Trefwoorden h840-muziek-theorie, h841-muziek-analyse
Doelstellingen Muziekgeschiedenis en partituuranalyse zijn aan elkaar gerelateerde vakken. Beiden zijn ze gerelateerd is aan alle andere theoretische vakken en vakken met betrekking tot de uitvoeringspraxis en dient daarom volgehouden aandacht aan besteed. Deze discipline streeft vooral langetermijndoelen na van cognitieve en affectieve aard.
In Partituuranalyse leert de student op begeleid zelfstandige wijze een muziekstuk analyseren, daaruit een synthese te maken , en deze synthese vertalen naar de uitvoeringspraxis. Hierbij ontwikkelt de student zijn muzikaal gehoor en voorstellingsvermogen. Hij/zij leert de beluisterde en bestudeerde muziek te plaatsen in zijn muziekhistorische context door inzicht te verwerven in de estetische en theoretische kenmerken.
Leerinhoud Organisatie
In bachelorjaar 2 kan de student kiezen tussen Muziekgeschiedenis, kritiek & partituuranalyse module renaissance - barok of Muziekgeschiedenis, kritiek & partituuranalyse module eerste helft XX° eeuw.
In bachelorjaar 3 kan de student kiezen tussen Muziekgeschiedenis, kritiek & partituuranalyse module klassiek -romantiek of Muziekgeschiedenis & partituuranalyse module tweede helft XX° eeuw.
Partituuranalyse is een deel-opleidingsonderdeel en het is verplicht de partituuranalyse te volgen van de overeenkomstige periode muziekgeschiedenis.
Indien de student een andere module als keuzevak opneemt is hij ontslagen van het clusteronderdeel 'kritiek', maar niet van partituuranalyse van de overeenkomstige module.
Leerinhoud
Muziekgeschiedenis
De studenten hebben een uitgediepte encyclopedische kennis van stijlen, genres en technieken van de gekozen module, alsook van de belangrijkste figuren uit die periodes en kunnen deze situeren naast parallelle cultuurstromingen in andere disciplines.
Ze hebben bovendien een inzicht in de causale verbanden die al deze elementen vanuit hun historische context samenbrengen.
De leerstof is lineair geordend.
Cultuurparticipatie en kritiek:
De studenten zijn verplicht minstens 4 cultuurmanifestaties mee te maken en over 2 ervan een kritiek te schrijven van minstens 30 lijnen (1800 tekens, spaties inbegrepen).
Elke kritiek dient ingeleverd ten laatste 14 dagen na de cultuurmanifestatie.
De module cultuurparticipatie en kritiek dient afgerond binnen semester van gekozen module Muziekgeschiedenis.
Verdere instructie en richtlijnen worden verstrekt door de docent Muziekgeschiedenis.
Partituuranalyse
De leerinhouden van partituuranalyse lopen parallel met muziekgeschiedenis. De belangrijkste items worden analytisch uitgediept.
Nota: voor geen van beide deel-opleidingsonderdelen wordt een bijkomende paper opgelegd.
Alle onderzoek en de schriftelijke neerslag hiervan wordt gebundeld in het curriculum-opleidingsonderdeel 'Paper' (B3) en in de 'onderzoeksopdracht' (B2) die gelinkt is aan onderzoeksmethodiek BII.
Begincompetenties
Eindcompetenties
• De student kan de eigen muziekuitvoeringen en die van anderen goed duiden en beoordelen
• De student kan de eigen muziekuitvoeringen en die van anderen in een ruime historische en eigentijdse culturele en artistieke context situeren en duiden
• Kan muziek behoorlijk in haar historische, maatschappelijke en culturele context situeren. Heeft goed inzicht in de muziekesthetische en muziektheoretische kenmerken van de verschillende stijlperiodes
• Heeft een goede kennis van de muziek- en cultuurgeschiedenis en van de historische en actuele uitvoeringspraktijken met betrekking tot zijn/haar specialisatie
• kan eigen visie en realisaties toetsen en plaatsen in een breder artistiek en cultureel perspectief
• heeft goed inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen
• heeft goed kennis van muziekhistorische, cultuurhistorische en musicologische theorieën
Algemene theoretische vorming
• kan artistieke realisaties kritisch evalueren
• kan theoretische kennis voor het artistiek zoekproces goed in stelling brengen
• Vertoont binnen het gehele cultuurdomein van de muziek een behoorlijk exploratieve en onderzoekende attitudes
• Heeft behoorlijk inzicht in de muziekesthetische en muziektheoretische kenmerken van de verschillende stijlperiodes
• heeft behoorlijk inzicht in de ruime artistieke context en opvattingen, waaraan de eigen uitvoeringen getoetst worden
• Bezit een goed muzikaal voorstellingsvermogen
• bezit heuristiek op goed niveau om muzikale problemen in functie van een uitvoering op te lossen
• Kan nieuw repertoire onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering
• heeft goede kennis van en goed inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
Groei- en ontplooiingsmogelijkheden
De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als musicus te ontplooien
• toont het vermogen tot reflectie, analyse en evaluatie
• heeft een open geest en het vermogen tot verwondering en kan zijn ervaringen en bevindingen ten voordele van de ontwikkeling van het eigen muzikaal oeuvre inzetten
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: - Collegenota's
- Aanbevolen vakliteratuur: Grout, D.J. en Palisca, C.V., Geschiedenis van de Westerse muziek (uitg. Contact, A'Dam / A'pen , 1994) (Bewerking en Nederlandse vertaling, Vernooy, R.)
-muziekopname's / dvdmateriaal / internetexploraties
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 0.0 EUR
Studiebegeleiding studievoortgangsgesprekken
Onderwijsvormen Hoorcollege
Begeleid zelfstandig werk
Evaluatievorm Muziekgeschiedenis (en kritiek indien van toepassing):
Mondeling examen
Permanente evaluatie (voor cultuurparticipatie)
50% van de punten
Bij nalatigheid en/of laattijdigheid mbt indienen van de kritieken wordt er "afwezig" gequoteerd voor het opleidingsonderdeel.
Partituuranalyse:
schriftelijk examen en mondeling examen
50% van de punten
De toekenning van de punten gebeurt conform DOER art.24
De afwezigheid wordt behandeld conform DOER art.12
OP-leden Muziekgeschiedenis: Jacques Van Deun en Filip Rathé
Partituuranalyse: Filip Rathé, Geert Dhondt, Dirk Cornelis, Guido Coghe
|
|