TEKSTANALYSE LYRIEK + OEFENINGEN 1
 
Wordt gegeven in 3de jaar Bachelor in het drama
Hoorcollege [A] 15.0
Werkcollege [B] 15.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 30.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Martine Clierieck
Referentie MBDRMA03K00004
 
Trefwoorden
H390, H004, tekstanalyse, lyriek, poëzie, poëtica

Doelstellingen
Dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de theoretische vakken Tekstanalyse epiek-lyriek 1, Inleiding tekstananlyse dramatiek 1 en Literatuur 1 en 2. Aangezien acteurs/actrices of beoefenaars van een vorm van dramatische kunst in staat moeten zijn tot feitelijke en persoonlijke interpretatie van literaire teksten, moeten ze de “tools” kennen en beheersen om dat te kunnen doen. Dit opleidingsonderdeel ondersteunt Creatief schrijven evenals de praktijkvakken waarin ook poëtische teksten gebruikt worden, zoals stem-en spreektraining, maar vooral drama. Tegelijkertijd biedt het de studenten de mogelijkheid om vanuit concrete lectuur ook voor de poëzie een literair-historisch referentiekader op te bouwen.


Leerinhoud
Aan de hand van een grondige analyse van het oeuvre van een aantal grote dichters uit verschillende tijdperken en stromingen krijgt de student enerzijds een overzicht van de voornaamste ontwikkelingen in de westerse poëziegeschiedenis. Anderzijds wordt vanuit de persoonlijke analyse van de gedichten onderzoek gedaan naar de specifieke poëtica of poëticale evolutie in het werk van de betreffende dichters. De keuze van de behandelde dichters wordt jaarlijks aangepast en zoveel mogelijk afgestemd op de individuele én klassikale praktijkprojecten van de studenten.


Begincompetenties
De student moet geslaagd zijn voor "Inleiding tekstanalyse epiek-lyriek 1" en “Literatuur 1 en 2” of over een ruime leeservaring beschikken op het vlak van poëzie.


Eindcompetenties
Kerncompetentie
De student is in staat de specifieke, poëticale eigenschappen van lyrische teksten te doorgronden, te interpreteren en te plaatsen in een literaire traditie evenals in een ruimere artistieke, historische, sociaal-culturele, ideologische context.
Indicatoren:
- de student heeft niet alleen een grondige kennis van het werk van de behandelde dichters en stromingen, maar beschikt ook over inzicht in de poëticale principes die er aan de basis van liggen.
- de student kan op overtuigende wijze het poëticale discours hanteren en persoonlijk en kritisch reflecteren (zowel mondeling als schriftelijk) over de dialoog die elk gedicht voert met de taal, met de poëzie zelf, met de traditie, met de auteur, met de context en met de lezer.

Algemene competentie:
De student geeft blijk van een onderzoekende, analytische houding en beheerst steeds beter algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en wetenschappelijk verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie. De student durft ook zijn creativiteit te gebruiken bij het opbouwen van een redenering.


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Primaire Literatuur en Secundaire bronnen


Studiekosten


Studiebegeleiding
Algemene studiebegeleiding zoals voorzien door het departement. De docent kan op afspraak worden geconsulteerd


Onderwijsvormen
Hoorcollege + Werkcollege
Oefeningen
Onderzoek en exploratie


Evaluatievorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Referaat en Paper
Examenmogelijkheid in de 1ste en 2de examenperiode


OP-leden
Martine Clierieck