KLEINE ENSEMBLES & COACHING M II
 
Wordt gegeven in 1st jaar Master in de muziek, Klassieke Muziek - afstudeerrichting: Uitvoerende
Hoorcollege [A] 0.0
Werkcollege [B] 24.0
Begel. zelfst./extern werk [C] 66.0
Totale studietijd [D] 90.0
Studiepunten [E] 3
Niveau  
Creditcontract? toelating nodig
Examencontract? toelating nodig
Onderwijstaal Nederlands
Titularis Kris Deprey
Referentie MMMUZU01A00025
 
Trefwoorden
h820-muziek-instrument; h830-muziek-zang

Doelstellingen
Het opleidingsonderdeel 'Kleine ensembles' is een kernopleidingsonderdeel waar de technisch - motorische en artistieke vaardigheden ontwikkeld en toegepast worden in samenwerkingsverband. Het is wederkerig gerelateerd aan het merendeel van de theoretische opleidingsonderdelen, opleidingsonderdelen m.b.t. het musiceren.

'Kleine ensembles' richt zich in hoofdzaak op de samenspelproblematiek, het begeleid zelfstandig inoefenen en uitvoeren van kamermuziekwerken, het verwerven van vaardigheden om op adequate wijze een kamermuziekgroep te vormen en te laten functioneren, het verwerven van repertoirekennis; het verfijnen van het gehoor en van de muzikaliteit.

Leerinhoud
Algemene bepalingen
1. Het opleidingsonderdeel 'Kleine ensembles' wordt elke semester geëxamineerd door een interne jury die minstens bestaat uit een voorzitter en twee docenten.
2. Voor Kleine ensembles wordt geen tweede zittijd ingericht. De regelgeving m.b.t. herkansingen en volgtijdelijkheid is opgenomen in de DOER, art. 19. De detailorganisatie wordt bij de aanvang van het academiejaar kenbaar gemaakt tijdens een vergadering.
3. Elke student heeft per semester een vaste docent die het repertoire aanstuurt, de instudering coacht en de bijkomende taken opvolgt. De student vormt zijn groepen per semester zoveel mogelijk met dezelfde collegastudenten en bij dezelfde vaste docent. De student kan per uitzondering toestemming krijgen om te spelen in groepen onder leiding van een andere dan de vaste docent. De studenten krijgen de gelegenheid om voorstellen te doen op vlak van samenstelling van groepen en om vaste lesmomenten af te spreken met zijn hun vaste docent. Dit geschiedt vóór de lessen aanvangen. Alle gegevens worden aan de coördinator overgemaakt conform de instructies.
4. De studenten die op het gestelde tijdstip geen voorstellen ingediend hebben worden door de coördinator aan een docent toegewezen. Deze toewijzing gebeurt per semester en is bindend.
5. De co-coördinator zang stuurt in overleg met de coördinator en andere docenten het studietraject voor kleine ensembles zang.
6. De docenten sturen het studierepertoire aan, zij geven onderricht in de samenspeltechnieken, volgen het portfilio kleine ensembles op en begeleiden de studenten bij het verwerven van de gestelde eindcompetenties. De coördinator let op de naleving van de gestelde doelen en stuurt bij waar nodig.
7. Op de gestelde tijdstippen wordt opgave gedaan van de examenstukken en uitvoerders. Hiervan kan niet op geen enkele manier meer afgeweken worden behalve ingeval van ziekte of andere ernstige redenen. Deze dienen gestaafd te worden t.a.v. de coördinator.
8. Aansluitend bij elk examen geven de docenten feedback en predeliberen over de artistieke prestatie, het portfolio en de competenties betreffende het functioneren in samenwerkingsverband meer bepaald betreffende de stiptheid in het naleven van de gemaakte afspraken.

Normen met betrekking tot studierepertoire en het examenrepertoire

1. Duur van de examens 'Kleine ensembles'
        Eerste bachelor, semester I: 10 minuten; semester II: 10 minuten

        Tweede bachelor, semester III: 15 minuten; semester IV: 15 minuten
        Derde bachelor, semester V: 20 minuten; semester VI: 20 minuten

        Eerste master, semester I: 30 minuten, semester II: 30 minuten
        Tweede master, semester III: 30 minuten, semester IV: 30 minuten


- Daarnaast wordt aan bijkomend studierepertoire gewerkt dat vermeld en gearchiveerd wordt in het portfolio.
- De werken die als examenrepertoire tijdens een examen uitgevoerd werden, mogen in een volgend semester niet meer herhaald worden.
- Het studierepertoire kan naar alle daarop volgende semesters overgedragen worden.

2. - Kleine ensembles worden niet gedirigeerd. Afwijking van deze regel kan toegestaan worden als het actuele muziek betreft of wanneer de aard van de bezetting en/of de complexiteit van de partituur een dirigent verantwoordt

- Een ensemble bestaat in de regel uit minstens drie spelers. De docent kan gemotiveerd toestemming verlenen om van die regel af te wijken. 3. Per stem mag slechts één instrument voorgeschreven zijn; het moet dus kamermuziek zijn

4. Over de 5 studiejaren heen:
        -dient er een repertoire opgebouwd waarin een maximale diversiteit aanwezig is in stijlen en stijlperioden;
        -dient bijzondere aandacht besteed aan het repertoire daterend van na 1945 met een - voor die periode- vernieuwend karakter.
        - dient er én in de bachelor- én in de Master opleiding minstens één werk van Belgisch/Vlaamse origine opgenomen te zijn.

5. Het uitvoeren van werken van compositiestudenten en studenten muziekproductie wordt zeer gewaardeerd. De student kan de gespeelde werken opnemen in zijn studierepertoire of uitvoeren op het examen kleine ensembles mits toestemming van de docent kleine ensembles.
Werken van compositiestudenten die ingestudeerd werden onder leiding van een docent kleine ensembles en die werden uitgevoerd tijdens een concert, komen in aanmerking voor het toekennen van incentives voor kamermuziek. De student dient hiervoor een aanvraag in.
Als criteria voor toekenning van incentives gelden de compositorische consistentie van het werk, de duur, de moeilijkheidsgraad en niveau van uitvoering. Deze criteria worden door minstens twee docenten geëvalueerd. De incentives worden toegekend tijdens de predeliberatie.

6. Kamermuziekconcerten, ingericht of mede ingericht door het conservatorium van Gent zijn bindend voor de studenten

7. De programmaopgave van de examenrecitals bevat minstens volgende gegevens:
         - de volledige titel van het werk en, indien bekend, het jaar van compositie
         - de delen van van het werk
         - de voornaam (-namen) en naam van de componist, zijn geboorte- en sterfdatum (ivt).
         - de duur van de compositie
         - de naam, het instrument/zang van alle uitvoerders en de semestermodule waarin de spelers ingeschreven zijn (vb.: BII)
        - naam van de vaste docent
         - naam van de effectief begeleidende docent voor het vermelde werk

8.De coördinator maakt de examenplanning op. Hierbij wordt rekening gehouden met gemotiveerde verzoeken van studenten en de beschikbaarheid van de docenten. Slechts bij hoge uitzondering zal van de finale planning afwijking toegestaan worden.

9. De student houdt een portfolio kleine ensembles bij zowel voor studierepertoire als examenrepertoire. De richtlijnen worden bij het begin van het academiejaar kenbaar gemaakt.
10. Vòòr het einde van de tweede week van elk semester verstrekken de studenten de vereiste gegevens aan de coördinator. Deze gegevens hebben betrekking op de vaste docent, de effectief begeleidende docent, de vaste lestijden, de samenstelling van de groepen en het repertoire.
De vorm waarin dit gebeurt wordt meegedeeld aan het begin van het academiejaar.

COACHING KLEINE ENSEMBLES
Coaching kleine ensembles is een deel-opleidingsonderdeel van Kleine ensembles.
Het is verplicht in M1, tweede semester en M2, eerste semester.

Coaching kleine ensembles houdt in dat de student de verantwoordelijkheid heeft over de voorbereidende studie, repetities/ instudering van het werk en de uiteindelijke presentatie van één of meerde kamermuziekwerken.
Hij wordt hiervoor bijgestaan en gevolgd door een docent kleine ensembles.

Bedoeling is dat de student een persoonlijke visie leert vormen en formuleren over een werk, dat hij zijn inzichten leert communiceren met (mede)spelers, dat hij een repetitie leert leiden en dat hij de eindverantwoordelijkheid leert dragen voor een productie.
De voorbereiding wordt gepresenteerd onder de vorm van portfolio; die bevat analytische nota’s, muziekhistorische duiding van het werk, stilistische en interpretatieve aanwijzingen.
De gecoachte werken maken deel uit van het repertoire van de student; de vereiste minutage verhoogt dus niet. De organisatie is in handen van de coördinator en de leden van de vakgroep.
Detailregelgeving wordt bekendgemaakt bij aanvang van het academiejaar.


Begincompetenties
Tot semester BI: geslaagd zijn voor de toelatingsproef
Tot alle andere semesterexamens: geslaagd zijn voor het voorafgaand semesterexamen


Eindcompetenties
Creativiteit
De student is bekwaam om een persoonlijke manier muziek instrumentaal te vertolken. De student is daarbij bekwaam om artistieke keuzes te argumenteren.
De student is kan artistiek hoogstaande muziekuitvoeringen in ensembleverband realiseren

• Heeft een grote muzikale sensibiliteit
• Heeft een goed gehoor
• Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering
• Bezit een uitstekend muzikaal voorstellingsvermogen
• Heeft een grondige technische vaardigheid waarbij de aanzetten van een eigen musiceerstijl en muzikale persoonlijkheid aanwezig zijn
• Bezit de nodige heuristiek om muzikale problemen in functie van een uitvoering op te lossen
• Kan nieuw repertoire instuderen en onderzoekend, experimenterend en beschouwend, kennis, intuïties en emoties omvormen tot een muzikale uitvoering
• Kan bestaande kennis over het hedendaagse en historische uitvoeringspraktijken op een getrouwe en integere wijze in praktijk brengen tijdens muziekuitvoeringen
• Heeft kennis van en inzicht in de disciplines noodzakelijk voor persoonlijk artistiek onderzoek in de muziek
• Bezit een attitude tot het verdiepen en verfijnen van de muzikale expressie
• Ontwikkelt de algemene specifieke beroepsgerichte competenties om zich als beginnend musicus te bewijzen

Organisatievaardigheid
De student kan een inspirerende en functionele werksituatie voor zichzelf opzetten en in stand houden De student kan een eigen effectieve methode voor muziekonderzoek, voor de realisatie van muziekuitvoeringen kiezen of ontwikkelen en toepassen

• Kan een werkproces organiseren en houdt daarbij op korte en lange termijn rekening met de voorwaarden om een repertoire op te bouwen en om op een kwaliteitsvolle wijze muziek uit te voeren
• Documenteert en archiveert zijn werk

Groei- en ontplooiingsmogelijkheden
De student heeft de attitude om zich steeds diepgaander als musicus te ontplooien

• Is gemotiveerd om de speeltechniek steeds verder te ontwikkelen en is gedreven om het muzikaal inlevingsvermogen verder te verfijnen. Ontwikkelt hiervoor geëigende en persoonlijke studiemethoden. Vertoont hierbij een groot doorzettingsvermogen
• Is bekend met de stressfactoren bij de instrumentstudie en de uitvoering
• Weet hoe zich met een behoorlijke kans op succes voor te bereiden op audities
• Toont het vermogen tot reflectie, analyse en evaluatie
• Kan rekening houden met de eisen en verwachtingen van opdrachtgevers
• Heeft een open geest en het vermogen tot verwondering en kan zijn ervaringen en bevindingen ten voordele van de ontwikkeling van het eigen muzikaal oeuvre inzetten
• Bouwt aan inzicht en vertrouwen in de eigen mogelijkheden en werkt gestaag aan de verdere ontplooiing als musicus
• Kan omgaan met en is desgevallend weerbaar tegen kritiek van externen ( opdrachtgevers, )
• Toont ambitie om zich verder en steeds diepgaander te bekwamen als uitvoerend musicus

Communicatieve vaardigheden
De student geeft daadwerkelijk blijk van de wens om als in een ensemble muziek uit te voeren

• Gaat contacten aan, die relevant kunnen zijn voor zijn werksituatie
• Is in staat te onderhandelen over inhoudelijke, organisatorische en contractuele aspecten van zijn beroepspraktijk

Samenwerkingscompetenties
De student kan een wezenlijke artistieke bijdrage leveren aan het muzikale groepsproces

• Werkt efficiënt samen met andere musici in kamermuziekverband
• Kan rekening te houden met de eisen, (impliciete) verwachtingen en relevante opmerkingen van opdrachtgevers
• Toont openheid, begrip, respect en waardering voor de verantwoordelijkheden en belangen van de anderen in een samenwerkingsverband
• Kan met anderen samenwerken, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is


Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
Partituren, gratis ontleenbaar in de bibliotheken of zelf aan te kopen.
Opnames van repertoire; in mediatheken ontleenbaar.
Naslagwerken over kamermuziek die in de bibliotheek beschikbaar zijn


Studiekosten
Persoonlijke aankoop van partituren; valt niet te ramen.

Studiebegeleiding
Bij aanvang van het academiejaar ontvangen de studenten de bindende richtlijnen en info over de organisatie van het vak en de begeleiding van de studenten.
Ook wordt er een samenkomst georganiseerd van/voor de studenten waar ze met mekaar kunnen kennis maken en afspraken maken met betrekking tot vorming van ensembles en keuze van repertoire.
Ad valvas wordt ook een plaats voorzien waar 'zoekertjes' kunnen uitgewisseld worden.
Verder:
- studievoortgangsgesprekken
- monitoraat
- spreekuren

Onderwijsvormen
Werkcollege
Audities
Concerten
Begeleid zelfstandig leren
Bijwonen van concerten van verder gevorderde studenten


Evaluatievorm
- De studenten spelen elke semester een examenrecital dat gejureerd wordt door een interne jury die minstens bestaat uit een voorzitter en twee docenten. De vakgroep beslist welke ensembles voor het publiek toegankelijk zijn.
- De evaluatie coaching kleine ensembles in MII en MIII gebeurt op basis van het portfolio van de gecoachte werken, evaluatie van de werksessies en de evaluatie van de uitvoering van de werken tijdens de examensessie.

Verdeling van de punten voor de clusterdelen
- portfolio kleine ensembles (indien van toepassing): 10%
- coaching ensembles (indien van toepassing): 20%

Indien de student niet in orde is met de gestelde vereisten voor portfolio wordt het opleidingsonderdeel Kleine ensembles gequoteerd met AFWEZIG.


OP-leden
Coördinator: Kris Deprey
Co-coördinator zang: Andrew Wise
Docenten: Patrick Beuckels, Coppieters Frank, Beelaerts Paul, Ketels Marcel, Konink Wim, Rathé Filip, Valibouse Arielle, Kris Deprey; Mireille Capelle, M.M.De Smet, Andrew Wise.