Trefwoorden h840-muziektheorie; h820-muziek-instrument,
Doelstellingen
Begeleidingspraktijk voor klavierinstrumenten, gitaristen en harp beoogt een verruiming van praktisch toepassingsveld van verworven kennis en vaardigheid in de vakken 'Instrument solopraktijk' en 'Harmonie & Contrapunt'. Tevens ontwikkelt en ondersteunt het de competenties die in Solfège, algemene muziektheorie en gehoorvorming nagestreefd worden.
Omdat het langetermijndoelen nastreeft dient het van bij aanvang van de studie ingericht.
Leerinhoud
Algemeen betreft dit opleidingsonderdeel de studie van het stante pede harmoniseren van basopgaven en melodieën op het instrument en het oefenen van typische praktische vaardigheden vereist voor de beroepspraktijk.
Concreet bevat de cursus begeleidingspraktijk voor toetsinstrumenten volgende onderdelen
Bachelor 1
• Praktische Harmonie: Kwint- sext- en kwartsextakkoorden
• Harmonisatie van volksmelodieën: de verworven vaardigheden uit de oefeningen praktische harmonie zijn het uitgangspunt om volksliederen te harmoniseren. Het harmonisch geraamte moet theoretisch correct zijn, de uiteindelijke realisatie mag creatief opgevat worden. De student maakt een zelfstandige begeleiding en zingt de melodie mee.
• Lezen: Koorpartituren op 3 lijnen
• Reductie: Een ingewikkelde partituur herleiden tot haar kern, aangepast aan het pianistiek niveau van de studenten (opgave op 2 lijnen: vb fragment uit virtuoze pianopartituur)
Bachelor 2
• Praktische Harmonie: Dominant septime akkoord, wisseldominanten en modulaties
• Harmonisatie van volksmelodieën of solfègelessen: de verworven vaardigheden uit de oefeningen praktische harmonie zijn het uitgangspunt om melodieën te harmoniseren. Het harmonisch geraamte moet theoretisch correct zijn, de uiteindelijke realisatie mag creatief opgevat worden. De student maakt een zelfstandige begeleiding en zingt de melodie mee
• Lezen: Koorpartituren op 4 lijnen
• Basso Continuo: Aangepast aan de geziene stof in het onderdeel praktische harmonie, met toevoeging van versieringsnoten: 4 3, 9 8, 7 6 en 52 6. Er komen becijferde koraalmelodieën, recitatieven en toepassingen uit kamermuziek of eenvoudige koor- en orkestpartituren aan bod
• Reductie: Een ingewikkelde partituur herleiden tot haar kern, aangepast aan het pianistiek niveau van de studenten (opgave op 3 lijnen: vb fragment uit een vioolsonate of een lied)
Bachelor 3
• Praktische Harmonie: nevenseptime akkoorden
• Harmonisatie van volksmelodieën of solfègelessen: de verworven vaardigheden uit de oefeningen praktische harmonie zijn het uitgangspunt om melodieën te harmoniseren. Het harmonisch geraamte moet theoretisch correct zijn, de uiteindelijke realisatie mag creatief opgevat worden. De student maakt een zelfstandige begeleiding en zingt de melodie mee
• Lezen: strijktrio en strijkkwartet (oefeningen met altsleutel)
• Basso Continuo: Aangepast aan de geziene stof in het onderdeel praktische harmonie. Er komen becijferde koraalmelodieën, recitatieven en toepassingen uit kamermuziek of eenvoudige koor- en orkestpartituren aan bod
• Reductie: Een ingewikkelde partituur herleiden tot haar kern, aangepast aan het pianistiek niveau van de studenten (opgave op 4 lijnen: vb fragment uit strijkkwartet)
De leerinhouden worden deels lineair, deels thematisch geordend, al naar gelang de noodwendigheid van het behandelde aspect.
De leerstof wordt evenwichtig verdeeld over de twee semesters.
De leerstof wordt evenwichtig verdeeld over de twee semesters
De cursus begeleidingspraktijk voor tokkelinstrumenten wordt als volgt georganiseerd:
B1 - sem1: akkoordgrepen ( patronen)
- sem 2 : luittabulatuur
B2 -sem1 : tabulatuur. Barokgitaar Italiaanse stijl
-sem 2 : basso continuo – akkoordgrepen continueren
B3 -sem 1: harmonisering melodieën (continuering B.C. & akkoorden)
-sem 2: tabulatuur Barokgitaar Franse stijl
M1 -sem 1 : folktabulatuur
-sem 2 : begeleidingspraktijk ( akkoord;mel; BC );
M2 -practicum post-tonale muziekschriftuur
Nota: eventueel afwijkende organisatie wordt bij aanvang van het academiejaar meegedeeld.
Begincompetenties
Eindcompetenties
° bezit een behoorlijk muzikaal voorstellingsvermogen
° heeft een behoorlijke technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen musiceerstijl en muzikale persoonlijkheid aanwezig zijn
° kan bestaande kennis over het hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken op een behoorlijk niveau in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
° heeft, indien vereist voor de muziekstijl waarin men specialiseert, een verkenningsdrang ontwikkeld van het raakvlak van verschillende opvattingen, culturen, stijlen en genres
° heeft aandacht en een open geest met betrekking tot niet westerse muziekculturen en uitvoeringspraktijken
° beheerst behoorlijk de algemene specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen
° is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen
° Toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als uitvoerend musicus
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus
Partituren
Studiekosten geen kosten
Studiebegeleiding Studievoortgangsgesprekken
Monitoraat
Onderwijsvormen Werkcollege
Oefeningensessies
Begeleid zelfstandig werk
Evaluatievorm Praktische proeven
OP-leden Klavierinstrumenten: Boudry Johan / Marc Masson / Jan Devlieger
Gitaar: Vermote Petra / Daeninck Scheerlinck/ Malfeyt Philippe / Blumberg Alexis
|
|