouders/ verantwoordelijken voor de opvoeding in dialoog treden over opvoeding en onderwijs.
- de leraar als lid van een schoolteam: aan allerhande samenwerkingsstructuren kunnen participeren; in team een taakverdeling kunnen opstellen en die naleven; het eigen pedagogisch en didactisch handelen in vraag kunnen stellen; zich kunnen documenteren over de eigen rechtszekerheid en die van de leerlingen;
- de leraar als partner van externen: contacten kunnen leggen, kunnen communiceren en samenwerken met externe instanties die onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
- de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap: kunnen deelnemen aan het maatschappelijk debat over onderwijskundige thema's; reflecteren over het beroep van de leraar en de plaats ervan in de samenleving;
- de leraar als cultuurparticipant: actuele thema's en ontwikkelingen kunnen opvolgen.
Attitudes:
- beslissingsvermogen
- relationele gerichtheid
- kritische ingesteldheid
- leergierigheid
- organisatievermogen
- zin voor samenwerking
- verantwoordelijkheidszin
- creatieve ingesteldheid
- flexibiliteit
- taalgebruik en communicatie
- assertiviteit.

Een gedetailleerde lijst van de eindcompetenties is te vinden in de syllabi.
De te bereiken eindcompetenties kunnen niet los worden gezien van de doelstellingen (cf. supra - zie ook syllabi).


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Vakdidactiek deel 1: kleuter-, lager en buitengewoon lager onderwijs:
- 3 maandelijks vaktijdschrift L.O., PVLO, diverse jaargangen;
- maandelijks onderwijstijdschrift, Klasse voor leraren, diverse jaargangen;
- Leerlingenvolgsysteem 'bewegen en spelen': over observeren, registreren en extra zorg, Van Gelder & Stroes, Elsevier, 2002;
- Zorgverbreding: alle leerlingen in beweging, Daniël Behets, Acco;
- video-opnames van lessen bij mentoren in onze hospiteerscholen ter ondersteuning van de theorie;
- de bewegingsschool, E. Rousseaux;
- leerplannen, eindtermen, ontwikkelingsdoelen Gemeenschapsonderwijs en OVSG.
- cursustekst
Vakdidactiek deel 2: secundair onderwijs en zijn specifieke doelgroepen:
- handboek: 'Anders evalueren'
- cursustekst
Individuele Sporten:
- eigen cursussen
- ZELFV: 'Op de mat in de klas': vormen van zelfverdediging, J. De Geyter, 2004.
Ploegsporten:
-Basketbal:
- cd-rom Doelspelcompetentiemodel: Basketbal, B. Mertens, V. Vonderlinck, C. Remy, PVLO 2005.
-Volleybal:
- cursus ("From top to bottom") R. De Braeckeleer.
- handboek: 'Jeugdvolleybal, spelvormen voor club en school', E. Rousseaux, J. Rutten en M. Spaenjers, VVB.
-Handbal:
- cd-rom Doelspelcompetentiemodel: Handbal, M. Multael, PVLO 2005.
-Voetbal:
- handboek: 'Leren voetballen, een spelgerichte en coöperatieve methode' , P. Vansteenbrugge, R. Goethals, B. Van Renterghem, PVLO 2004.
- uitgave KBVB: 'de regels van het voetbalspel'.
- diverse werken uit het leercentrum van de lerarenopleiding.


Studiekosten
Vakdidactiek :
- fotokopies van artikels, bewerkingen van teksten, hand-outs van powerpointpresentaties: € 2,00;
- kostprijs bijscholing: afhankelijk van keuze en aanbod;
- handboek, cursusteksten: € 22,00
Individuele Sporten:
- DA & GYM:€ 15,00
- ZELFV: € 2,00 (idem 2de jaar!!!)
Ploegsporten:
- Voetbal: uitgave KBVB: 'de regels van het voetbalspel': downloaden van Dokeos.


Studiebegeleiding
Vakdidactiek:
- reflectiemomenten tijdens terugkomdagen tussen en na de stages;
- feedback bij opdrachten;
Individuele Sporten:
DA & GYM:
- ervaring opdoen in club en fitnesscentra, sportkampen geven
- regelmatig nazien van lesvoorbereidingen en feedback geven hierover
- reflectiemomenten
Atletiek:
- momentopnames en bespreking
Ploegsporten:
- ervaring opdoen via clubs (training geven) of sportkampen geven.
- regelmatig nazien van lesvoorbereidingen + feedback hierover.
- reflectiemomenten.


Onderwijsvormen
Vakdidactiek deel 1: kleuter-, lager en buitengewoon lager onderwijs:
- hoorcolleges (met video-opnames en ppt-pres.), praktijklessen, groepswerk (presentatie), reflectiemomenten;
Vakdidactiek deel 2: secundair onderwijs en zijn specifieke doelgroepen:
- groepswerk , gesprek, reflectiemomenten
Individuele Sporten:
- praktijksessies, micro-teaching en groepsopdrachten
- ZELFV: visuele - verbaal - auditieve instructie; didactische opdrachten per 2.
Ploegsporten:
- praktijklessen;
- reflectiemomenten.


Evaluatievorm
Een gedetailleerde lijst van evaluatiemodaliteiten is te vinden in de syllabi.

Vakdidactiek (30%):
Vakdidactiek deel 1: kleuter-, lager en buitengewoon lager onderwijs: (50%)
- permanente evaluatie (10%) + groepsopdracht (presentatie) (20%), navorming/bijscholingsverslag (20%), reflectiemomenten.
Vakdidactiek deel 2: secundair onderwijs met zijn specifieke doelgroepen: (50%)
- taken 20%, groepsopdracht 20%, permanente evaluatie 10% + reflectiemomenten

Individuele Sporten: (30%)
DA (20%)& GYM (20%):
- taken en permanente evaluatie van de groepsopdrachten
ZELFV (40%):
- mondeling en schriftelijk examen (2/3), permanente evaluatie micro-teaching (1/3)
ATL (20%):
- permanente evaluatie

Ploegsporten: (40%)
(BAB 17%, HB 33%, VTB 33%, VB 17%)
- permanente evaluatie spelleiding en spelbegeleiding;
- reflectie
Voor permanente evaluatie is geen tweede zittijd mogelijk.

Studenten met een examencontract dienen zich in te schrijven voor dit opleidingsonderdeel via een diplomacontract.
Studenten die in de eerste zittijd niet slagen voor het opleidingsonderdeel, maar die in de 1e zittijd minimum 10/20 halen voor de onderdelen vakdidactiek deel 1, vakdidactiek deel 2, individuele sporten of ploegsporten van de leerinhoud hoeven daarvoor geen 2e zittijd te doen. Ze moeten echter wel een 2e zittijd doen voor de onderdelen van de leerinhoud waarvoor ze minder dan 10/20 haalden, zoniet krijgen ze de vermelding afwezig voor het hele opleidingsonderdeel.

OP-leden
Arlette DEKENS, Jo DE GEYTER, Maarten DE MEESTERE, Benoit MERTENS, Stijn MORAND, Linda VAN PARYS, Rita VAN HAUWERMEIREN, Veerle PERMENTIER.