Trefwoorden h840-muziektheorie
Doelstellingen Onderzoeksmethodiek is een kernopleidingsonderdeel dat is opgenomen in het vast curriculum van alle opleidingen muziek. Het is congruent met de verschillende theoretische vakken. De student leert om op een zelfstandige manier kritisch te reflecteren over informatie m.b.t. zijn vakgebied.
Leerinhoud
Het tweede bachelorjaar is een uitdieping van de leerinhouden van onderzoeksmethodiek BI; met focus op het formuleren en documenteren van onderzoeksvragen.
De concrete planning wordt bij aanvang van het academiejaar gecommuniceerd.
Begincompetenties Slagen in Onderzoeksmethodiek BI
Eindcompetenties
De student is bekwaam om zich muzikaal uit te drukken via een op voorhand vastgelegd of bedacht betoog met behulp van de daartoe geëigende middelen.
• Heeft een denkende attitude waardoor verwondering leidt tot probleemstelling in het klankschap
• bezit heuristiek om problemen uit het klankschap en van het muzikale scheppingsproces op te lossen
• kan explorerend en experimenterend kennis, intuïties en emoties omvormen tot muzikale realisaties
De student kan eigen realisaties die van anderen analyseren, duiden en beoordelen
De student kan muziekwerken in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden
• heeft inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen, waaraan zij/hij haar/zijn creaties toetst
• verdiept zich in muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën
• zoekt actief naar informatie en ervaringen ter ontwikkeling van de eigen muzikale realisaties
De student is bekwaam om de theoretische referentiekaders met betrekking tot alle vormen van muziekcreatie en de erbij aansluitende muzikale uitvoeringspraktijken samen met de eigen concepten en intuïties daarover te integreren in een persoonlijk artistiek project
• kan het eigen onderzoek en de artistieke realisaties kritisch verwoorden
• kan theoretische kennis voor het artistiek zoekproces in stelling brengen
• kent het actueel receptief maatschappelijk discours met betrekking tot zijn werkveld en de omvattende muziekcultuur en kan dat kritisch situeren
• heeft kennis van de historische en actuele zingeving- en betekenisgevingtheorieën in het algemeen en in het bijzonder in relatie tot de diverse muziekculturen, hun technologie en hun uitvoeringspraktijken
• is zich bewust van de maatschappelijke context van zijn functioneren als musicus en is in staat daar kritisch over te reflecteren
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Afhankelijk van de docent:
Onderzoeksbrochure, cursus
muziekopnames
internetexploraties
collegenotas
Studiekosten
Studiebegeleiding - monitoraat
- studiebegeleiding door onderzoekscoachen
Onderwijsvormen
seminaries
Werkcolleges
Begeleid zelfstandig leren
Evaluatievorm Toetsing theoretische kennis
Evaluatie portfolio onderzoeksmethodiek BII
OP-leden Coördinator: Florian Heyerick
|
|